JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - januari 2019
Bijeenkomst Pakhuis de Zwijger: Corporaties: regisseur of figurant?

Wat doet de Buurtcooperatie OHG, waarvan ik voorzitter ben?



Eerste verhaal met Carla is het resultaat van acties van de Buurtbel, onderdeel van de Buurtcoöperatie OHG.
Column Tijdschrift voor de Sociale Sector, gepubliceerd in juni 2007

Personeelstekort

 

We spreken over klimaatverandering, over stijgende zeespiegels en opstuwend grondwater, die ons het water tot aan de lippen doen stijgen. En we trekken onze portemonnee, althans dat doet de regering namens ons. Alarmfase één is immers aangebroken.

Ik wil aan de urgentie van deze milieuproblemen helemaal niks afdoen. Ik heb jarenlang een partij vertegenwoordigd die als eerste (en vaak als enige) aandacht heeft gevraagd voor het milieu dus in dat opzicht kan ik alleen maar blij zijn.

Maar dat neemt niet weg dat ik elke dag weer verbaasd ben dat de ene ramp (die van het milieu) ineens tot grote inzichten en stevige maatregel leidt, terwijl een andere ramp waarvan de consequenties misschien nog wel eerder in onze levens zullen doordringen onbesproken blijft. Geen deltaplan, geen honderden miljoenen Haags geld, je hoort er niemand over.

Ik heb het over de handen aan het bed, de dienders op straat, de onderwijzers op school, de thuiszorgers, de maatschappelijk werkenden, de verpleegsters, de straatwerkers, de jongerenwerkers, de woonbegeleiders, de opvangmedewerkers. Ik heb het over alle contactwerkers en frontwerkers in de publieke sector. Ik heb het over vacatures waarop vrijwel niemand meer reageert. Ik heb het over een personeelstekort dat onze samenleving op zijn grondvesten zal doen trillen.

Niemand praat erover, althans in Den Haag.

We hebben eerder al iets van dit probleem kunnen proeven, maar er kennelijk toen niets van geleerd. Vanaf halverwege de jaren negentig boomde de Nederlandse economie met groeicijfers die de hoogste waren sinds de jaren zestig. Het gevolg was dat de banenmachine in dit land op volle toeren begon te draaien en de werkeloosheidscijfers naar een laagterecord daalden. Iedereen was nodig, iedereen kon een baantje vinden. De krapte ontstond als eerste in die sectoren die een lage professionele status hebben, waar weinig verdiend wordt en hard gewerkt moet worden. Inderdaad: de verpleegsters, de thuiszorgsters. Maar ook in het welzijnswerk waren de vacatures nauwelijks meer te vervullen. Je kon zelfs spreken van een leegloop: als mensen in deze regionen van de arbeidsmarkt even de kans kregen om elders aan de slag te gaan dan deden ze dat. Liever snel verdienen in het bedrijfsleven, dan tegen lage beloning hard bikkelen aan het bed of op straat. Dat duurde tot 2000, waarna de economie instortte, alle lucht uit de bedrijven geperst werd en mensen weer het handwerk van de verzorgingsstaat op zich moesten nemen. Simpelweg, omdat er weinig anders was.

Het had een les moeten zijn.

Het werd het niet. In plaats van het verhogen van de professionele status van het frontwerk, van het handwerk, gingen we deze werkers in het kader van efficiencyverbetering ringeloren, disciplineren, protocoliseren. In plaats van het investeren in mensenwerk maakten we van dit werk managementtools. In plaats van het versneld opwaarderen van de beloning, maakten we meer deeltijdwerk mogelijk, in de hoop de vrouwelijke reserve op de arbeidsmarkt te kunnen benutten. In plaats van bestaanszekerheid introduceerden we prijsconcurrentie, wat een neerwaartse druk op de beloning van de handwerkers inhoudt.

We deden alles wat fout was.

En nu trekt de economie weer aan. Met dezelfde effecten als in de jaren negentig: als het even kan zoeken mensen elders emplooi. Vacatures in zorg en welzijn zijn steeds moeilijker te vervullen. We gaan niet alleen op herhaling, we komen steeds ernstiger in de problemen. Want de ontwikkeling van de bevolking (vergrijzing en ontgroening) maakt dat deze leegloop van arbeidssectoren met de laagste professionele status bij elke fase van economische hoogconjunctuur een steeds structurele karakter krijgt. De hoop dat het wel weer aantrekt als de overspannen economie een tandje lager gaat draaien zal steeds ijdeler worden. Terwijl door vergrijzing en multiculturalisering de behoefte aan het handwerk van de verzorgingsstaat toeneemt,  zullen er steeds minder mensen geroepen zijn om het werk te doen.

Tekort aan onderwijzers, tekort aan verplegend en verzorgend personeel, tekort aan opbouwwerkers, tekort aan wijkagenten, tekort aan mensen die in het publieke domein het woord voeren en de publieke zaak een gezicht moeten geven. Daar kan je dus geen Polen voor importeren. Dat werkt niet.

Het enige wat een beetje werkt is vijf jaar lang een loonsverhoging van gemiddeld tien procent. Om te beginnen.

Maar daar hoor je dus niemand over.

===================================================================

Download hier de tekst.

 

Wintercolumn Tijdschrift voor sociale vraagstukken


We zijn er voor cliënten (burgers)


Zo nu en dan vertoef ik in gezelschap van bestuurders en/of toezichthouders om over belangrijke onderwerpen aangaande de publieke sector te spreken. Je kan er dan bijna vergif op innemen dat het gesprek op enig moment een wending krijgt richting ‘de cliënt/burger’. Want daar doen we het toch allemaal voor. De cliënt/burger is onze legitimatie, onze meetlat, ons geweten, ons houvast, de cliënt/burger is ons alles. Het is een zekerheid die zo’n mate van vanzelfsprekendheid heeft bereikt dat niemand haar zal tegenspreken.

Mijn voorstel is om dat vanaf nu wel te gaan doen. Het is namelijk voor de publieke sector een wezensvreemde gedachte. Het is een uit de profitsector voortgekomen bedrijfsstrategie die er kortweg op neer komt dat je je klanten tevreden stelt, dat ze dan klant blijven, wat goed is voor de omzet, en – niet onbelangrijk – de winst. Dat gedachtegoed is met de introductie van het marktdenken in de jaren tachtig in de publieke sector ingeplant. Het is moeilijk voor te stellen, maar daarvoor ging het er helemaal niet over. En terecht, want het is natuurlijk heel wat anders dat je loyaliteit probeert te bewerkstellingen met een bepaald merk margarine, dan dat je in de publieke sector mensen aan je probeert te binden. In veel gevallen hoef je ze immers helemaal niet vast te houden en is het eerder zaak om zo goed en zo snel mogelijk van ze af te komen.

Inmiddels zijn we weer wat decennia verder en liggen de hoogtijdagen van de marktwerking in de publieke sector al weer enige tijd achter ons, al worstelen we nog dagelijks met de gevolgen ervan (extreme schaalvergroting, controleculturen, detailbeheersing). Er is – sla de trends in managementland er maar op na – weer volop aandacht voor zachte sturingselementen. We spreken niet meer over producten, maar hebben het liever over impact. Besturen doen we niet alleen op harde bedrijfsinformatie, maar ook op waarden. De kilheid van het marktdenken met zijn fixatie op concurrentie en schaalvergroting, begint plaats te maken voor de warmte van samenwerking, openheid, transparantie. Er is zich, zo zou je met wat goede wil kunnen zeggen, een andere sturingstaal aan het ontwikkelen in de publieke sector. Een taal die ontsnapt aan de dominantie van het economisch denken en die meer recht doet aan het feit dat het in de publieke sector uiteindelijk altijd om een uitwisseling gaat tussen mensen. Prima ontwikkeling lijkt mij.

Maar als ze het even niet meer weten, dan komen de bestuurders en toezichthouders toch altijd weer met hun cliënt/burger-waar-alles-om-draait op de proppen. De filosofie van de Heilige Client/Burger lijkt als het ware in hun DNA geprogrammeerd. Een geloofsartikel waar het kennelijk moeilijk afscheid nemen is. Vandaar mijn voorstel om daar vanaf nu maar een goed op door te vragen. Och ja, de cliënt/burger? Wat bedoelt u er precies mee? Wat draait er nu precies om de cliënt/burger? Hoe uit zich dat?

Mensen zullen daar geïrriteerd op reageren, tenminste dat is mijn ervaring. Het tornen aan evidenties maakt je niet direct populair. Maar het is nodig om duidelijk te maken dat de cliënt/burger-dooddoener een mentale blokkade vormt om de publieke sector te ontdoen van een versleten mantra en te voorzien van een nieuwe taal. We hebben een nieuwe vocabulaire nodig dat er op gericht is om woorden te geven aan het feit dat het in de publieke sector niet om consumeren gaat, maar eerst en vooral om het aangaan van doelgerichte betrekkingen.

Uiteindelijk gaat het in de publieke sector om relaties tussen deskundige professionals en niet-professionals (burgers, cliënten, patiënten) met een behoefte. De kunst is om die betrekkingen zo inhoud te geven dat ze publieke doelen optimaal dienen. Die doelen zijn akelig concreet: goed onderwijs, bestaanszekerheid, een rechtvaardige samenleving, inclusie, enzovoort. Daar horen relationele ingrediënten bij als mededogen, deskundigheid, solidariteit, engagement, geïnformeerdheid, geduld en aandacht nog veel meer. Dat type begrippen raken aan de essentie van de publieke sector en daarvoor moeten we dus ook in het spreken, analyseren en vooral ook verantwoorden ruimte voor maken en dat lukt niet als die ruimte in beslag wordt genomen door mythische cliënten of heilige burgers. Weg ermee dus.

Want laten we in de publieke sector vooral ook eens eerlijk zijn. We zijn er voor cliënten/burgers, hou toch op. We doen het om er de kost mee te verdienen, omdat mensen mensen willen helpen, omdat de samenleving er beter door functioneert, omdat we er plezier in hebben en nog vele andere goede en slechte redenen. Het is niet in de laatste plaats, Abraham de Swaan zei het al zo’n dertig jaar geleden, ‘welbegrepen eigenbelang’. Het heeft geen zin dat te maskeren door cliënten/burgers op een troon te blijven tillen die voor niemand nog enige betekenis heeft.

Deze bijdrage verscheen in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken, nr. 4/2018.
Aparte (aanjaag- of regio-)teams voor verwarde personen zal niets oplossen
Kies een periode: april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004