JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - juni 2009
Column Harm Klifman

Geachte heer van der Lans,

Onlangs las ik uw boek
Ontregelen. De gedachten die u daarin ontvouwde over de herwinning van een constructieve relatie tussen burger en professional sporen met mijn opvattingen, toegespitst op het onderwijs. Ik heb ze daarom verwerkt in een column waarvan u de tekst onder dit bericht aantreft.

Vorig jaar was ik vaste columnist in de wekelijkse Nieuwsbrief van de Besturenraad, de organisatie van het christelijk onderwijs. Onlangs ben ik van werkgever veranderd en in dienst getreden van Van Beekveld en Terpstra Organisatieadviesbureau in Hoorn. Daar zet ik de columns voort in een periodiek e-mailbericht aan persoonlijke relaties en op mijn site. Op deze column krijg ik mooie reacties van mensen die terugmelden dat ze uw boek gaan kopen. Tot deze personen behoort ook Jannie van den Hul, voorheen uw collega voor het CDA in de Eerste Kamer. Ik vind het leuk om u dit te melden. Misschien u ook.

Met vriendelijke groet,

dr Harm Klifman



Fusietoets In het Onderwijs Café is op 16 juni gediscussieerd over de wenselijkheid of onwenselijkheid van een fusietoets in het primair en voortgezet onderwijs. Ik las een uitgebreid verslag op de site van de PO-raad. Zoals bekend heeft de Tweede Kamer dit punt, de fusietoets, op zijn gespreksagenda. Er ligt een rapport van de Onderwijsraad en zo nog het een en ander. Het verhaal eromheen is bekend. Politici en ouders maken zich ongerust over de schaalvergrotingen die her en der plaatsvinden en over de gevolgen daarvan voor het onderwijs. Kort gezegd, gaat er wat fout als verschillende besturen de koppen bij elkaar steken en besluiten hun scholen onder één gezag te brengen? In de discussies over deze vraag treedt vaak ruis, ruis en nog eens ruis op. Zo halen velen bestuurlijke en institutionele schaalvergroting door elkaar; zij denken dat als besturen fuseren en hun scholen onder één gezag brengen dat die scholen dan automatisch groter worden, wat niet het geval is. Anderen denken dat er voor ouders minder te kiezen is, hetgeen in de praktijk bijna nooit verkeerd blijkt te gaan. En weer anderen zijn bang dat de leerling uit beeld verdwijnt; zij bepleiten een menselijke maat, wat dat dan ook mag betekenen. En weer anderen vermoeden dat er achter de schaalvergrotingsoperaties één groot complot zit van bestuurders die slechts een doel hebben: een salarisschaal erbij.

De een hoopt op stevig tegengas van de politiek, de ander meent dat ‘de sector’ een eigen verantwoordelijkheid heeft. Het levert, al met al, een boeiend maatschappelijk debat op. Als we de discussie rond de fusietoets goed bezien dan staan vooral de belangen van bestuurders respectievelijk van ouders en leerlingen centraal. Het lijkt me interessant om in dit licht ook de belangen van docenten in de discussie te betrekken. Ze roeren zich nauwelijks. Hun afwezigheid in dit debat is welhaast te beschouwen als een illustratie van de onmacht van deze, voor het onderwijs toch eigenlijk meest cruciale partij. Het lukt hun maar niet om een rol van betekenis te spelen in de grote operaties die gaande zijn. Wat hiervan de reden of beter gezegd: de oorzaak is, weet ik niet. Maar misschien heeft het te maken met de algehele malaise onder professionele beroepsgroepen – een malaise die is terug te voeren op een inmiddels al enige decennia durende uitholling van hun gezag en status.

Een aardige beschrijving van de wijze waarop die uitholling zich heeft voltrokken is te vinden in het boek van Jos van der Lans getiteld Ontregelen. De herovering van de werkvloer. In herkenbare bewoordingen en voorbeelden schetst Van der Lans de dilemma’s van professionals, hun vluchtroutes, hun zoeken naar zekerheden, kortom hij schetst de teloorgang van de oorspronkelijke positie. Maar daar laat hij het niet bij: zoals de ondertitel al aangeeft is Van der Lans uit op een soort eerherstel van de professional. En terecht.

Hij zoekt daarbij het aanknopingspunt in de relatie van de professional met de burger i.c. de ouder, de patiënt, de zorgbehoevende enzovoorts. Belangrijke kenmerken van die relatie zijn: wederzijds vertrouwen, toegankelijkheid, erkenning van de professionele deskundigheid, nabijheid, oplossingsgerichtheid. De burger, de ouder, de patiënt is geen consument die in een transactierelatie tot de professional staat. Allerlei ontwikkelingen drijven de burger wel die kant op maar dat is daarmee nog niet goed. Een professional is geen productaanbieder die op zoek is naar de toevallige consument. Integendeel, met een professional ga je, net zal met je huisarts, in beginsel een relatie voor het leven aan. Daar is vertrouwen over en weer een essentiële en kritische succesfactor in.

Terug naar de fusietoets. Fusies, of het nu gaat om de gezondheidszorg of het onderwijs, fusies zouden gericht moeten zijn op herstel van juist die relatie tussen professional en direct belanghebbenden, voor het onderwijs: de ouder en de leerling. Als je dan toch een fusietoets wilt, richt die dan precies daar op. En als je dan toch uit bent op een fusietoets, stem dan ook de toetsvragen op het herstel van die relatie af. Van der Lans geeft al een voorzet; hij noemt daarvoor enkele concrete toetsvragen, zoals:

● Is de beoogde fusie een investering in de aantoonbare verbetering van de relatie professional ouder/leerling? Wordt de overhead door de fusie ten gunste van deze relatie verkleind?
● Is het zeker dat de fusie niet leidt tot meer ‘indirecte werkzaamheden’ zoals formulieren invullen, je verantwoorden, statistieken bijwerken, input voor de computer aanleveren enz.
● Hebben docenten daadwerkelijk meer tijd voor de leerling en diens ouder(s)?
● Zijn moeilijke (groepen van) leerlingen beter af door de fusie?

Ik heb voldoende fusies zien plaatsvinden die aan deze doelen een bijdrage wilden leveren. Aan goede intenties ontbreekt het gewoonlijk niet. Dat neemt niet weg dat door alle gedoe die fusies nu eenmaal omgeven, die goede intenties al snel uit beeld verdwijnen of op zijn minst in de knel komen. Daarom zouden de bij fusie betrokken partijen al tijdens het proces moeten afspreken hoe je ‘monitort’ dat er daadwerkelijk winst wordt geboekt in het primaire proces. Dan heb je geen wet nodig die een fusietoets oplegt maar goede onderhandelaars in een gezaghebbende MR. En dat monitoren mag natuurlijk weer niet leiden tot meer en nieuwe ‘indirecte werkzaamheden’ van professionals. Want dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Wilt u reageren op deze column? Mail gerust naar harm.klifman@vbent.org.
Eerder verschenen columns zijn te vinden op www.harmklifman.nl

De crisis en Michael Jackson

De dood van Michael Jackson, King of Pop, is eigenlijk een metafoor voor de economische crisis. Want de uit het lood geslagen hebzucht die het economisch systeem heeft getroffen, heeft uiteindelijk ook Michael Jackson geveld. Niet alleen is de opgejaagde wereldster zichzelf te buiten gegaan aan een krankzinnig bestedingspatroon die al zijn miljarden verdiensten deed verdampen en hem berooid en eenzaam deed achterblijven. Vervolgens kregen de Jackson-uitbaters dollartekens in hun ogen toen zich de enige uitweg voordeed om uit de ellende te komen: opnieuw optreden. Het zou al een onwaarschijnlijke prestatie geweest zijn als de gesloopte en verzwakte Jackson lichamelijk in staat was gebleken een paar concerten te geven. Zijn elastieken lichaam was hij al jaren kwijt en of zijn stem nog een vergelijkbaar niveau zou hebben gehaald, was zeer de vraag. Maar toen de kaarten over de toonbank vlogen maakten de Jackson-financiers – al ware het versleutelde hypotheken – er meteen vijftig concerten van. De kaarten werden grif verkocht, vele miljoenen stroomden binnen. Kassa.
Dat het gebakken lucht was, niet bestaande handel - daar dacht in alle gretigheid even niemand aan. Tot Michael Jackson dood ging, opgejaagd door zijn roem uit het verleden waarvan hij wist dat hij dat nooit meer kon evenaren. Het is strikt juridisch gesproken geen moord met voorbedachte rade, maar moreel gezien komt het heel dicht in de buurt. En net zoals de bonus-trekkers in het bankwezen niet de grote gedupeerden van de economische crisis zijn (maar de armzalige huisbezitters in de VS), zo zullen ook de Jackson-profiteurs niet het gelag betalen. Dat doen die miljoenen concert-kaartjeskopers, die ondanks alle mooie praatjes over geld terugbetalen ongetwijfeld naar hun geld zullen kunnen fluiten. Lees er de komende weken de kranten maar op na.
Not In My ForYard


THE MAKING OF EEN GEMEENTEPLANTSOEN (I)
● 6 mei: de stoep wordt opengebroken. ● 7 mei: er verschijnt een zandbak ● 8 mei: verrek: het wordt een plantsoen met onverwoestbaar gemeentegroen ● 10 mei: een stevige brief op poten en met foto’s naar het stadsdeel: had dat niet beter gekund?
Eerst schoffelen, dan praten

Ik weet niet hoe vaak ik al gelezen heb dat bewoners of burgers door bestuurders hoog in het zadel worden gehesen. Zeker twee meter in mijn boekenkast handelt daarover. En onlangs voegde minister Guusje ter Horst er nog een halve centimeter aan toe met haar notitie om te gaan discussiëren over Verantwoord Burgerschap. Het gaat over participatie, burgerbetrokkenheid en bewonersinitiatieven en publieke verantwoordelijkheid. Er is geen coalitieakkoord, geen regeringsprogramma, van welke partijen (links, rechts, populistisch, vrijzinnig, liberaal of socialistisch) dan ook, dat deze kwestie onbesproken laat. Betrokkenheid van burgers vormt immers de zuurstof van onze democratie en de kwaliteit van de samenleving.
Ikzelf heb in menig geschrift de nodige steentjes aan deze gigibibliotheek burgerparticipatie mogen bijdragen, waarbij ik er altijd op hamer dat je burgerparticipatie niet te groot moet maken. Mensen hebben niks met sociale cohesie of leefbaarheid van de buurt of met wijkeconomie of veiligheid in het algemeen, dat is allemaal te groot, dat riekt naar ambtenaren. Mensen willen zich verantwoordelijk voelen voor iets concreets, iets overzichtelijks. Ze willen een taak die ze kunnen overzien, in plaats van verantwoordelijkheid in een beleidsproces; ze willen liever de zorg dragen voor een geveltuin, dan inspraak in een groenvoorzieningsproces.
Zo eenvoudig is het eigenlijk. Daarom schrijft iedereen het ook zo gemakkelijk op. Alsof het een soort ABC-tje is van de hedendaagse democratische bestuurscultuur, met ambtenaren als heuse opbouwwerkers die voortdurend op zoek zijn naar burgers die ze tot betrokkenheid kunnen verleiden.

Zwarte zandbak
Vergeet het. Terwijl minister Ter Horst haar oproep voor Verantwoord Burgerschap aan de buitenwereld presenteerde, stond ik op het pleintje bij mij om de hoek tijdens een kort toespraakje moeite te doen om mijn sarcasme te onderdrukken. Ik sprak daar namens mijn buren en gericht tegen vier ambtenaren van mijn stadsdeel, twee stadsdeelraadsleden, twee stadsdeelwethouders en drie medebewoners die op deze gure dinsdagmiddag bijeen waren gekomen voor de officiële opening van een nieuw stuk plantsoen bij te wonen. Het was een feestelijke bijeenkomst, het Chinese restaurant dat aan het pleintje gevestigd is had twee grote schalen met oosterse hapjes klaargemaakt en voor ik wat mocht zeggen had een fris VVD-raadslid het woord genomen. Eindelijk meer groen in ons stenen stadsdeel, zei ze, waarna ze samen met haar collega een minuscuul klein plantje in de grond stopte. Wij klapten haar dankbaar toe.
Ik wilde de feeststemming niet verpesten en sprak tijdens deze massabijeenkomst mijn grote waardering uit voor dit gedurfde initiatief van de twee raadsleden dat – gezien de massale opkomst - in onze buurt op een enorme bijval kon rekenen. Maar nu de vertegenwoordigers van het bestuur er toch waren zou het wellicht aardig zijn als ze na afloop van de feestelijke plechtigheden toch even een kijkje namen in de prachtige tuin die wij nog geen twintig meter verder hadden aangelegd, nadat wij voor dit stukje zelfbeheer meer dan een jaar met de gemeente in de clinch hadden gelegen. Maar zie, de fonkelende tuin wordt nu door iedereen in de buurt als een geweldige verbetering van de publieke ruimte gezien. Kinderen ruiken aan bloemen, dartelen door de paden of jagen er op een ongrijpbare poes. Dat deert onze tuin op geen enkele manier, hij kan er tegen. De gemeente had er geen vertrouwen in, maar heeft er inmiddels een fotograaf op afgestuurd waardoor onze publieke tuin nu als gewaardeerd (geen stuiver kostend) zelfbeheerproject in menig gemeentelijke publicatie prijkt. Ach ja, van ons mag het.
U kunt dus begrijpen, zo sprak ik de dienstdoende ambtenaren en volksvertegenwoordigers toe, dat wij enigszins verbaasd waren toen er bulldozers op ons aan onze publieke tuin grenzende pleintje verschenen die de stoep openbraken en daar een zwarte zandbak van 75 m2 neerzetten om daar vervolgens van het meest troosteloze en onderhoudsgemakkelijke groen in te planten wat er voor handen is. Was het geen idee geweest, waarde vrienden, om ons daarover even te informeren? Was het niet aardig geweest om met ons te kijken of we er iets moois van hadden kunnen maken, in plaats van het soort dorre struikgewas waar je bij voorkeur geen omkijken naar hebt?
Ik bleef beleefd, de wethouder had al gezegd dat we binnenkort toch maar eens om tafel moesten zitten. Ik zei ook geen onvertogen woord tegen de verantwoordelijke ambtenaar die zeer zorgelijk had gekeken toen mijn buurvrouw hem enthousiast vertelde dat ze alvast maar wat leuke planten in deze nieuwe gemeentegrond had gezet en wat frisse bloemen gezaaid. ‘Maar we gaan dat er toch weer uit schoffelen’, meldde hij haar doodleuk. Niks geen bloemetjes en plantjes, eerst moest het dorre gemeentelijke struikgewas aarden. Not In My ForYard.
Nu denkt u natuurlijk over mij: man, heb je niks beters te doen? Wat zou je nu druk maken over een paar van die mallotige ambtenaren. U heeft gelijk, moet ik ook niet doen. Maar terwijl ik deze brave dienders van de publieke zaak bezwaard zie kijken, denk ik aan al die Vogelaar-plannen, al die wijkaanpakken, waarin papierproducerende ambtenaren fier de bewoners in de hoofdrol plaatsen. Het is je reinste volksverlakkerij. Ik woon – toevallig, wou ik schrijven, maar dat is het natuurlijk niet – in een buurt met een ongekend hoge verantwoord-burgerschapsdichtheid. Al die nota’s zijn ons op het lijf geschreven, geef ons een vinger verantwoordelijkheid en we pakken een hele hand.

Lippendienst
Maar de dienstdoende ambtenaren handelen daar – alle fraaie beleidsdoelstellingen ten spijt - in het geheel niet naar. Het is alleen maar meer werk, denken ze. Als dat in deze minuscule kwestie niet eens lukt, hoe serieus moeten we dan dat beleidsproza over burgerparticipatie nemen als het gaat over kansarme burgers, allochtone bewoners, mensen met geldproblemen of levensmoeilijkheden. Niet dus. Dat wordt helemaal niks. Het is niet meer dan lippendienst aan bestuurlijke modes.
Ik heb dat allemaal tijdens mijn toespraakje niet gezegd. Er zijn inderdaad belangrijke zaken in de wereld. Bovendien kun je ambtenaren maar beter te vriend houden als burger, dus ik hield me in. Ik zal hier ook niet opschrijven welk stadsdeel uit Amsterdam het hier betreft, ik denk dat het elders in de stad niet veel beter is en nu het aantal stadsdelen vermindert en de afstand tussen de stadsdeeldiensten en de burgers alleen maar groter wordt, zal de discrepantie tussen de goede bedoelingen en de slechte praktijken nog eens stevig toenemen.
En ondertussen begrijpen wij als verantwoorde burgers heel goed dat het schoffelen in ons troosteloos nieuwe gemeenteplantsoentje echt niet iets is waar onze stadsdeelplantsoenendienst een monopolie op heeft. Dat kunnen we heel goed zelf, en met een beter resultaat. Kom volgend jaar maar kijken.
Deze column verschijnt in het juni/juli nummer van TSS – Tijdschrift voor sociale vraagstukken.


THE MAKING OF EEN GEMEENTEPLANTSOEN (II)
● 15 mei: plantsoen is af: er staan vijftig plantjes in. ● 17 mei bewoners beginnen zelf met inzaaien ● 25 mei: stadsdeel geeft antwoord: er zal een gesprek komen ● 27 mei: uitnodiging voor feestelijke opening in de bus ● 28 mei: bewoners dragen een plantje bij ter bestrijding van de troosteloosheid ● 2 juni: feestelijke opening in de regen. ● VVD-initiatiefnemers poten twee plantjes. ● 18 juni: groenmedewerkers gemeente komen niet-gemeentelijke groen wegschoffelen (een opdracht die ze niet of met tegenzin uitvoeren). ● 20 juni: nog geen uitnodiging voor gesprek ontvangen.

Onze man in Brussel

Hans van Baalen, bij deze Europese verkiezingen lijsttrekker van de VVD, meldt trots in de Volkskrant (reiskatern, voorpagina) van dit weekend dat hij van plan is in Brussel ‘alleen maar Nederlands te spreken’. Hij spreekt vier talen vloeiend en nog een paar hakkelend, maar als hij tot het Europese pluche is toegetreden gaat hij alleen maar Nederlands spreken.
Ik vind dat ongelooflijk. Allereerst omdat het een leugen is. Als de man wat wil bereiken in Brussel dan zou hij wel heel stom zijn om daartoe zijn talenkennis niet op het juiste moment aan te wenden. Dus dat gaat hij ook gewoon doen. Hij zegt dit alleen om aan de kiezer te laten zien dat hij zich niet zal laten meeslepen door de Europese smeltkroes, maar dat hij fier en trots zijn Nederlanderschap ten gehore zal brengen. In zijn eigen taal, dat spreekt.
Zo diep is de VVD dus al gezonken. Waren we ooit een volk dat overal in de wereld een woordje meebrabbelde, bewonderd door de vele vreemde talen die we spraken, ook al klonk het Nederlands daar onvermijdelijk in door. Met die open mind (sorry, voor het anglicisme, Hans) hebben we overal in de wereld sinds de Gouden Eeuw ons voordeel gedaan, en dat doen we nog steeds. In plaats van met diezelfde VOC-mentaliteit nu naar Brussel te varen, om daar goede zaken voor ons land te doen, zoals je van een stevige liberaal zou mogen verwachten, kondigt meneer Van Baalen aan om in het vijandige Brussel alleen Nederlands te spreken. Mooi voorbeeld voor onze schoolgaande jeugd. (Waarom moeten wij die talen leren pap, meneer Van Baalen spreekt in Brussel toch ook alleen maar Nederlands? Kunnen de Europianen geen Nederlands leren?) Ja, daar zullen we veel wijzer van worden.

Overigens, op 13 november 2006 ontving dezelfde Hans van Baalen een hoge Roemeense onderscheiding, Commandeur in de Orde van de Roemeense Ster, als dank voor zijn niet aflatende inspanningen om Roemenië tot de Europese Unie te laten toetreden. Ik wil het er nu niet over hebben dat de toetreding van Roemenië en Bulgarije alom als een grote blunder wordt gezien. ‘We hadden niet moeten zwichten voor de lobbyisten’, zeggen vrijwel alle politici nu. Maar ik vraag mij wel af in welke taal hij deze inspanningen indertijd heeft verricht. Had hij het toen ook maar bij het Nederlands gehouden.
Zie: Elsevier, 14 november 2006

Kies een periode: april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004