Personeelstekort
We spreken over klimaatverandering, over stijgende zeespiegels en opstuwend grondwater, die ons het water tot aan de lippen doen stijgen. En we trekken onze portemonnee, althans dat doet de regering namens ons. Alarmfase één is immers aangebroken.
Ik wil aan de urgentie van deze milieuproblemen helemaal niks afdoen. Ik heb jarenlang een partij vertegenwoordigd die als eerste (en vaak als enige) aandacht heeft gevraagd voor het milieu dus in dat opzicht kan ik alleen maar blij zijn.
Maar dat neemt niet weg dat ik elke dag weer verbaasd ben dat de ene ramp (die van het milieu) ineens tot grote inzichten en stevige maatregel leidt, terwijl een andere ramp waarvan de consequenties misschien nog wel eerder in onze levens zullen doordringen onbesproken blijft. Geen deltaplan, geen honderden miljoenen Haags geld, je hoort er niemand over.
Ik heb het over de handen aan het bed, de dienders op straat, de onderwijzers op school, de thuiszorgers, de maatschappelijk werkenden, de verpleegsters, de straatwerkers, de jongerenwerkers, de woonbegeleiders, de opvangmedewerkers. Ik heb het over alle contactwerkers en frontwerkers in de publieke sector. Ik heb het over vacatures waarop vrijwel niemand meer reageert. Ik heb het over een personeelstekort dat onze samenleving op zijn grondvesten zal doen trillen.
Niemand praat erover, althans in Den Haag.
We hebben eerder al iets van dit probleem kunnen proeven, maar er kennelijk toen niets van geleerd. Vanaf halverwege de jaren negentig boomde de Nederlandse economie met groeicijfers die de hoogste waren sinds de jaren zestig. Het gevolg was dat de banenmachine in dit land op volle toeren begon te draaien en de werkeloosheidscijfers naar een laagterecord daalden. Iedereen was nodig, iedereen kon een baantje vinden. De krapte ontstond als eerste in die sectoren die een lage professionele status hebben, waar weinig verdiend wordt en hard gewerkt moet worden. Inderdaad: de verpleegsters, de thuiszorgsters. Maar ook in het welzijnswerk waren de vacatures nauwelijks meer te vervullen. Je kon zelfs spreken van een leegloop: als mensen in deze regionen van de arbeidsmarkt even de kans kregen om elders aan de slag te gaan dan deden ze dat. Liever snel verdienen in het bedrijfsleven, dan tegen lage beloning hard bikkelen aan het bed of op straat. Dat duurde tot 2000, waarna de economie instortte, alle lucht uit de bedrijven geperst werd en mensen weer het handwerk van de verzorgingsstaat op zich moesten nemen. Simpelweg, omdat er weinig anders was.
Het had een les moeten zijn.
Het werd het niet. In plaats van het verhogen van de professionele status van het frontwerk, van het handwerk, gingen we deze werkers in het kader van efficiencyverbetering ringeloren, disciplineren, protocoliseren. In plaats van het investeren in mensenwerk maakten we van dit werk managementtools. In plaats van het versneld opwaarderen van de beloning, maakten we meer deeltijdwerk mogelijk, in de hoop de vrouwelijke reserve op de arbeidsmarkt te kunnen benutten. In plaats van bestaanszekerheid introduceerden we prijsconcurrentie, wat een neerwaartse druk op de beloning van de handwerkers inhoudt.
We deden alles wat fout was.
En nu trekt de economie weer aan. Met dezelfde effecten als in de jaren negentig: als het even kan zoeken mensen elders emplooi. Vacatures in zorg en welzijn zijn steeds moeilijker te vervullen. We gaan niet alleen op herhaling, we komen steeds ernstiger in de problemen. Want de ontwikkeling van de bevolking (vergrijzing en ontgroening) maakt dat deze leegloop van arbeidssectoren met de laagste professionele status bij elke fase van economische hoogconjunctuur een steeds structurele karakter krijgt. De hoop dat het wel weer aantrekt als de overspannen economie een tandje lager gaat draaien zal steeds ijdeler worden. Terwijl door vergrijzing en multiculturalisering de behoefte aan het handwerk van de verzorgingsstaat toeneemt, zullen er steeds minder mensen geroepen zijn om het werk te doen.
Tekort aan onderwijzers, tekort aan verplegend en verzorgend personeel, tekort aan opbouwwerkers, tekort aan wijkagenten, tekort aan mensen die in het publieke domein het woord voeren en de publieke zaak een gezicht moeten geven. Daar kan je dus geen Polen voor importeren. Dat werkt niet.
Het enige wat een beetje werkt is vijf jaar lang een loonsverhoging van gemiddeld tien procent. Om te beginnen.
Maar daar hoor je dus niemand over.
===================================================================
Download hier de tekst.