JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - oktober 2005
Presentatie van mijn nieuwste boek: KONING BURGER

UITNODIGING

Op 7 november presenteer ik in de Eerste Kamer mijn boek Koning Burger – Nederland als zelfbedieningszaak , dat die dag verschijnt bij uitgeverij Augustus. In dit boek probeer ik me te verstaan met het nieuwe Nederland, zoals zich dat de laatste jaren aan ons voordoet.
Het boek valt in drie delen uiteen. De eerste hoofdstukken gaan over de publieke emancipatie van burgers (deel I: Koning Burger...), dan volgen vier hoofdstukken over de exodus van professionals uit de frontlinies van de samenleving (deel II: en zijn professionele onderdanen…) en het boek eindigt met een pleidooi om de publieke sfeer te herontwikkelen (deel III: op zoek naar publiek leiderschap). Zo opgeschreven klinkt dat tamelijk abstract, maar wees gerust: het boek brengt de hedendaagse politieke cultuur heel concreet en gelardeerd met vele persoonlijke anekdotes in beeld.

Op 7 november overhandig ik in de Eerste Kamer het eerste exemplaar van het boek aan staatssecretaris Mark Rutte. Het laatste hoofdstuk uit het boek heet namelijk ‘Waarom Mark Rutte deugt’ en heeft als vertelstructuur een werkbezoek dat ik ooit samen met hem in Hoorn heb afgelegd.
Daarna vindt er onder leiding van Peter van Lieshout (WRR) over het boek een gesprek plaats met Mark Rutte, Joost Divendal (hoofdredacteur van de Journalist), Marjolijn Februari (elke zaterdag te bewonderen in het Volkskrant-katern Het Betoog) en ondergetekende. De presentatie begint om 15.30 uur.

Wie deze presentatie wil bijwonen, kan zich op geven bij uitgeverij Augustus. Stuur een email naar: uitgeverij Augustus .

Gegevens:
Bijeenkomst: Presentatie Koning Burger – Nederland als zelfbedieningszaak
Datum: 7 november 2005
Aanvang: 15.30 – 16.45 uur (na afloop borrel in de Noen-zaal)

Zie voor meer informatie: BOEKENPAGINA
Interviewtje Linker

In het komende nummer van Linker, het Amsterdamse GroenLinks-ledenblad, worden verschillende mensen gevraagd commentaar te geven op het concept- verkiezingsprogramma van GroenLinks in Amsterdam. Waaronder ik. Redacteur Heleen de Jonge van Ellemeet tekende de volgende opmerkingen uit mijn mond op. Binnenkort te lezen in Linker, nu al in dit weblog.
Het verkiezingsprogramma is volgens publicist en GroenLinks Eerste Kamerlid Jos van der Lans “het moeilijkste genre in de politiek.” En Van der Lans kan het weten, want hij schreef mee aan het verkiezingsprogramma voor de landelijke verkiezingen in 2002.
Amsterdam is het aardig gelukt. Van der Lans is in het bijzonder te spreken over het hoofdstuk 3 ‘Milieu en verkeer’. Hij noemt het “goed doordacht.” Met voorstellen als een fikse verhoging van de parkeergelden laat GroenLinks zien dat het hoog durft in te zetten en stringente consequenties verbindt aan de zorg om het verslechterend milieu in de stad. In hoofdstuk 3 staat bovendien de zin van het programma: “Een ongeluk zit in een klein hoekje, als je fiets niet gejat is.” Minder enthousiast is Van der Lans over het “prachtige maar volkomen ondenkbare” voorstel om fietsbruggen over het Y te bouwen. Afgezien van de vele miljoenen die het zou kosten, vraagt de senator zich af welke fietser het ziet zitten om een helling van de 1e categorie te nemen en het water over te steken op zo’n 50 meter hoogte met rukwinden van alle kanten en onder zich de enorme cruiseschepen.
Ook op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening toont GroenLinks ambitie. Van der Lans is voorstander van het plan om bedrijven als Cargill plaats te laten maken voor hoognodige woningen. Zo kan Amsterdam groeien zonder dat dat ten koste gaat van de groene gebieden rond de stad. Bovendien is dit een voorstel waarmee GroenLinks zich van andere partijen kan onderscheiden op het gebied van (sociale) huisvesting. Er zijn echter ook punten waarop het programma volgens Van der Lans tekortschiet. Zo vindt hij het “een belangrijke misser dat het woord Islam in het hele programma niet voorkomt.” Als iedereen het daar over heeft, dan schiet GroenLinks met te grote voorzichtigheid zijn doel voorbij. Dit verkiezingsprogramma zet in op een modern, dynamisch en emanciperend Amsterdam en juist daarom moet het de problemen die daarbij spelen ook benoemen, aldus Van der Lans. Je moet constateren dat er Islamitische groepen in Amsterdam zijn die vanuit hun conservatieve levenshouding dit ideaal de rug toekeren. Om ook die groepen bij het debat te betrekken, moet je weten hoe zij in het leven staan. Je kunt dus het belang van culturele en religieuze verschillen en spanningen in de stad onderkennen zonder in een generaliserend of rechts vertoog te vervallen. Maar, “door dit probleem weg te redeneren” laat je de kans lopen om rechts van repliek te dienen. Daarnaast is het “een afgekloven cliché” dat het gebrek aan emancipatie en participatie van bepaalde groepen geheel te wijten is aan sociaal-economische ongelijkheid. Bovendien, merkt Van der Lans op, zou die analyse moeten leiden tot een veel stevigere inzet op economie en werkgelegenheid dan dit verkiezingsprogramma te bieden heeft…
Meer in het algemeen mist Van der Lans in het programma de frisse kijk en vernieuwende, creatieve ideeën die kenmerkend zijn voor GroenLinks. Maar, zegt hij vergoelijkend, dit valt de auteurs nauwelijks te verwijten. Originele oplossingen voor ingewikkelde maatschappelijke problemen, zoals scheefwonen en segregatie in het onderwijs, gedijen nu eenmaal beter in discussies onder vrienden en het genot van een fles goede wijn.
NIVON Huis De kleine Rug in Dordrecht

Dinsdag, woensdag en donderdag hebben we ene midweekse herfstvakantie gehouden in het NIVON-huis De Kleine Rug (zie foto rechts) in Dordrecht. Je kunt het huis alleen bereiken met een bootje. De schipper moet je of komen ophalen of weer aan het vaste land afzetten. Dat maakt het huis bijzonder, maar ook wel een beetje lastig. Je zit er wel een beetje opgesloten. Maar voor een paar dagen is dat niet zo erg. Het huis zelf is zeer aangenaam: niet te groot, goed gepoutilleerd en - tijdens ons verblijf - niet te druk.

Maar de omgeving is geweldig. de Biesbosch ligt op steenworp afstand. Woensdag begon het weer bijna zomerse vormen aan te nemen en hebben we dwars door de Biesbosch gekanood, wat een bijna buitenlandse ervaring is. Slingerende waterarmen langs dichtbegroeide oevers. Het is dat je het autoverkeer in de verte hoorde razen, anders waande je je in een Zuidamerikaans junglegebied. Hoewel...daar heerst het eeuwige groen, en hier had de herfst de bomen al in haar greep. Wat ook een prachtig gezicht is.
Nieuwsbrief van:
NR 5 - WWW.EENANDERNEDERLAND.NL - OKTOBER 2005

Citaat van de maand:
“Ik vind het veel spannender wat gebeurt in linkse kring. Er zijn handreikingen gedaan van de kant van SP en GroenLinks aan de PvdA. Dát is een interessante discussie!”

Jan-Peter Balkenende in NOVA van 11 oktober 2005 op de vraag of CDA en VVD samen na de verkiezingen door willen gaan.

Elkaar beter leren kennen op een heerlijke nazomeravond
Op initiatief van Een Ander Nederland vond in oktober een eerste, informele bijeenkomst plaats van Eerste- en Tweede Kamerleden van PvdA, GroenLinks en SP. Volgens de digitale dagboeken van Anja Meulenbelt en Klaas de Vries was het nuttig en gezellig. Lees hun verslag en bekijk enkele foto’s op de vernieuwde website: www.eenandernederland.nl

Maurice de Hond: Linkse coalitie scoort het hoogst
Maurice de Hond houdt in een beschouwing op zijn website de mogelijkheid van een linkse coalitie tegen het licht. Hij constateert dat de kansen hierop – gezien de stemming onder het electoraat – rooskleuriger zijn dan ooit. Zijn beschouwing staat ook op de website van Een Ander Nederland.

Bos, Halsema en Marijnissen spreken zich uit
Balkenende en Van Aartsen blijven elkaar trouw beloven, ook na de volgende verkiezingen. Maar de kiezers lijken volhardend in hun voorkeur voor een linkse meerderheid. Dat leidt er toe dat Wouter Bos, Femke Halsema en Jan Marijnissen zich steeds meer uitspreken over linkse samenwerking. Marijnissen deed dat in een interview in Vrij Nederland en Halsema en Bos in een briefwisseling in de Volkskrant. Ook te lezen op www.eenandernederland.nl

Opiniepeilingen blijven gunstig
PvdA, SP en GroenLinks blijven goed scoren in de peilingen. Als we afgaan op de NOVA-peilingen schommelen de drie samen tussen de 75 en 80 zetels. Op de website van Een Ander Nederland worden de resultaten van de peilingen bijgehouden.

Lijst met ondertekenaars van de oproep van de website gehaald
De lijst met ondertekenaars van de oproep voor een Ander Nederland is van de website gehaald. Wij beschouwen deze lijst nu als een digitaal netwerk van mensen die geïnteresseerd zijn in het streven naar een progressief alternatief voor Balkenende III. Via deze nieuwsbrief houden wij u – en hen – op de hoogte. De mogelijkheid om de oproep te ondertekenen is daarmee ook verdwenen. Maar uiteraard kunnen nieuwe belangstellenden zich melden voor ontvangst van deze nieuwsbrief.

Aan- of afmeldingen voor deze nieuwsbrief: info@eenandernederland.nl
Schema marathon eindelijk op het net
Ik had bij de aanmelding voor de marathon een typefout gemaakt in de code van mijn championchip, waardoor ik aanvankelijk niet in de uitslag voorkwam. Vandaag is dat dan eindelijk gecorrigeerd zodat het precieze verloop van mijn marathon in beeld kan worden gebracht. Daaruit blijkt inderdaad dat alles keurig is gegaan tot 30 kilometer. Je moet – achteraf – constateren dat de lichte tempoverhoging na 21 kilometer mij fataal is geworden, waarna tussen de 35 kilometer en 40 kilometer het tempo volledig terugvalt. Vanuit dat oogpunt is het herstel na veertig kilometer inderdaad opmerkelijk.
Als je dit verloop vergelijkt met het schema van 2004, mijn eerste marathon, dan lag ik op 35 kilometer nog vier minuten voor op het 2004-schema. Alleen wist ik dat niet. Ik dacht dat ik al veel verder was teruggevallen. In 2004 bleef ik echter redelijk gestaag doorlopen, in 2005 was daar geen sprake van. Tot de 40 kilometer. De laatste twee kilometer waren in 2005 sneller dan in 2004.

Verloop marathon 2005: eindtijd 3:54:54



Verloop marathon 2004: eindtijd 3:54:25


Een lege wet een leeg bankje


De Eerste Kamer boog zich vandaag over de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi), een van de wetten (bij elkaar is het een pakket van zo’n tien wetten) die het Nieuwe Zorgstelsel mogelijk moet maken. In feite regelen al die wetten dat de overheid zich terugtrekt uit de gezondheidszorg en de verantwoordelijkheid voor beslissingen naar de spelers in de gezondheidszorg zelf toebrengt. Dat zijn dan niet de artsen, en ook niet echt de cliënten/patiënten, maar de grote institutionele jongens: de verzekeraars en zorgaanbieders. Die moeten - letterlijk - de dienst verder gaan uitmaken, en de overheid zit op het vinkentouw om de publieke belangen te waarborgen, zoals dat tegenwoordig heet.
De WTZi bepaalt welke zorgaanbieders worden toegelaten en moet het mogelijk maken dat zorgaanbieders op termijn zelf beslissingen kunnen nemen over investeringen met betrekking tot de bouw van voorzieningen. Iets waarvoor nu in Utrecht nog een apart Bouwcollege is opgetrokken, waar iedereen in de gezondheidszorg de pest aan heeft.
De WTZi gaat dus ook over vragen als of een zorgaanbieder winst mag uitkeren aan derden (aandeelhouders bijvoorbeeld) of over de spreiding van voorzieningen over het land (de kleine streekziekenhuizen bijvoorbeeld) of over hoe de kapitaalslasten in de tarieven worden versleuteld. Dat maakt deze wet tot een belangrijke wet, ware het niet dat het in feite een proceswet is, een raamwet die door allerlei afzonderlijke besluiten later ingevuld gaat worden. Het is nu een lege wet.
Zo is eigenlijk de hele besluitvorming over de nieuwe zorg georganiseerd. Elke keer als je denkt: nu wordt er een relevant besluit genomen, dan is het eigenlijk een aanloop tot het echte besluit. Zo is het parlement in een fuik gezwommen, die handig door de strateeg Hoogervorst is geregisseerd. Want elke keer lopen we naar een toekomstig besluit toe, om nu 1 januari 2006 definitief te moeten constateren dat er geen enkele weg terug is.
Bijvoorbeeld. Nu wordt het werken met winstoogmerk door zorgaanbieders nog niet toegestaan, en dit kabinet meldt dat daar een apart kabinetsbesluit over genomen wordt, maar ondertussen meldt Hoogervorst wel dat besluit wat hem betreft zeker genomen wordt en maakt hij zodoende de geesten er volop voor rijp. Iedereen gaat zich er dan op voorbereiden, zodat als de kabinetsbeslissing later aan het parlement wordt voorgelegd het argument zal zijn dat iedereen er al klaar voor is. Elke principieel debat wordt zo listig ontlopen. Het enige wat nog roet in het eten kan gooien is een ander kabinet van andere signatuur.
Enfin, ik was het na de eerste termijn van de minister zo zat, dat ik mij pontificaal heb afgemeld voor de tweede termijn en mijn collega’s heb opgeroepen om hetzelfde te doen. Over lege wetten valt immers weinig te zeggen. En oproep waar overigens geen gehoor aan werd gegeven. En terwijl ik mij spoedde naar de vergadering van de commissie die de kandidatenlijst voorbereid van het stadsdeel Zeeburg, putten mijn collega’s zich in de avonduren nog een paar uur uit in een nietszeggende tweede termijn en luisterden zij naar een verder nietstoevoegende minister. Mijn bankje was leeg, en mijn SP-collega Tineke Slagter nam mijn honeurs waar bij de stemming. Zij stemde mede names de fractie van GroenLinks tegen.

Mijn bijdrage kunt u ovigens nalezen op de pagina eerste kamer op deze site. Scrol naar VWS en klik op de tekst: 2005-10 VWS - Wet Toelating Zorginstellingen - plenair.doc.
Jaarboek 2005 TSS

Terwijl ik in de Kamer mijn plichten nakwam en een niet-geslaagde poging deed om het minister Hoogervorst moeilijk te maken, werd in De Balie in Amsterdam het Jaarboek 2005 van het Tijdschrift voor de Sociale Sector gepresenteerd. Daar had ik graag bij willen zijn, want ik heb in het Jaarboek een stuk geschreven over keuzenvrijheid en de lokale zorg- en welzijnspraktijk.
Het Jaarboek gaat – zoals de ondertitel aangeeft - over tevredenheid en de grenzen van keuzevrijheid. Iedere politicus, van links tot rechts, is tegenwoordig voor meer vrijheid. Nederlanders zijn volgens hen onterecht tevreden over de beperkte opties die ze hebben. Maar de mensen vinden er het hunne van - kijk naar de energiemarkt, of de gezondheidszorg. Als vrijheid betekent dat ze de hele dag allerlei ingewikkelde keuzes moeten maken hoeft het voor het gros van de bevolking niet. Dat is erg, want zo wordt het ideaal van keuzevrijheid verkwanseld.
In het Jaarboek brengen verschillende wetenschappers en publicisten het concrete verlangen naar keuzevrijheid in kaart. Zonder naar één dode filosoof te verwijzen worden de delen van het leven geschetst waar Nederlanders wel en waar ze geen baat hebben bij meer vrijheid. Keuzevrijheid blijkt wel degelijk een zinvol ideaal, echter niet om mensen te dwingen als consument op te treden maar wel als het gaat om grip te krijgen op het eigen leven. Liever dan de vrijheid om een gasleverancier te kiezen willen ze de vrijheid om zelf te bepalen wanneer ze voor hun familie zorgen.

Vrijheid Verplicht. Over tevredenheid en de grenzen van keuzevrijheid. Menno Hurenkamp en Monique Kremer (red.) TSS Jaarboek 2005. Van Gennep, Amsterdam.
Meer informatie over het Jaarboek, alsmede de mogelijkheid om het digitaal te bestellen op: www.vrijheidverplicht.nl.
Marathon van Amsterdam volbracht
Alles wees erop dat ik bezig was een persoonlijk wereldrecord te lopen tijdens de marathon van Amsterdam. We, ons clubje Team-10’ers dat de marathon ergens tussen de drie-en-een-half-uur en vier uur moet kunnen volbrengen, waren in het stralende weer om even over elf uur voortvarend uit de startblokken van het Olympisch Stadion geschoten. Het plan was om op een schema van 5.30 minuten per kilometer te lopen, maar alras zaten we daar al flink onder en regen we de kilometers aaneen ergens tussen de 5.10 en 5.20 minuten.
Dat ging goed, dat ging geweldig. Na de halve marathon (1 uur en 52 minuten) lag ik al zo’n drie minuten voor op het schema van vorig jaar, dat uiteindelijk uitmondde in een tijd van 3 uur, 54 minuten en 25 seconden. En het bleef goed gaan. Zo goed dat ik mij losmaakte van mijn metgezellen en alleen op avontuur ging. De kilometers gingen nu nog sneller, zo rond de vijf minuten. Geweldig weer, enthousiast publiek, alles wees dus op een persoonlijk wereldrecord.
Maar na dertig kilometer begon de motor te haperen. Ineens wilden de benen niet meer in het zelfde tempo bewegen. Langzaam zakte er pap naar beneden, richting kuiten. Vermoedelijk is dat het verschijnsel dat de deskundigen als verzuring hebben benoemd. Het is in ieder geval klote. Want ineens begon alles pijn te doen, en drong zich de behoefte op om gewoon te gaan lopen. En dan moet je nog zo’n tien kilometer verder.
Wat tot dan een feest was, veranderde in een paar kilometer in een drama. Alles ging pijn doen. Het tempo zakte terug tot eerst zes minuten per kilometer, dan zeven minuten, ja zelfs acht minuten. Op de Stadhouderskade – op zo’n zeven kilometer van de finish - gaf ik voor het eerst toe aan de behoefte om te gaan lopen. Dat luchtte geweldig op, maar de motor daarna opnieuw op gang brengen was zo nodig nog pijnlijker. Zo slofte ik het Vondelpark door, daarbij bijgestaan door Hetty en Thomas die meefietsten en mij eten en drank aanreikten. Het was een ware martelgang, en mijn opgebouwde tijdwinst ten opzichte van het schema van vorig jaar smolt als sneeuw van de zon.
Antoinette en Anne, twee clubgenoten waar ik de eerste twee uur samen mee had gelopen hadden me inmiddels allang ingehaald. Ik probeerde nog even bij Antoinette aan te haken, maar moest haar al na een paar honderd meter laten gaan. Bij Anne heb ik het niet eens meer geprobeerd. Dan kom ik ineens Erik tegen. een Team-10’er, die doorgaans veel sneller is dan ik en die zelfs vertrokken was op een schema van onder de drie-en-een-half- uur. Hij was er nog erger aan toe dan ik. Hij zat er al na zo’n 25 kilometer helemaal doorheen.
Inmiddels tikte de tijd meedogenloos door. Mijn persoonlijk wereldrecord kon ik wel vergeten, dat was duidelijk. Maar toen ik bij veertig kilometer op mijn klok keek, dacht ik: laat ik nu op zijn minst proberen om onder de vier uur te eindigen. Op de Amstelveenseweg, met nog zo’n twee kilometer te gaan, heb ik rustig een bekertje sportdrank gedronken, heel hard godverdomme gezegd en ben toen gewoon gaan lopen zoals ik altijd loop tijdens een training. En verdomd, het ging. Het deed wel pijn, maar warempel ik haalde ineens weer mensen in. De motor begon weer te lopen. Ik zag het bordje met 41 kilometer langs me heen schieten en dacht: ik zet toch nog even aan. Ineens begreep ik niet meer waarom ik in het Vondelpark niet vooruit te branden was, want het asfalt schoot nu onder mijn voeten door. Daar naderde al het Olympisch Stadion, een bocht naar rechts, nog een bocht naar rechts, en nog een en daar liep ik al op de atletiekbaan: ik zette nog even aan en snelde de laatste driehonderd meter nog even tientallen medelopers voorbij.Daar was de finish, en de tijd: 3 uur, 54 minuten en 54 seconden. Slechts 29 seconden langzamer dan vorig jaar. Ongelooflijk. En helemaal onbegrijpelijk: ik was niet een zo moe. Links en rechts lagen mensen op de grond na te kreunen. Ik had totaal niet het gevoel kapot te zijn. Ik voelde me eigenlijk wel goed, opgelucht. Het enige waar ik een beetje van baalde was dat ik niet wat eerder heel hard gevloekt had, want dan had ik toch nog dat persoonlijk wereldrecord gelopen. Maar het volbrengen is bij de matathon al een genoegen op zich. Na afloop dan.
Organisatie van de hoop (2)

De afgelopen tien dagen trok ik in New York veel op met het PvdA- Tweedekamerlid Luuk Blom. Hij schreef voor zijn thuiskrant, de Zeeuwse Provinciale Courant, onderstaand verslag, dat zaterdag 15 oktober in de krant verscheen. Informatief genoeg om het hier ook voor de rest van Nederland ter ebeschikking te stellen.

Terwijl op een derde van de vorige eeuw de Volkenbond ter grave werd gedragen liepen ergens op een wei met jeugdbewegingtenten twee tieners elkaar tegen het lijf. De een , een jongeman uit Utrecht en de ander, een jongedame uit Groningen wisselden gedachten en idealen uit , keken elkaar in de ogen en werden verliefd. Na jaren letterlijk heen en weer fietsen vestigt het stel zich in Utrecht, het is 1939. Een jaar later breekt de oorlog uit en er vangt een periode van angst , woede , ongeloof , verslagenheid en onderduiken aan. Na de bevrijding in 45 en wat later in de wederopbouw gaan beiden zich via vrijwilligerswerk in jeugdbeweging en sport zich inzetten voor een wereld waarin gebeurtenissen zoals in de oorlog niet meer mogen voorkomen. Ook in de politiek worden stappen genomen om te voorkomen dat er ooit nog zoiets zal gebeuren als de genoemde oorlog en daarvoor wordt de Verenigde Naties opgericht. De idee is dat als je volkeren in verenigdheid met elkaar laat communiceren je oorlogen , armoede en ongelijkheid kan uitbannen. Een mooi idee.
Het is oktober 2005. De zoon van het genoemde stel gaat als Tweede Kamerlid twee weken naar New York om de Verenigde Vergadering van de VN bij te wonen en eens te kijken hoe het 60 jaar na dato met de idealen van destijds is gesteld.
Als ik de kranten en televisiejournaals van de afgelopen decennia mijn herinnering laat passeren moet ik constateren dat de wereld nog volop bezig is met het voeren van oorlog. Dat er nog steeds landen zijn waar volkeren worden onderdrukt. Dat er onder 90% van de wereldbevolking nog immense armoede heerst en honger is. Dat nog lang niet ieder kind onderwijs krijgt waar het recht op heeft en over emancipatie zullen we het helemaal maar niet hebben. Ook dienen zich bij voortduring nieuwe wereldproblemen aan denk maar aan alles wat met terreurdreiging en klimaatproblemen te maken heeft. Aan die dingen loop je te denken als je je begeeft in het indrukwekkende hoofdkwartier van de VN aan de East River in New York.
38 verdiepingen groen glas vol met internationale ambtenaren die zich op inspannen voor een betere wereld. Grote statige vergaderzalen waar de afgevaardigden uit 191 landen zich van resolutie naar resolutie werken. Want resoluties daar gaat het in New York om.Resoluties die altijd de kern hebben dat ze zo weinig zeggen, tenminste als je het bekijkt vanuit de ogen van een volksvertegenwoordiger zoals ik.De oorzaak van die weinigzeggendheid zit hem erin dat de politieke vergaderingen altijd volgens het consensusmodel werken, wat wil zeggen dat ieder land zich in de tekst moet herkennen.Dat maakt de VN tot een trage en weinig concrete organisatie.
Maar helaas is er geen andere keuze , bij meerderheid beslissen is vanwege de soevereiniteit van de landen geen optie. Dat maakt wel dat er op zich tijdens de vergaderingen weinig of geen debat is. Onderhandelingen over resolutieteksten vinden dan ook in de wandelgangen plaats of in kamertjes die in ieder geval de weken dat ik er was aan mijn gezichtsveld waren ontrokken.
Dat onderhandelen is ook de taak van de Nederlandse permanente vertegenwoordiging. Een delegatie van een kleine dertig opvallend jonge diplomaten die gehuisvest zijn in een kantoor op een steenworp afstand van het VN hoofdkwartier. In de gesprekken die ik had met de staf van die delegatie werd mij duidelijk dat ik hier te maken had met gedreven mensen die nog immer de uitgangspunten van de VN voor ogen hebben. Nederland, hoe klein ook speelt een belangrijke rol in het onderhandelingsproces. Het ligt blijkbaar in onze landsaard om oplossingsgericht te denken en die kwaliteit wordt door andere landen dan ook gezien en gewaardeerd. De VN is georganiseerd rond een zevental commissies waarin onderwerpsgewijs de meest uiteenlopende zaken aan de orde komen. Meest in het oog lopende zaken die op dit moment spelen zijn naast zaken van internationale veiligheid, die in de separate Veiligheidsraad de hoofdmoot vormen, zaken als onderwijsprogramma s. mensenrechtensituaties , handelsbelemmeringen , vrouwenrechten en niet te vergeten allerlei discussies die te maken hebben met de hervormingen binnen de VN. Want niet alleen mij als een betrekkelijke leek is de traagheid binnen de organisatie opgevallen , maar ook de leiding van de VN is gemotiveerd stappen te ondernemen om effectiever te werken.
Een mooi voorbeeld , of misschien een wrang voorbeeld, is de discussie over het terugdringen van kernwapens in de wereld. Ruim acht jaar geleden is er een permanente commissie in het leven geroepen , die dan wel weer in Geneve is gevestigd, om landen te bewegen hun kernwapenarsenaal drastisch naar beneden bij te stellen. Doordat ook daar wordt gewerkt volgens het consensusmodel zijn de onderhandelaars al acht jaar aan het kissebissen over de vast te stellen agenda. Denk je eens in , acht jaar bezig en nog niet eens weten waar je het over wil hebben. Dat schiet dus niet op.
Dat vonden een aantal landen , waaronder Zweden en Mexico dus ook , en hebben een plan bedacht om de discussie terug te halen naar New York en bij meerderheid tot besluiten te komen.
In VN kringen een revolutionair standpunt wat zowel voor als tegenstanders kent. De voorstanders hebben het wel gehad met het uitblijven van resultaten terwijl de tegenstanders bang zijn dat het doorbreken van het consensusmodel er wel eens tot zou kunnen leiden dat die hele permanente commissie de prullenbak in verdwijnt.Opvallend toeval was dat tijdens mijn bezoek collega Bert Koenders in Den Haag het kabinet naar haar standpunt vroeg. Want ook Nederland moet binnenkort over dat plan stemmen. Advies van mijn kant is dat we uiteraard voor het plan zouden moeten stemmen. Binnenkort zullen we vernemen wat Bot ervan vindt.
Ander punt van aandacht waren de problemen die zich afspelen rond de VN vredesmissies.Op dit moment zijn er in de wereld een vijftiental aan de gang. De grootste spelen zich in Congo en Soedan af. 20.000 VN militairen in een gebied zo groot als West-Europa en zonder noemenswaardige infrastructuur. Op kantoor bij leiding van die missies bleek dat Europese landen vrijwel afwezig zijn in genoemde landen. De missies worden voornamelijk ingevuld met militairen uit Pakistan, India en Bangladesh. Dat die landen aanwezig zijn heeft alles te maken met de in onze ogen lage. maar in hun ogen hoge , vergoedingen die door de VN worden verstrekt. Het kan toch niet zo zijn dat inkomen de motivatie is om in landen in nood vrede en veiligheid te brengen. Hoog tijd dus voor Nederland om aan die ongelijkheid een einde te maken en dus vaker de blik naar het zuiden te richten om ook daar een actievere rol te gaan spelen.
Een van de meest belangrijke taken die de VN uitoefent wordt in de praktijk gebracht door de hulporganisatie zoals Unicef en Unhcr (vluchtelingen), structurele en noodhulp in haar zuiverste vorm.Ook daar spelen onze vertegenwoordigers een belangrijke rol , niet in het minst doordat Nederland een van de grotere donoren is. Het delen van welvaart is voor mij een groot goed en ben daarom trots dat ons land daar een voorloper in is. Kunnen andere landen een voorbeeld aan nemen. Maar genoeg is het natuurlijk nooit gezien het grote leed in armere gebieden in de wereld. Als je met mensen uit de praktijk daarover praat besef je dat internationale solidariteit de basis is voor een betere wereld.
De organisatie van de hoop dus, overigens niet een term van mij maar van mijn reisgenoot Jos van der Lans, eerste kamerlid van GroenLinks, maar het moet van mij niet alleen bij hoop blijven. Het wordt na 60 jaar eens tijd om door te pakken , de wereld vrediger en rechtvaardiger te maken. Daar was het immers allemaal om begonnen Ik zal daar in Den Haag mijn blijvende stinkende best voor doen.

Luuk Blom Tweede Kamerlid PvdA
De stille echo van de dood
Het eerste dat Amerikanen vertellen over de John the Divine Church (Johannes de Doper-kerk) is dat deze groter is dan de Notre Dame. En dat zal zeker waar zijn. De kerk staat aan Amsterdam Avenue (verlengde van de Achtste Avenue) in het noordwesten van Manhattan, zeg maar vlak te noorden van het Central Park. Het is aan de buitenkant een indrukwekkende barokke, gotische kerk, die merkwaardigerwijs aan de achterkant helemaal niet meer die indruk achterlaat. Ook typisch Amerikaans: de gevel is belangrijker dan de achterkant.
Maar goed, het bestaan van deze kerk was voor mij onopgemerkt gebleven ware het niet dat er deze week een tentoonstelling te zien is met als titel: EYES WIDE OPEN – Beyond fear – towards hope. Het is een tentoonstelling over ‘the human costs of the Iraq war’. Het is eigenlijk het enige dat ik hier in New York van de oorlog in Irak heb gemerkt, behalve dan de dagelijkse berichtgeving over de aanslagen in het land. Berichten die ook hier naar de marge van de krant zijn verdreven. Het heeft iets – en dat klinkt macaber - van een weerbericht; dat herhaalt zich ook elke dag.
De tentoonstelling had ook een politiek kunstproject kunnen zijn, maar is georganiseerd door een soort Amerikaanse vredesbeweging, gelieerd aan de Qaukers. In de gigantische kerk zijn voor elke Amerikaanse militair die is gesneuveld een paar soldatenschoenen neergezet, met daaraan een kaartje met naam en leeftijd van de gevallene. Zo staan er 1694 paren, en elke dag worden er weer een paar bijgezet. Rijen achter elkaar. De tentoonstelling reist door Amerika, en stelt zo de familie van de slachtoffers in staat om met de schoenen van hun zoon (of dochter) iets te doen, er iets in te stoppen. En zo vullen de schoenen zich met foto’s, Amerikaanse vlaggetjes, foto’s. En dat dus rijen achter elkaar. Een eindeloze vlakte schoenen (niet de echte overigens, de organisatie heeft een oude voorraad aangekocht).
Maar het gaat niet alleen om militairen, in een eindeloze rij staan er omheen schoenen van Iraakse slachtoffers, hun aantal is niet compleet, bij lange na niet, want het is een veelvoud van de Amerikaanse doden, maar hun schoenen maken het gevoel van zinsloosheid compleet. Het is doodstil in de kerk, maar als in al die schoenen mensen stonden zou het een gezellige boel zijn geweest. Nu klinkt in deze kerk alleen de stille en zinloze echo van de dood.
Zie voor meer informatie over de tentoonstelling Eyes wide open
De New York City verleiding
Mochten er mensen zijn die na de onderstaande uitwijdingen de indruk hebben dat ik dag en nacht ben ondergedompeld in het VN gebeuren dan moet ik ze teleurstellen. Zo fanatiek ben ik nu niet en dat is een reden temeer om niet gemakzuchtig te oordelen over de VN. De New Yorkse verleiding valt niet te weerstaan, hoewel deze grotendeels toe heeft geslagen in het weekeinde en de avonduren. Maar het was de moeite waard. Vorige week bezocht ik het toneelstuk Doubt, het beste toneelstuk van dit jaar volgens alle aankondigingen, maar ik heb ze wel eens beter gezien in New York. Het was een beetje een mager stuk, terwijl ik bovendien naast een dikke dame zat die niet in een stoel paste en daardoor noodgedwongen de helft van mijn stoel er bij had genomen, met als gevolg dat ik mij meer bezighield met de vleesmassa naast me dan met het stuk. Maar goed, dat soort dingen kunnen hier gebeuren, hoewel als je voor $75,- een kaartje hebt bemachtigd, het toch een beetje lullig is als de helft van je plaats wordt opgegeten door zo’n vleesboom. Verder ben ik in het weekend op bezoek geweest bij de New Yorkse Open Monumentendag (zie: www.ohny.org. Een stuk of toen gebouwen bezocht (met rondleiding) die speciaal deze dagen waren geopend. Dat vind ik in Nederland altijd al leuk, maar hier is dat helemaal geweldig.
Een hoogtepunt was de Harlem Gospel Toer, waar ik zondagochtend aan heb deelgenomen. Zie: www.harlemspirituals.com. Ik had daar een stukje over gelezen in Het Parool, geschreven door Amerika-specialist Willem Post (bekend van radio en tv). En het rare was dat dezelfde Willem Post met een stuk of zes andere Nederlanders nu ook weer met deze tocht meewaren. De toer komt er op neer dat je door Harlem heen wordt geleid (en op de heenweg door de West Side). Dat is al interessant genoeg, maar halverwege de toer kom je bij een kerk uit end aar maak je een uur de echte gospels mee. Dat swingende, opzwepende en tot echte devotie leidende gezang, waar de hele kerk aan meedoet. Ik zat op het balkon, en het was fascinerend om te zien. Dit zijn geloofsgemeenschappen zoals wij die niet kennen en vermoedelijk ook nooit gekend hebben. Het idee dat godsdienst iets is van de middeleeuwen en in de moderne tijden op stervan na dood is, ben je in zo’n kerk meteen kwijt. Dit is geen oude gemeenschapsvorming, dit is – in de big, big world – nieuwe gemeenschapsvorming. Sterker en krachtiger dan al die voorafgaande vormen. Iedereen die New York aandoet, moet dat gaan zien.
Zondagavond en maandagavond hebben Luuk Blom en ik de Yankees in de baseball playoffs eerst zien winnen en maandag uiteindelijk definitief zien verliezen. Op een groot scherm zie je alle mogelijke details van het honkballen. Een sport die maar door lijkt te suffen, maar dan plotseling tot een felle uitbarsting komt, waarbij een heel stadion uit zijn dak gaat. Maar goed wij voleden ons echte New Okers en waren hartgrondig voor de Yankees, maar desondanks hebben deze verloren van de Angels (uit Los Angeles) en is New York in rouw. We moeten weer een jaar wachten.
En dan vanavond zag ik in Brooklyn het Nationale ballet van China in de voorstelling Raise of the red lantern. Dat is toch een film zult u zeggen en dat klopt, het is een heel beroemde Chinese film uit de begin jaren negentig. Maar de regisseur heeft het initiatief genomen om er een balletvoorstelling van te maken. Ik had de film gezien, dus leek het me erg leuk om de balletvoorstelling te zien. Kaartje besteld via internet, en hups daar zat ik vandaag naar een prachtige voorstelling te kijken. Ik heb op zichzelf niet zo heel veel met ballet, omdat ik het verhaal er meestal niet in kan ontdekken. Maar nu ik het verhaal wist, zag ik de geweldige schoonheid van choreografie. Prachtige beelden. Het was geweldig om te zien, en het gezelschap uit China kreeg in Brooklyn een staande ovatie van de zaal, die overigens voor meer dan de helft uit Chinezen bestond. Zie: www.bam.org.
O ja, en dan heb ik inmiddels drie keer door het Central Park gerend. Dat is de droom van iedere hardloper: je voegen in het leger runners door het Central Park. In het kader van mijn voorbereiding voor de marathon van Amsterdam (aanstaande zondag) heb ik mij dus met genoegen aan deze droom overlegeleverd. Het viel een beetje tegen, want er lopen – dat was ik helemaa vergeten – gewoon een aantal asfaltwegen door het park waar autoverkeer overheen raast. De looproute van de meeste New Yorkers is over deze affaltroutes en het duurt even voordat je ontdekt heb dat je het grijze gravelpad moet volgen. Dat is autovrij en prachtig, maar daar loopt nauwelijks een Amerikaan op. Het blijft een vreemd volk. Een rondje Central Park is overigens zo’n tien kilometer. Je loopt het park helemaal rond in een klein uurtje, terwijl de wolkenkrabbers je in de verte tegemoet lachen.
Harlem Renaissance
Het regende vandaag zo hard in New York, dat er metrostations zijn ondergelopen. Met bakken viel het de hele dag uit de hemel, en dat maakt de Big Apple er niet aantrekkelijker op. De Avenues veranderen in rivieren en je moet op de stoep uitkijken of je niet met een golf van water wordt weggespoeld.
Kortom, er waren betere dagen denkbaar om een bezoek te brengen aan de Upper Manhattan Empowerment Zone, een van de organisaties in Harlem die sinds 1997 tot taak heeft om economische initiatieven te stimuleren om daarmee Harlem er weer bovenop te helpen. Iets wat overigens aardig lukt, want er wordt hier volop gesproken van een Harlem Renaissance, wat refereert aan de bloeiperiode die dit deel van Manhattan in de jaren twintig kende. Toen was Harlem het centrum van de Afro-Ameikaanse cultuur (en een van de bakermatten van de jazz) en het idee is dat Harlem die plaats opnieuw gaat veroveren..
Dat lukt aardig. Harlem is booming. Er vestigen zich winkels, banken, de criminaliteit is verdreven, er is sprake van een forse opwaardering van het vastgoed, en de projectontwikkelaars zien er weer brood in. Zelfs Bill Clinton vestigde vorig jaar zijn kantoor in de 125e street in Harlem. Dat zegt genoeg.
In dat proces speelt de Upper Manhattan Empowerment Zone (UMEZ) een eigen rol. Vandaag sprak ik daarover uitvoerig met Fernando Fernadez (prachtige naam) in het hoofdkantoor van deze organisatie. Eigenlijk is het een project van de Democraten, die halverwege de jaren negentig besloten om een tegenoffensief te starten in depressed communities. De democratische burgemeester, de democratische gouverneur en de democratische senator wisten tezamen met de democratische president 300 miljoen dollar te ronselen voor een project dat economische initiatieven moest stimuleren door middel van subsidie, goedkope leningen en belastingvoordelen. Voorwaarde was wel dat de bedrijven zich in een van de vijf Upper Manhattan districten vestigden en mensen uit deze buurt in dienst namen. Er was geld voor grote projecten, maar ook geld voor kleine initiatieven als een restaurant, een kapper, een dating service, een hondenoppascentrale, noem maar op. Inmiddels zijn er zo’n vijftig bedrijven op de rails gezet, waarvan een paar heel succesvol.
UMEZ begeleidt van het idee tot de realisatie, van de scholing tot de uitvoering. De initiatiefnemers moeten uiteindelijk hun project presenteren aan een communityboard waarin ondernemers en notabelen uit de buurten zitten die precies weten hoe de hazen in Harlem lopen. Dat gaat om bankiers, advocaten, politici, allemaal mensen die hun sporen verdiend hebben. Als die overtuigd worden door het voorstel gaat het licht op groen.
Fernandez brengt ons naar een bibliotheek met bedrijfsplannen, planken vol met keurig geprinte analysen over de kansen van een nieuw bedrijf, de aanschafkosten, de omzetverwachtingen, de marktprognoses. Het ziet er allemaal uit alsof het uit de printer van Berenschot gerold is. Het is een schat aan kennis waar nieuwe bedrijven weer gebruik van kunnen maken.
Als Fernandez erover vertelt begin je iets van de Harlem Renaissance te begrijpen. Hier wordt gericht en met gezamenlijke inspanning de weg vrij gemaakt voor ontwikkeling en vooruitgang. Want niet alleen UMEZ werkt daaraan, ook de politie is een oorlog tegen de criminaliteit begonnen, er is een volkshuisvestingsbeleid, waarin buurten worden opgeknapt en er is een economisch ontwikkelingsbeleid. En dan raken de vastgoedondernemers vanzelf ook geïnteresseerd. Dat is precies wat er met Harlem is gebeurd. Het kapitaal van de stad, het elan van de stedelijke ontwikkeling heeft een nieuwe plek aangeboden om rendement te gaan maken en als het vertrouwen er eenmaal is begint alles als een magneet te werken. Het is het klassieke idee van als er een paar schapen over de dam zijn volgen er meer. Alleen moet er wel een instantie zijn die de eerste schapen de dam op jaagt. Dat hadden de Democraten dus goed gezien, en het mogen tekenend zijn voor het intelligentieniveau van de Republikeinen dat ze niks van dit soort projecten willen weten. Het is dat ze het niet terug konden draaien, anders hadden ze het gedaan.
Zie voor meer informatie over de Upper Manhattan Empowerment Zone: www.umez.org.
Nogmaals: het belang van de VN
Het grappige van dit weblog is niet zozeer dat het maandelijks door ongeveer zo’n 750 ‘unieke personen’ (in termen van de provider) gelezen wordt, maar dat het vaak ook gelezen wordt door de mensen waar je over schrijft. Zo merkte ik vandaag dat de mensen op de missie mijn weblog ontdekt hadden, want bij een door de PV (de permanente vertegenwoordiger) aan de delegatie aangeboden lunch begon hij uitgebreid het beeld te corrigeren dat de VN een praatclub is. Een beeld dat wellicht ten onrechte bij een enkel delegatielid was ontstaan. En toen hij ook nog sprak over de organisatie van de hoop, wist ik dat mijn weblog de bron was van zijn zorg. En dan vooral de tekst die ik op 9 oktober heb geplaatst.
En natuurlijk heeft Frank Majoor gelijk. Wij hebben hier aan de buitenkant van de VN geproefd, wat zich in de ‘achterkamers’ afspeelt is belangrijker en nuttiger. Dat is de keuken waar stukje voor beetje gepusht en gedrukt wordt om beweging de goede kant op te krijgen. Dat is relevant werk, of het nu gaat over de beteugeling van de kleine wapens of het misbruik van vrouwen. De sporen die hier worden uitgezet, trekken de wereld door. Dat zijn – in alle bescheidenheid – bakens voor verandering. Als het hier niet gebeurt, waar dan wel?
Bovendien – ook een sterk punt – is de VN niet alleen het hoofdkwartier in New York. De WHO, de FAO, de UNCTAD, de UN vluchtelingenorganisatie, en zo zijn er nog veel meer loten aan de VN-boom die eigenlijk onweersproken zijn qua betekenis en dagelijks goed werk verrichten. Het is wel heel gemakkelijk om die in het oordeel over de VN buiten beschouwing te laten. Je moet ook je zegeningen tellen. Kortom, de mensen van de Nederlandse missie wilde ons niet met al te negatieve ideeën naar huis sturen. En gelijk hebben ze, gemakzucht is de vader van domme gedachten.

Maar ja, de Irak-tragedie, de al jaren in een impasse verkerende onderhandelingen over ontwapening en proliferatie (die de VS gewoon hebben afgeschreven), de afwezigheid van de economische aangelegenheden als een VN-werkterrein blijven toch een schaduw over de VN heen werpen. Als het er echt op aan komt, als echt machtposities in het geding zijn gaan de grote jongens hun eigen gang en mogen de Verenigde Naties later het puin ruimen. Het is een beetje zoals met die beroemde voetbalwedstrijd met Duitsland: op het einde beslissen de Verenigde Staten. Dat is een tragiek die van de VN per definitie een ambigu orgaan maakt. Als wereldtoneel is het onmisbaar, maar als machtsfactor loopt het achter de feiten aan.
Dat kan eigenlijk alleen veranderen als alle wereldburgers mee zouden mogen doen met de verkiezingen van de Amerikaanse president. Want wat ik hier in die week wel heb opgestoken is dat de Bush-administratie een onwaarschijnlijke (negatieve) stempel drukt op de Verenigde Naties. Het verschil is dat de Amerikanen altijd een actieve speler waren op dat wereldtoneel, ze praten volop en waren in het spel betrokken. Ze maakten zich boos, ze blokkeerden van alles, maar ze namen deel. Daar heeft Bush een kentering in aan gebracht: de trend is nu om de VN te negeren. Het laat hen onverschillig, ze regelen het zelf wel, dat gaat sneller en is zonder gezeik. Dat is dus een bewuste politieke wendiging, een major shift. Daar maken zelfs de meest doorgewinterde diplomaten die over het algemeen over een ongebreideld optimisme beschikken zich ernstig zorgen over. Ze kijken nu al uit naar een nieuwe president, en zolang moet er maar geprobeerd worden de schade te minimaliseren en de Amerikanen op een slimme manier toch maar steeds bij de VN-les te houden. Misschien dat de landen van de Europese Unie, toch het meest georganiseerde en de VN welgezinde landenblok, daar eens een slimme strategie voor kunnen verzinnen. Dat is een beetje de stille hoop die hier leeft.

Enfin, zo werd het een uiterst aangename (en smakelijke) lunch, waar de hele wereldkaart van problemen, onmogelijkheden en wenselijkheden de revue passeerde. Eigenlijk was dat misschien nog wel het sterkste argument van Frank Majoor: de VN heeft in het denken over ontwikkeling een cruciale rol gespeeld. Nieuwe concepten en gedachten komen vrijwel zonder uitzondering uit de overleggen en achterkamertjes van de VN hier in New York voort. Dit is niet alleen een vergaderclub, maar ook een strategisch en conceptueel denklaboratorium. Een soort mondiale Tom Poes, voortdurend bezig om een list te verzinnen. Dat is een waarde op zich. Jammer is alleen dat Bush zo weinig weg heeft van Heer Bommel.

Op bezoek in Harlem
Mijn verblijf in New York zit er bijna op. Morgen, woensdag, nog een dag, waarbij ik op bezoek ga bij de Upper Manhattan Empowerment Zone (zie www.umez.org, een organisatie die tot taak heeft om ‘distressed communities’ te revitaliseren. Dat bezoek heeft het Nederlandse consulaat op mijn verzoek georganiseerd, omdat ik – nu ik toch hier ben - wel eens wil horen hoe het kan dat Harlem er de afgelopen tien jaar bovenop geholpen is. Ik ben er afgelopen zondag geweest, en het is wonderbaarlijk hoe zo’n stadsdeel, waarvan vijftien jaar geleden gezegd werd dat je daar al toerist beter niet verzeild kon raken, weer een aantrekkelijk wijk is geworden. Dat verhaal hoop ik morgen te horen.

Vier dagen op bezoek bij de VN
Vier dagen ben ik nu – via de Nederlandse missie – bij de Verenigde Naties op bezoek. Ik zal me geen definitief oordeel aanmatigen, want ik heb alleen de buitenkant kunnen zien. Dat noopt tot enige bescheidenheid. Maar je hoeft niet een heel erg doorgewinterd waarnemer te zijn om te kunnen constateren dat de Verenigde Naties in hun eigen geschiedenis vastlopen. Er is een structuur gekozen van vergaderen, resoluties indienen, onderhandelen, vaststellen die het gevaar in zich draagt dat alles zich opstapelt. Resolutie op resolutie, vergadering op vergadering, afspraak op afspraak. Resoluties worden ook nooit als afgedaan beschouwd. Er zijn landen die resoluties hebben ingediend en uitonderhandeld die vervolgens eeuwig met zo’n peace of paper in de weer blijven. Zij zijn resolutie-eigenaar en blijven dat om hun reputatie hoog te houden ook al doet niemand er wat mee. In elke resolutie – het gaat om tientallen per jaar - wordt het secretariaat opgeroepen om dingen te ondernemen, maar niemand houdt bij of het secretariaat dat ook allemaal zou kunnen. Iedereen weet overigens het antwoord: nee. De vergaderingen, de officiële, zijn zich langzaam voltrekkende plichtplegingen. Wellicht noodzakelijk, maar in ieder geval nutteloos.
Dat moet dus veranderen. Dat is ook één van de hoofdambities van Kofi Anan, de charasmatische secretaris-generaal van de VN. Een beetje meer efficiency, een beetje meer sturing en management. Maar hij moet daarin uitermate voorzichtig zijn, want het wantrouwen ligt voor het oprapen. De roep om efficiency wordt door veel landen in de Derde Wereld onmiddellijk vertaald als een westerse coup om de macht naar zich toe te trekken. Dus moet er voorzichtig gemanoeuvreerd worden en dan dreigt de hervorming onmiddellijk dezelfde weg te gaan als alle onderwerpen: eindeloos gemillimeter op papier en weinig zichtbare resultaten.
Stelt de VN daarom niks voor? Nou nee. Ik ben donderdag bij een persconferentie geweest van het hoofd van de VN-vredesoperatie in Congo, momenteel de grootste VN-operatie die er loopt. Dat land is totaal ontregeld, overgeleverd aan hordes, een totale anarchie. Dat land kan alleen door de Verenigde Naties bij de hand genomen worden en op weg geholpen worden naar stabiliteit, naar ontwapening, naar repatrouillering van de vele honderdduizenden vluchtelingen, naar een burgerlijk bestuur, een rechtstaat. Daar is geen alternatief voor en dus doet de VN het, met te weinig mensen en immense problemen, maar het gebeurt. Je hoeft zo’n hoofd van zo’n missie maar vijf minuten te horen spreken of je bent overtuigd dat hier buitengewoon belangrijk werk wordt geleverd. Maar o wee, zelfs hier dringt het cynisme zich op. Want wat blijkt? De westerse landen zijn allang niet meer de toptroepenleverancier van de VN- vredesmachten die op vele tientallen plaatsen in de wereld actief zijn. De meeste troepen worden geleverd door landen als India en Pakistan. Waarom? Die jongens kunnen tijdens zo’n missie ongelooflijk veel verdienen. Ze worden er rijk van en daarom kijken ze niet zo op een lijk. Terwijl de westerse landen eigenlijk alleen nog maar willen komen als er min of meer garanties zijn dat er niemand sneuvelt. Het gevolg is dat de leiding van de operaties steeds vaker in handen is van westerse officieren, terwijl het kanonnenvoer, boots zeggen ze hier, wordt geleverd door landen als India, Pakistan, Zuid Afrika; de middenmoters van de wereldeconomie. Nu ja, je kunt ook zeggen dat het niks uitmaakt, als het maar gebeurt. Zo is het ook natuurlijk.
Internetten in mijn hotelkamer
Het is ongelooflijk, maar ik werk nu vanaf mijn hotelkamer. Ik vond een kabeltje in de lade onder mijn bureau en ik dacht, goh laat ik dat even in mijn netwerkkaart en in de muur steken. En warempel, hij doet het. Het kost me geloof ik wel $ 45,- per week, maar dat moet maar even. Alles heeft zijn prijs, zeker in New York, waar alles ongelooflijk duur is. Was het vroeger zo dat wat bij ons de gulden was hier de dollar was (dus alles twee keer zo duur), nu is alles wat bij ons 1 euro kost, hier twee keer zoveel, dus dat is al gauw drie a vier dollar. En dat loopt snel op. Ik heb voor een paar dagen ontbijtspullen en fruit ingeslagen (want anders moet ik voor een lullig ontbijtje in dit hotel $15,- betalen), en hopla...daar staat de kassa op $ 70, stil. Precies het bedrag dat Buitenlandse Zaken mij geeft ter bestrijding van de dagelijkse kosten. Veel te weinig, maar een kniesoor die daar op let. Je bent niet in New York om te zeuren. Bovendien, waar wordt tegenwoordig niet een eigen bijdrage gerekend. Hoe het ook zij, ik zit nu in mijn hotelkamer op internet. Modern times.
Een wereldorganisatie van de Hoop
De Verenigde Naties blijven na een dag rondneuzen niet gemakkelijk te begrijpen. Wat wij ervan zien is vooral veel vergaderfolklore. In het grote gebouw aan de oever van de Hudson-rivier lopen duizenden mensen rond met een pasje zoals ik dat inmiddels ook heb. Ze strijken neer in zalen, en luisteren naar ceremoniële monologen. Er worden programma’s geëvalueerd, er wordt gesleuteld aan resolutieteksten, maar je moet wel een bijzondere gave hebben (of een heel gerichte taak) om dat allemaal meteen te doorgronden. Luuk Blom (PvdA-Tweede-Kamerlid) en ik hebben dat duidelijk niet.
Vanochtend hadden we op de Missie, zoals het kantoor van onze VN-delegatie hier heet, wat dat betreft een aardige discussie. Op het programma stond een brieving door de zogenaamde Permanente Vertgenwoordiger, zeg maar de Nederlandse ambassadeur bij de VN, en zijn plaatsvervanger, de heren Frank Majoor en Arjan Hamburger over wat er allemaal de komende weken nog staat te gebeuren. Al snel ontstond er een discussie over de resultaten van de Top. Dat zijn de resultaten die toen alle regeringsleiders hier bij de opening van de VN-vergadering waren (half september) in een verklaring zijn vastgelegd. Dat gaat dan over de aanpak van de mensenrechten, peacebuilding, over de schuldenproblematiek, over de hervorming van de VN zelf. In Nederland overheerste de teleurstelling over deze afspraken: slappe hap, zo reageerden vrijwel alle politieke partijen in de TK.
Maar dat vindt de Nederlandse delegatie hier helemaal niet. Als je ziet dat het bijna mis ging en dat er toch beweging in zit en dat de landen van de Europese Unie zich nu verplicht hebben om op termijn echt 0,7% van het BNP aan ontwikkelingsgelden te besteden en nog zo wat van die dingen, dat ziet men dat hier toch echt als een vooruitgang.
Daar kun je ook anders tegenaan kijken. Want zij zijn , met alle respect, in de grote organisatie van de Hoop, die de VN uiteindelijk is, de officieren van de Hoop; zij moeten wel geloven dat het helpt, hoe kunnen ze anders zich elke dag met volle overgave in dit circuit storten? Dus zien ze overal en altijd vooruitgang en lichtpuntjes als ware het kleine stapjes van een logge olifant (want 191 landen).
De vraag of die politiek van de trage kleine stapjes de facto niet betekent dat we elke dag op meer achterstand komen, omdat de problemen sneller groeien dan dat we met kleine stapjes kunnen bijhouden, die vraag, is hier niet echt aan de orde. Blijdschap over wat er – desondanks – is bereikt is hier de insteek, teleurstelling over wat er niet is bereikt kan niet lang duren. We moeten verder.
De wereldorganisatie van de Hoop is toch vooral georganiseerde machteloosheid. Er wordt hier over van alles en nog wat vergaderd, maar vanmiddag constateerden we in een nieuwe brieving dat de handelsbeperkingen eigenlijk nergens binnen de VN aan de orde zijn, terwijl die wel allesbepalend zijn als het gaat over de vraag of ontwikkelingslanden mee mogen spelen in de nieuwe economische wereldorde. Daar moet voor elke oplossing wat aan gedaan over. Maar daar vergadert de VN niet over. Dat is het terrein van de Wereldbank, de WTO, de jongens van het harde geld. En die zitten niet in New York, maar in Washington. En daar waait gewoon een heel andere wind.
Met businessclass naar New York
Van 4 tot en met 13 oktober verblijf ik in New York, waar ik deel uitmaakt van de Nederlandse delegatie in de jaarlijkse vergadering van de Verenigde Naties. Deel uit maken is een groot woord, ik loop meer mee om te kijken hoe het gaat en zit op de achterbank bij allerhande onderhandelingen. In dit weblog probeer ik, zoals altijd, regelmatig verslag te doen. Hieronder de eerste aflevering.

Businessclass-reizen is moeilijker dan je denkt. Dat geldt vermoedelijk voor meer dingen waarvan je eigenlijk vindt dat ze niet voor jou zijn weggelegd. Als ze je dan plotseling toch overkom en, sta je te schutteren. Dan weet je niet wat je tegen de Koningin moet zeggen, dan sta je met je mond vol tanden bij die romanschrijver die je juist zo bewondert en dan kan je geen zinnige vraag bedenken als je die wondermooie actrice ineens de hand schudt.
Zo werkt het met mij in de businessclass. Elke keer als ik een vliegtuig instapte, dacht ik dat zou ik ook wel eens willen. En vandaag zat ik dan eindelijk in zo’n stoel met ongelooflijk veel beenruimte, met armleuningen waarin de meest technologische geheimen verborgen lagen, met stewardessen die je al weer een drankje aanboden voordat je het vorige op had. En met een toilettasje waarmee je zeker een maand vooruit kunt, mocht het toestel door ouderwetse kapers ergens in de woestijn belanden. Businessclass dus.
Alleen, bij mij werkt het niet. Als iedereen een beeldscherm uit zijn armleuning geschud heeft, zit ik nog hulpeloos op knopjes te drukken. Er gebeurt niets. Ik zie medereizigers met afstandsbedieningen in de weer, die bij mij vastgeklonken zit in de armleuning en met geen mogelijkheid los te krijgen is. En dan die stoel. Mijn buurman tovert er de prachtigste standen uit te voorschijn, voeten een beetje omhoog, rug naar achter, hoofd een beetje recht. Ideaal. Alleen bij mij gaat alles de verkeerde kant op.
Elke druk op de knop werkt averechts, elk geruk aan een armleuning levert een gevaarlijk gekraak op. Ik schaam me dood. Ik val hopeloos door de mand als businessclass-reiziger. Iedereen zit nu al achter de televisie met pinda’s en een drankje en ik lig in de knoop met een verkeerd geprogrammeerde stoel en een beeldscherm is bij mij in geen velden en wegen te bekennen. Eindelijk word ik ontdekt door de stewardess, die bij nader inzien ook al de lelijkste is die ik ooit in een vliegtuig heb gezien. IJzig wijst zij mij op een handleiding die vlak bij mijn voeten, maar toch zeker op een meter afstand in een zakje tegen een muur rust. Een handleiding? Die heb je in economy-class niet nodig.
Maar het werkt. Ineens begint alles de goede kant op te draaien. Mijn stoel komt in een perfecte houding, en warempel daar komt het beeldscherm boven water, en toont de vanzelf losgekomen afstandsbediening mij een ongekend uitgebreid menu, waarin ik – in een aanbod van zeker honderd films en documentaires - een geweldige documentaire van John Appel kies over de Palio in Sienna, de beroemde paardenrennen in dit Toscaanse stadje, waar ik ooit bij toeval in beland ben geraakt. Een prachtig portret van folklore, die de moderne tijd met gemak weet te overleven.
Als ik eindelijk rustig zit, vang ik voor het eerst de blik op van mijn buurman: hè, hè, lees ik uit zijn ogen, welkom in de businessclass.

Binnen in het VN-gebouw
Het VN-gebouw prijkt trots aan de overs van de Houston-rivier. Het is een groot en rijzig gebouw dat riekt naar de jaren zeventig. Van binnen dompel je meteen onder in die sfeer die aan grote conferentie-oorden eigen is en die moeilijk te omschrijven is. Ik associeer het altijd maar met Oost-Euroopa: strakke marmeren gangen, licht bruine kleuren, giga- zalen, overal; mensen lopen. Het heeft vermoedelijk meer met de bouwstijl van de jaren zestig en zeventig te maken, dan met Oost-Europa, maar goed het is evengoed een hele ervaring om er binnen te lopen. Ik ben nog niet in de grote zaal geweest (staat morgen op het programma), maar ook in de kleinere zalen heb je toch de indruk dat je op een wereldtoneel staat. Ik zat een uurtje op de achterbanken van de Nederlandse delegatie in het committe dat vergadert over social development, en werd daar getracteerd op toespraken uit Bangladesh, Sudan, Saoedi Arabie. Dat heeft toch wel wat, hoewel ik wel het idee had dat ik de enige was die luisterde. Maar goed, het is natuurlijk een theater vol met rituelen, maar dat maakt het niet minder leuk om een pasje te hebben waarmee je ongehinderd er tussendoor kunt lopen.
Ground Zero
Ik moest natuurlijk even gaan kijken. Ons programma bij de VN begint feitelijk pas woensdag, dus trok ik vanmiddag maar meteen naar Ground Zero, die gapende wond die in het zuiden van Manhattan dagelijks herinnert aan 9/11. Op zichzelf valt er weinig te beleven. Er is eigenlijk niets, ja een bouwput met een hek eromheen. Maar toch is het bijzonder. Misschien ook wel omdat de Amerikanen, geheel tegen hun gewoonte in, er (nog?) geen dramatische attractie van hebben gemaakt. Er hangen wat boorden tegen een hek, je ziet wat foto’s, maar verder is er niks, behalve dan dat er veel mensen staan te kijken. Geen monument, geen kransen, geen eeuwige vlammen, gewoon een bouwput in de zon, met heel spaarzaam zo hier en daar een roestig overblijfsel van wat ooit het WTC was. Dat is mooi, meer heeft niemand nodig om die herinneringen aan 9/11 levend te houden. Die gaan vanzelf spreken als je hier staat.
Kies een periode: april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004