JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - juni 2008
Reactie 'Ontregelen'

Geachte heer van der Lans,

Met belangstelling en plezier heb ik uw boek 'Ontregelen' gelezen. U vraagt in uw woord van dank om commentaar. Echt commentaar is het onderstaande niet, het moet eerder worden gezien als bijdragen.
Ik kwam in uw boek nergens de naam van Eckart Wintzen tegen. Hij overleed kort geleden op 68-jarige leeftijd. Ik kan me haast niet voorstellen dat u zijn gedachten over bedrijfsvoering (zijn celtheorie, opsplitsen van bedrijven die groter worden dan 65 man) niet kent. Maar mocht u het niet kennen dan kan ik u zijn boekje daarover sturen.

Ik las in het eerste hoofdstuk uw beschrijving van Rogers' ideeën. Ook ik heb als huisarts (thans niet meer praktizerend) hieraan natuurlijk enthousiast meegedaan. Maar in Twente waar ik huisarts was, lukte dat niet altijd even goed. Als ik vroeg: "Wat vindt u er zelf van?" antwoordden de meeste Tukkers: "Dat weet ik niet. U bent dokter".

Ook maakte ik in het klein situaties mee die u beschrijft, waarin niemand iets doet omdat het niet onder zijn/haar verantwoordelijkheid valt. Ik werd geroepen bij een kind met een koortsstuipen. Toen ik er kwam, zag ik het kind (inmiddels alweer zonder trekkingen) op de grond liggen met de moeder en drie buurvrouwen eromheen. Niemand deed iets. Ik vroeg wat haar eerste reactie was toen zij zag dat haar kind stuipen had. "Ik had het willen optillen en bij mij nemen". "Waarom hebt u dat dan niet gedaan?" "Ik heb eerst de buurvrouwen geroepen en die zeiden: 'Afblijven, niet aankomen'".

In het begin van mijn praktijkjaren belde ik rechtstreeks met de wijkzuster (Wit-Gele Kruis voor katholiek, Groene Kruis voor algemeen) met het verzoek om bij patiënt X. langs te gaan die vandaag uit het ziekenhuis was gekomen en enige hulp bij wassen en aankleden nodig had. Dat kwam altijd in orde. De laatste 20 jaar ging dat heel anders. Ik moest bellen met 'het Loket' en mijn zorgvraag (als er maar 'zorg' voor staat, is het altijd goed) voorleggen aan 'Cindy' of 'Natascha'. Zij ging het doorgeven aan de zorginstelling die iemand naar de heer X. zou sturen om de zorgvraag nader uit te werken en vervolgens de volgende dag in de teambespreking ter tafel te brengen. Daar werd een zorgplan opgesteld. Als meneer X. geluk had werden zijn billen drie dagen na thuiskomst uit het ziekenhuis voor het eerst gewassen.

Als lid van de klachtencommissie van een groot ziekenhuis maak ik wekelijks mee dat mensen klagen over onduidelijkheid over wie hun aanspreekpunt is: de co-assistent, de assistent, de dokter, de verpleegkundige, het afdelingshoofd? Geef iedere patiënt bij opname een briefje met de naam van de hoofdbehandelaar tot wie de patiënt zich kan wenden bij vragen.

Dit waren zo enkele gedachten die bij mij opkwamen bij het lezen van 'Ontregelen'.

Met vriendelijke groet,

Adriaan Mazel


Dansverlegenheid

Mijn man kan niet dansen – begin mei heb ik gefascineerd naar de twee afleveringen van dit RTL-programma gekeken. Eigenlijk niks voor mij, want meestal vind ik dit soort wedstrijdprogramma’s ergerlijk. Het zijn mensonterende veilingen, ze brengen het slechtste in mensen boven en meer dan eens volledig gebaseerd op leedvermaak.
Welbeschouwd gebeurde dat ook in Mijn man kan niet dansen. Daarin gaven vrouwen hun man op om – voor het oog van de camera - in een week klaargestoomd te worden door professionele danscoaches die de drie uitverkoren kandidaten (die van niks wisten en van hun werk werden geplukt) naar een finale begeleidden waarin ze voor het naar de studio’s van Aalsmeer uitgerukte thuisfront een verplichte en een vrije dans moesten dansen (met hun coach), waarna ze punten kregen van een professionele danskundige en tien dansprimadonna’s. De winnaar zag zijn droom in vervulling gaan: een weekendje naar FC Barcelona, deelname aan een speciaal pokertournooi in Las Vegas, dat soort zaken.

Dat alles was per aflevering goed voor een uur televisie onder leiding van de swingende Humberto Tan. De mannen werden geheel van hun gezinnen gescheiden en werden dagelijks gevolgd door de camara. ’s Avonds zaten ze gedrieën in een mooi appartement in Amsterdam en kampten ze allemaal met heimwee, waardoor de brave burgervaders als ze halverwege de week een videootje van het thuisfront zagen het stuk voor stuk niet meer droog hielden.
Dat zou genoeg moeten zijn om terstond naar een andere zender te zappen, zou je zeggen. Maar nee, ik bleef kijken. En na de eerste aflevering zat ik een week later klaar voor de tweede aflevering. En ik had het ook bij de derde aflevering gedaan als RTL het programma niet van de buis had gehaald vanwege sterk tegenvallende kijkcijfers. Ik was verbijsterd – keek ik eindelijk een keer, was ik zo ongeveer de enige. Hoe kon dat?
Misschien deed ik het uit een soort superioreiteitsgevoel. Hoewel absoluut geen dansheld stond wel vast – meende ik - dat ik toch iets soepeler in de heupen was dan deze stijve harken die er inderdaad werkelijk weinig van bakten. Ik heb deze hypothese voorgelegd aan vrouw en zestienjarige dochter die nog wel wilden bevestigen dat ik het er iets beter van af bracht, maar daar meteen aan toevoegden dat enige training bij mij ook geen kwaad zou kunnen. Mocht de serie ooit een vervolg krijgen, opperden ze, dan zouden zij serieus overwegen om me op te geven.
Pas toen realiseerde ik me dat ik niet bleef kijken omdat ik zoveel beter dan, maar juist omdat ik me met deze houten klazen identificeerde. Ik herkende in hun gestuntel alle aarzelingen die veel mannen hebben om zich over te geven aan de logica van de dans. Dat had weinig te maken met het tekort aan ritmegevoel of het gebrek aan conditie dan wel het vastzitten van de heupen, waar hun danscoaches het op gooiden. Dat speelde een rol, maar verklaarde niet alles. Hun probleem zat niet zozeer in het feit dat ze onvoldoende controle over hun eigen lichaam hadden, welnee hun weerstand zat hem nog veel meer in het feit dat ze zich geen raad wisten met het feit dat ze controle over het lichaam van hun partner moesten uitoefenen. Ze durfden hun rol niet aan. Ze werden geacht te leiden, te sturen, zelfverzekerd de dansbaas te spelen over de bewegingen en dus het lichaam van hun vrouwelijke partner. En daar wisten ze in de verste verte geen raad mee. En eigenlijk waren ze dolblij dat ze zich vanwege hun houterigheid aan deze netelige kwestie konden onttrekken.
En ineens stonden ze daar tegenover prachtige danscoaches. En waar een latino zou gaan dansen, zag je onze houten klazen in verwarring raken. Elk heupcontact met deze lichamen voelde als een ongewenste intimiteit, als een bijna seksuele uitspatting en dat spel, dat maakte elke aflevering van Mijn man kan niet dansen loepzuiver duidelijk, hebben heel veel mannen in Nederland niet onder de knie. Misschien is het een erfenis van onze calvinistische preutsheid, maar feit is dat in de doorsnee mannelijke verbeelding in Nederland tussen het seksuele en het niet-seksuele geen ongedwongen ruimte bestaat. In de gemiddelde mannelijke belevingswereld is geen plaats voor een vrijzone waarin ertotiek en onschuld samen gaan, met elkaar een spel spelen, met elkaar dansen.
Eigenlijk zag je dat nog het best bij de mannen die in het programma aan een mannelijke dansleraar werden gekoppeld. Die verstijfden, die voelden zich zichtbaar ongemakkelijk, ze gedroegen zich alsof ze overgeleverd werden aan gedwongen homoseksualiteit en slaagden er maar niet in om gewoon te gaan dansen. Voor mannen is dansen, kortom, niet onschuldig. Het is hen te seksueel.
Het bizarre in Nederland is dat vrouwen, misschien wel als uitdrukking van hun emancipatie, voortdurend in de weer zijn om die onschuldige vrijruimte met dansen te openen, terwijl mannen, misschien wel als gevolg van dezelfde emancipatie, zich er zichtbaar geen raad mee weten en zich beroepen op hun houterigheid en gebrek aan ritmegevoel om zich aan de dreigende verwarring te onttrekken. Aan mijn lijf geen polonaise, zoiets. Hun macho bewaren ze voor de momenten dat ze als mannen onder elkaar zijn, in de voetbalclub, op het werk, in de kantine. Of tijdens het klussen, want die invalshoek koos RTL na het stopzetten van het geflopte Mijn man kan niet dansen. Het nieuwe programma heette: Help, mijn man is een klusser. Gewoon een lekker onderwerp, waar - zoals de kijkcijfers al snel aantoonden - iedereen zich wel zo gemakkelijk bij voelt. Ik zap er na twee minuten al weer bij weg.

Deze column verschijn in het julinummer van DANS, nr.4/2008. Klik voor meer danscolumns hier .
Visie

Als er een woord is waar ik in de politiek allergisch voor ben geworden, is het het woord visie. Als het een beetje minder gaat, of er fouten zijn gemaakt, verzamelen zich aan de zijlijn lieden die menen dat er sprake is van een gebrek aan visie. Wat meer visie en alles is weer oké. Je hoort het bij de VVD, bij de PvdA, en ook GroenLinks is nu al weer een tijdje bezig op het visionaire vlak.
Ik ken geen voorbeelden uit de moderne partijpolitiek dat dat tot iets heeft geleid. Het is een illusie om te denken dat verdeeldheid wordt overwonnen door een beetje meer visie. Of er rollen visies uit dit soort exercities waar de kool en de geit gespaard worden, en dat leidt dus tot niks, of er worden echt principiële keuze gemaakt en dat leidt alleen maar tot meer onenigheid en dat was nu net niet de bedoeling. Eigenlijk moet je zeggen dat de frequentie waar mee het woord in de mond wordt genomen meer zegt over de diepte van de crisis dan over het zicht op een oplossing.
De vraag moet ook niet zijn of er één visie moet komen (dat voorrecht laten we aan de SP), de vraag is: hoeveel visies kan een partij verdragen en zijn de verschillende visies nog in staat om elkaar te vinden op concrete punten. Anders gezegd: de enige relevante vraag is of men erin slaagt om meningsverschillen productief te maken?
Wat dat betreft hoeft GroenLinks niet te wanhopen. We zijn vrijzinnig-modern als het gaat om de culturele agenda van de toekomst, de immigratie, de mensenrechten, de vrijheden. We zijn modern-socialistisch als het gaat om de materiële agenda: wij gaan voor een bescherming van kwetsbaren op alle markten en in alle facetten van het bestaan. En we vinden elkaar omdat we los van al dit geneuzel zo groen zijn als de aarde en met radicale maatregelen de generaties na ons heel veel ellende willen besparen.
Dat is geen visie, dat is een opdracht.
Zo simpel is het dus.
Deze column verschijnt in het juni-nummer van het GroenLinks Magazine.
Acualiteitencollege Hogeschool Utrecht
Donderdag 5 juni gaf ik in de Uithof in Utrecht een actualiteitencollege aan de Hogeschool Utrecht voor de faculteit Maatschappij en recht. Het onderwerp was mijn boek 'Ontregelen'. De dag ervoor ontving ik per mail de volgende brief van een docent die aan dezelfde Hogeschool is verbonden, alleen hij doceert in de vestiging in Amersafoort. Hij had van het college vernomen en het plan opgevat om met zijn klas er naar toe te gaan. Maar dat mocht zo maar niet. Lees en huiver:
Beste Jos,

Met veel interesse heb ik je boek ontregelen gelezen. Maar laat ik mij eerst voorstellen. ik ben Huub Direcks en docent aan de HU, instituut de Horst.
Morgen kom jij een lezing geven in Utrecht. Hebben wij toevallig bij de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening deze periode Oraganisatiekunde op het programma.
In mijn onschuld dacht ik "dan ga ik met mijn klas naar jouw lezing". Maar daar komen wat problemen bij. (...)
Probleem 1. Het vraaggericht onderwijs bestaat er uit dat alle studenten dezelfde trainingen krijgen. Afwijken mag niet van de examencommisie, want alle studenten moeten hetzelfde programma krijgen. Dit programma is per uur beschreven. (Van wie de vraag vraaggericht komt weet ik niet.) Als een student gaat klagen dat hij te weinig les krijgt over dit onderwerp is de docent de dupe. (...) De les verplaatsen kan niet, want per periode bij de HU moet er 140 uur binnenschoolse studiebelasting zijn en je begrijpt dat 2 uur naar jou luisteren een ernstige aantasting van dit grondrecht is.
Een tweede probleem is dat jij in Utrecht komt. Studenten zijn verplicht de lesssen in Amersfoort te volgen. Dit is onderdeel van de examenregeling. Het is verplicht te komen, maar je mag en kunt niet verwachten dat studenten een half uur naar Utrecht gaan reizen.
Desalniettemin heb ik een groep bereid gevonden allee regels te overtreden en morgen naar jouw lezing te komen. De inquisitie van de mangers zie ik vol verwachting tegemoet.
In een later stadium zal ik nog reageren op je boek, wat ik overigens ( stiekum) heb behandeld,

groet,
Huub Direcks
docent MWD Hu de Horst
Huub en zijn studenten waren inderdaad aanwezig en ontvingen een ovationeel applaus voor deze heldendaad van de andere aanwezigen. Wie geinteresseerd is in de presentatie moet hier klikken.
Presentatie ONTREGELEN

Het vreemde is dat ik eigenlijk pas gisteren op 5 juni, precies drie maanden na het verschijnen van 'Ontregelen', de eerste echte lezingen over het boek heb gegeven. In eerdere optredens kwam het boek uiteraard ook te sprake, maar maakte het nog onderdeel van het zogenaamde 'EROPAF'- verhaal. De premičre ging donderdagochtend naar Utrecht (zie hieronder) maar later op de dag verzorgde ik een vergelijkbare presentatie voor de Directie INWONERS van de gemeente Nijmegen, met aansluitend een erg onderhoudende discussie. Wie de persentatie nog eens wil bekijken moet hier klikken.
De zelfbevrijding van professionals

Hoe ver kan gekte gaan? Een coördinator van een vrijwilligersorganisatie kreeg van haar leidinggevenden te horen dat haar vrijwilligers tijd moesten gaan schrijven. Want in het tijdperk van aanbestedingen verlangen de opdrachtgevers dat, had ze te horen gekregen. Ze weigerde. Uiteindelijk zag de leiding zelf ook in dat het misschien toch wel een beetje vreemd was om mensen die vrijwillig de handen uit de mouwen wilden steken te verplichten om precies vast te leggen hoe ze hun tijd besteden.
Het is een treffend voorbeeld van hoe bureaucratische controlezucht zich opdringt. In een enkel geval, zoals bij deze vrijwilligersorganisatie, overschrijden de dwingende eisen de grens van redelijkheid, maar dat is een uitzondering. Meestal voltrekken de verplichtingen hun opmars sluipenderwijs. En onvermijdelijk: weigeren zou ‘de financiering op het spel kunnen zetten’. En welke brave professional wil dat op zijn geweten hebben.
Zo kan het gebeuren dat professionals in de publieke sector meer contacturen met hun beeldscherm maken dan met mensen. Op tal van werkplekken is de afgelopen jaren het moment gepasseerd dat de controlezucht haar redelijkheid verliest en ongemerkt het werk is gaan sturen. Dat is het moment dat het onbehaaglijk wordt. Het werk vraagt om handelingen die het systeem niet meer thuis kan brengen. De professional die plotseling met onverwachte crisissituaties wordt geconfronteerd, komt in het nauw. Er is geen vakje voor wat hij moet doen.
Dat leidt tot een vorm van pruttelend onbehagen. Soms vindt dat een weg naar buiten, zoals in het najaar van 2006 in de zuidelijke provincies. Daar lieten tien ondernemingsraden van instellingen in de geestelijke gezondheidszorg aan de buitenwereld weten dat wat hun betreft de maat vol was. De verantwoordingsbureaucratie was in hun ogen zo ver doorgeschoten dat de inhoud van hun werk in toenemende mate geformatteerd werd door dwingende procedures en protocollen. Volgens de ondernememingsraden was de limiet bereikt en zij kregen van de 25.000 professionals die zij vertegenwoordigen een enorme weerklank.
De actie van de zuidelijke ondernemingsraden vormde een eerste aanklacht tegen de vervreemding in de publieke sector, tegen het feit dat de werkvloeren in toenemende mate bezet lijken te worden door wat je in oorlogstaal vijandige mogendheden zou noemen. Zij vormen het begin van een ingewikkelde ‘bevrijdingsstrijd’, want het bezettingsleger blinkt uit in onzichtbaarheid, ongrijpbaarheid en uiteraard louter goede bedoelingen. Het is een soort big brother-cultuur: niemand weet wie waar achter de knoppen zit. Vaak zijn het financiers, maar die zeggen ook weer door hogere machten te worden gedreven. Zo wil de kwade genius maar niet in het vizier komen.
Dat maakt veranderen ook zo moeilijk. Omdat alles en iedereen (collega’s, managers) de indruk wekt dat elke weigerachtigheid alleen maar in je eigen vingers snijden is, geeft iedereen zich over aan wat de systemen vragen. Zo ontstaat lijdzaamheid. Als een soort heimelijk ondergronds verzet. Er wordt in het registreren precies datgene ingevuld wat het systeem wil dat er ingevuld wordt. Dagelijks worden er zo miljoenen gegevens het digitale universum in gelanceerd die steeds minder zeggen en waar niemand naar om kijkt.Er zijn inmiddels officiële Haagse denktanks en adviesraden, zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO), die hierover de alarmklok hebben geluid. Het besef groeit dat het eigenlijk zo niet langer kan. Maar hoe bestrijd je een ongrijpbaar systeem? Hoe versla je een onzichtbare vijand? Dat is geen eenvoudige opgave. Het is ook niet zo dat er een alternatieve blauwdruk klaar ligt of ergens een commandocentrum is ingericht om de herovering van de werkvloer tot in de details voor te bereiden.
Zo werkt het niet. De oorlog tegen de systemen is een oorlog zonder generaals. Het is een soort omgekeerde guerrilla, want als de vijand zich schuil houdt zit er voor de opstandelingen niks anders op dan zich zichtbaar maken. Het is in eerste instantie vooral een kwestie van de bestaande systemen ontregelen, van het ontwikkelen van tegendruk, van het ontlopen van verdere bezettingen, van het heroveren van nieuwe vrijheidsgraden.
Dat is een vorm van tegendruk die op de werkvloeren van de publieke sector zelf moet beginnen. Daar moeten leidinggevenden en uitvoerende professionals hun passie in stelling brengen, daar moeten ze zich hardop gaan afvragen wat hen in het werk drijft en wat er voor nodig is om dat zo optimaal nodig tot zijn professionele recht te laten komen. Dat zijn mensen aan zichzelf, aan hun vak, aan hun werkplezier, aan hun cliënten, aan de samenleving verplicht. Daarin moeten ze de motivatie vinden om de greep op hun werkvloeren te hervinden. Daar ligt het begin.

Deze opiniebijdrage verscheen op 30 mei in het Eindhovens Dagblad in het kader van een langer lopende debatreeks in de lichtstad. Op 11 juni vindt daar de laatste bijeenkomst van plaats waarin ik zal figureren.

In oktober 2007 werden via deze krant en www.sociaaldebateindhoven.nl de vijf belangrijkste sociale thema’s vastgesteld die in de stad om meer aandacht vragen. De top 5 bestaat uit de thema’s: vergrijzing als kracht, armoede en werkgelegenheid, jongeren – participatie en meedoen, respect en regels, en overregulering. Vier ronden zijn achter de rug. Dit artikel opent de laatste discussieronde over bureaucratie en overregulering. U kunt deelnemen aan deze ronde via brieven of bijdragen aan opinie@ed.nl of aan redactie@sociaaldebateindhoven.nl. Eind juni wordt deze ronde afgesloten en verschijnt daarover een afrondende tekst op deze pagina’s.


INMIDDELS VIERDE DRUK!!!!


Daklozendag 2008: "Uit onverwachte hoek"

>

De jaarlijkse daklozendag in Amsterdam, georganiseerd door de diaconie in samenwerking met de Belangenorganisatie Amsterdamse Dak- en Thuislozen (BADT) (ik ben voorzitter van het bestuur), vindt dit jaar plaats op woensdag 4 juni. Het thema is: "Uit onverwachte hoek" en houdt verband met het 'Jaar van de Samaritaan'. Alle deelnemers, dakloos of niet, kunnen hun eigen inbreng "uit onverwachte hoek" leveren. Net als vorig jaar wordt er ook dit keer een bokaal uitgereikt aan de initiatiefnemer van een leuk project: de "dat-had-ik-nooit-van-jou-gedacht-bokaal". De bokaal zal worden uitgereikt door Hub van Roy, de winnaar van vorig jaar. Verder is er een infomarkt, muziek, eten, spelletjes en een waarzegger. Klik hier voor meer info

Kies een periode: april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004