Kinderen en jongeren leven in een snellere en complexere wereld dan toen hun ouders jong waren. Ze missen de vaste bakens en oriëntatiepunten van weleer. Om hun weg door het leven te vinden hebben ze een flinke dosis zelfsturing nodig. Deze zelfsturing moet worden ontwikkeld in eigentijdse vormen van participatie en betrokkenheid. De nieuwe sociale werkelijkheid van kinderen en jongeren in gezin, school, buurt, vrije tijd en arbeid wordt in dit boek ontleed. Daarbij is veel aandacht voor de ervaringen die zij opdoen. Benadrukt wordt het belang van een breed en divers spectrum van levenservaringen: van omgang met ouders, leerkrachten en leeftijdgenoten, via internet, vrije tijd, stages, (vrijwilligers) werk en reizen naar inleving in andere culturen. Daar waar de jongeren te weinig kansen krijgen of waar hun ervaringswereld dreigt te verschralen, moet de overheid inspringen en faciliteiten bieden. Ze zou een jeugdervaringsbeleid moeten ontwikkelen dat waakt voor eenzijdigheid en dat participatie van jongeren stimuleert in door henzelf gekozen vormen en varianten.