JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - april 2009
TSS-column: Waar was Jos van der Lans?
Jos van der Lans was bij het jubileumcongres van de Fontys Hogescholen Sociale Studies in Eindhoven. En ergerde zich aan een paneldiscussie die alle kanten uitslingert en niet gaat over waar het over zou moeten gaan.


Het was een mooi onderwerp, waarmee de Fontys Hogeschool Sociale Studies haar 70-jarige bestaan vierde op dinsdag 21 april. Het lustrumcongres had als thema meegekregen: Identiteit van de sociaal werker, verleden en toekomst. Dat is een actueel onderwerp want de identiteit van sociaal werkers komt de laatste tijd weer volop in discussie. En dat kan geen kwaad, want welzijnsprofessionals hebben te lang als kop van jut gefungeerd. Een nieuw elan, een nieuwe zelfbewuste identiteit, ja, dat kan het sociaal werk wel gebruiken.
Toegeven, het oogt een beetje lullig om als zeventigjarige over je identiteit te moeten spreken. De vraag wat je dan die zeventig jaar hebt gedaan ligt dan voor de hand. En die vraag kan niet alleen aan de Fontys Hogescholen worden gesteld, maar is ook te adresseren aan de sociaal werk opleiding van de Hogeschool van Amsterdam, die later dit jaar de leeftijd bereikt van 110 jaar. In 1899 startte in de hoofdstad de eerste beroepsopleiding voor maatschappelijk werkers: de Opleidingsinrichting voor Sociale Arbeid. Het zou zo maar kunnen dat ook de Amsterdammers bij hun lustrumviering bij zichzelf gaan stilstaan.

Mislukt
Ik was in Eindhoven om mijn steentje bij te dragen aan deze identiteitsspeurtocht. En om de nieuwe, geheel herziene, en verbeterde versie van de CANON SOCIAAL WERK ten doop te houden. (Zie weblog, 21 april.) Die canon levert namelijk voldoende stof tot overpeinzing om de vraag te beantwoorden hoe het kan dat na ruim een eeuw professioneel werken en opleiden er kennelijk toch sprake is van een identiteitscrisis van sociaal werkers. Laat ik een paar overwegingen aanreiken, misschien dat ze daar later dit jaar in Amsterdam hun voordeel mee kunnen doen. De geschiedenis maakt duidelijk dat – anders dan medisch specialisten bijvoorbeeld – sociaal werk geen vastomlijnd beroepsveld is. Zoals een arts in de loop der eeuwen over steeds meer kennis en steeds beter onderzoeks- en operatietechnieken beschikt, zo ontbeert het sociaal werk zo’n geschiedenis. De afgelopen jaren is – weten=meten, evidence based practise – een poging gedaan om voor het sociaal werk ook zo’n geschiedenis te schrijven. Het feit dat de identiteitsvraag desondanks toch weer opspeelt wijst erop dat die poging als mislukt moet worden beschouwd. Zo’n geschiedenis zit er domweg niet in, hoort kennelijk niet bij de aard van het vak. Dat is op zichzelf al een belangrijke vaststelling.
Betekent dat de sociaal werker zich dan maar bij zijn vage lot moet neerleggen? Dat hij/zij gemakkelijk aangeschoten wild kan blijven voor iedereen die maar wat wil roepen? Nou, als de geschiedenis iets duidelijk maakt, is het wel dat dat nergens voor nodig is. Want er mag dan weliswaar geen kennishandboek sociaal werk zijn, met standaarddiagnoses en standaardrecepten, tegelijkertijd maakt de geschiedenis aantoonbaar duidelijk dat de kwaliteit van onze verzorgingsstaat niet zonder de dagelijkse inspanningen van sociaal werkers kan, dat de kwaliteit van buurten en wijken voor een groot deel getekend wordt door wat sociaal werkers er uitspoken, dat de kwaliteit van nogal wat levens van mensen gestuurd wordt door de inzet van sociale professionals.
Eigenlijk heeft een arts het dus makkelijker. Hij heeft wel zo’n handboek met een enorme batterij kennis waar hij uit kan putten. Een sociaal werker heeft dat in veel mindere mate. Hij is afhankelijk van de context, van omstandigheden, van anderen, van geld, en moet in die onvoorspelbare onvoorzienigheid professionele besluiten nemen. Moeten we streng zijn of vriendelijk? Handhaven of hulpverlenen? Toespreken of meebuigen? Dwingen of dringen? Kwaad worden of glimlachen? Zo bezien stijgt het sociaal werk met stip op de ranglijst van moeilijke beroepen, want ga daar maar eens aan staan.

Levenservaring
De vraag die vanuit dit perspectief voor beroepsopleidingen relevant is: leveren wij mensen af die dit ingewikkelde werk naar behoren kunnen verrichten? (Mijn antwoord is: nee!) En wat hebben ze daarvoor nodig, niet alleen aan methodische en theoretische kennis, maar ook aan zelfvertrouwen, aan beroepstrots? En zijn de professionele organisaties waar de beroepsopleidingen mensen aan afleveren eigenlijk wel in staat om deze professionals optimaal verder tot ontwikkeling te laten komen? Als het zo’n ingewikkeld vak is, mag je ervan uitgaan dat levenservaring een belangrijke rol speelt? Hoe waarderen we dat dan? Speelt dat eigenlijke en goede rol in de praktijk? Dat zijn de vragen waar de identiteitsdiscussie op de beroepsopleidingen over zou moeten gaan. Maar dan moeten ze dat niet, zoals in Eindhoven, aan een paneldiscussie overlaten, met wat willekeurig bij elkaar geraapte vertegenwoordigers uit het veld, die onder leiding van een slecht voorbereide voorzitter vluchten naar een metataal waar geen levend mens meer in voorkomt, geen kritische noot gekraakt wordt en waarbij het gesprek alle kanten opslingert en niemand er eigenlijk nog een touw aan vast kan knopen. Dat soort weinig inspirerende discussies horen nu juist bij de oude welzijnsprofessionaliteit, die we achter ons moeten laten. Laten we hopen dat ze bij de lustrumviering in Amsterdam een stap verder komen. Per slot van rekening zijn de Amsterdammers maar liefst veertig jaar ouder dan de nog tamelijk jonge Eindhovenaren.
Deze column verschijnt in het mei-nummer van www.socialevraagstukken.nl/.

De mythe van de mondige patient
Interessante uitspraak vandaag in de Volkskrant van Frans Meijman, hoogleraar publiekscommunicatie, die zo in mijn boek Ontregelen zou passen. Met Stephen Snelders heeft hij het boek geschreven De mondige patiënt – historische kijk op een mythe en als de Volkskrant-redacteur hem vraagt of de patient nu mondiger is geworden, antwoordt Meijman:
’Er zijn aanwijzingen dat de invloed van de patient in de spreekkamer afneemt. Dat komt onder meer door de protocollen. Als iemand een bepaalde klacht heeft, volgt de arts het protocol dat daarbij hoort. Hij kijk in zijn computer en vinkt dingen af. Dat móét hij ook. Hij wordt er op afgerekend als hij het niet doet. Die protocollen zijn gebaseerd op de wetenschap en in de loop der tijd helemaal uitgekristalliseerd. Nou dan moet je als patient van goeden huize komen om daar tegenin te gaan. Je kunt als arts nog zoveel communicatietraining hebben gehad de computer bepaalt steeds meer wat er tijdens het consult gebeurt.
Interessant boek lijkt me. Voor meer info klik hier.

CANON SOCIAAL WERK REVOLUTIONAIR VERBETERD


De Canon Sociaal Werk Nederland, versie 2.1, is vanaf vandaag officieel in de lucht. Vanmiddag rondom de klok van half drie werd de geheel vernieuwde versie van de Canon officieel ten doop gehouden door de Eindhovense wethouder Don. Hij verricht deze opening tijdens het jubileumcongres van de Fontys Hogeschool Sociale Studies te Eindhoven die dit jaar haar zeventigste verjaardag viert.

De nieuwe versie van de Canon is de laatste maanden met behulp van een subsidie van het ministerie van VWS en het Vlaamse departement van Welzijn geheel op de schop genomen. Het aantal vensters is uitgebreid van 35 naar 50, de literatuurverwijzingen en links zijn enorm toegenomen, klassieke teksten uit de geschiedenis van het sociaal werk zijn op de site beschikbaar gekomen, er zijn verkorte routes aangelegd per werksoort, de zoekfunctie is uitgebreid, er is een Canon met intrernationale inspiratiebronnen in ontwikkeling genomen, en - niet onbelangrijk - de site heeft een frisse eigentijdse vormgeving gekregen.

Met deze kwaliteitsinvestering wil de redactie zowel de informatiewaarde als de gebruikswaarde van de Canon verbeteren. Daarbij streeft zij er naar dat de Canon zijn weg zal vinden in het beroepsonderwijs, waar de belangstelling voor de geschiedenis van het vak de laatste jaren zichtbaar toeneemt. De studieopdrachten die nu bij elk venster zijn opgenomen leveren daar het eerste materiaal voor. Om de vensters makkelijker in de context van de tijd te kunnen plaatsen is elk venster gelinkt met het daarbij horende tijdvak, conform de indeling in tien tijdvakken zoals die momenteel in het lagere en voortgezet onderwijs in Nederland wordt gehanteerd.

Het fascinerende van deze uitdijende Canon Sociaal Werk dat hij een steeds aantrekkelijker doelwit is van kritiek. Hoe vollediger de Canon suggereert te zijn, hoe duidelijker de hiaten en omissies voor het voetlicht treden. De redactie juicht deze kritiek van harte toe. Zo moet de Canon ook werken: als een uitnodiging om er iets aan toe te voegen, om mee te denken en mee te schrijven. In elke versie kondigt zich daarom in feite al weer een volgende versie aan. De redactie droomt ervan dat de Canon op deze manier in de toekomst een wikipedia-achtige productiestructuur krijgt. Zo kunnen er per werksoort deelcanons ontstaan, waarvan een enkel venster in de hoofdcanon terecht komt, maar een flink aantal in een eigen werksoortcanon een plek vinden. De verkorte versies die in de nieuwe versie per beroepsveld mogelijk zijn gemaakt, zouden door een dergelijke uitbreiding nog aanmerkelijk aan kwaliteit en informatiewaarde kunnen winnen.

Kortom, ga zelf kijken (het kan nu al), dwaal door de rijke geschiedenis van het sociaal werk in Nederland en aarzel niet om uw oordeel en opmerkingen kenbaar te maken.

Klik op: www.canonsociaalwerk.nl

De redactie
Jos van der Lans, Maarten van der Linde, Jan Steyaert en Wim Verzelen

Klik hier voor de sheets van mijn presentatie.


Klik voor een verslagje op de Fontys-site hier. Ook is er inmidels een berichtje verschenen op de site van Zorg + Welzijn



Versie 2.1 werd vandaag op de Fontys Hogeschool Sociale Studies in Eindhoven gepresenteerd. Op de onderste twee foto’s leggen redacteuren Jan Steyaert en Maarten van der Linde de Canon uit tijdens een speciale workshop die aan de Canon werd gewijd.

Stamgast in STAND.CAFÉ


Voor wie mee wil luisteren. Vandaag ben ik tussen 18.30 uur en 19.00 weer aand de beurt als stamgast bij het NCRV-programma Stand.Café.
Nieuwe versie CANON SOCIAAL WERK bijna af


Het wordt prachtig de nieuwe versie 2.1 van de CANON SOCIAAL WERK. Asls u op deze link klikt krijgt u een heel klein beetje een indruk. Achter de schermen wordt nu aan een geheel nieuwe strakke vormgeving gewerkt, die a.s. dinsdag wordt gepresenteerd op het jubileumsymposium van de Fontys Hogeschool Sociaal Werk in Eindhoven. Dus nog vier dagen geduld. De vernieuwde site bevat nu ook echte aanbevelingen van onze maatschappelijke aandeelhouders, waarvan u er twee hier boven al kunt bewonderen.

PvdA-salarissen

Vandaag stond een bezoekje aan Burgers Zoo in mijn agenda, waar de corporatiewereld afscheid zou nemen van Willem van Leeuwen. Ik twijfelde al of ik zou gaan, maar mijn voornaamste argument was niet zozeer Willems gouden handdruk van één miljoen euro, maar het feit dat Burgers Zoo voor iemand zonder rijbewijs een nogal OV-onvriendelijke locatie is. Eigenlijk alleen met de auto te bereiken. Maar kennelijk heeft in volkshuisvesting-directeurenland iedereen een auto. En vast wel een dure, vermoed ik zo.
Maar ik hoefde niet te aarzelen, want het feestje ging niet door. De voorzitter van de Raad van Commissarissen Hans Alders (PvdA) heeft het festijn gezien de commotie over Willems miljoen afgeblazen. Dat is wel weer jammer, want ik had Eberhard van der Laan (PvdA) wel eens van leer willen zien trekken tegen zijn partijgenoten Alders en Calon, de beoogde nieuwe voorzitter van Aedes, die kennelijk pas bereid is deze kar te trekken als hij voor drie dagen 200.000 euro krijgt betaald.
Margriet Meinderstma (PvdA), mijn voormalige en zeer gewaardeerde collega in de Eerste Kamer, vindt dat, zo blijkt uit de Volkskrant van hedenochtend (zie hiernaast) niet eens ‘buitensporig hoog’ als je het ‘terugrekent naar een uurbedrag’.
Pardon? Toch maar even de achterkant van het sigarenkistje erbij gepakt. Daar gaat ie: een jaar telt 52 weken, waarvan vijf weken vakantie (topbestuurders gaan vaak langer, maar oké, we moeten niet overal om zeuren), blijft over 47 weken, waarin meneer Calon 24 uur voor Aedes werkt, dat zijn 1128 uur. Hij krijgt 200.000 euro, gedeeld door 1128 = € 177,30 per uur. Volgens Margriet Meindertsma (PvdA) is dat niet buitensporig hoog te noemen. Ja, het zijn de tarieven die Margriet voor een organisatieadvies wellicht zelf in rekening brengt, maar die voor een gegarandeerd vast dienstverband toch tamelijk ongewoon zijn.
Laten we het bijvoorbeeld eens vergelijken met de norm van de corporaties zelf, zoals niet lang geleden door Aedes zelf is vastgesteld, op voorstel van de commissie-Izeboud. Die kwam uit op een maximumsalaris van 211.543 euro, maar dan wel bij een veertigurige werkweek. Even rekenen: 211.534 : (47 x 40) = € 112,50 per uur. Zeker, geen gek salaris, maar waarom moet meneer Calon (PvdA) 50% boven de norm van Aedes zitten?
De commissie-Izeboud gaf aan haar advies de regel mee: pas toe of leg uit. Dit zal nog heel wat redeneerkunst vergen van voormalig PvdA-minister en Commissaris van de Koningin Hans Alders. Want Calon was PvdA-gedeputeerde, en die hebben nog steeds geen salaris dat boven de Balkenende norm uitkomt, dus naar zijn vorige baan kan hij niet verwijzen.
En ach ja, die arme Balkenende. Toch ook maar even zijn uurloon berekend. Daar gaat ie: 166.000 : (47 x 40) = € 88,30. Dat is twee keer zo weinig als Calon. Mocht de PvdA ooit nog een verkiezing winnen, dan hebben de sociaal-democraten wel een probleem. Te vrezen valt dat ze in eigen gelederen niemand meer kunnen vinden die zin heeft om voor deze onderbetaalde job uit de veren te komen.


Naar een bestuurders-CAO publieke sector

Vroeger – ja,ja, opa vertelt – was het heel gebruikelijk dat directeuren van publieke organisaties een beloning kregen volgens een functieschaal. Zoals alle werknemers zaten ze dan ook gewoon in een ‘loongebouw’, natuurlijk, wel in de hoogste regionen, maar in feite volgden ze een CAO. En die schalen waren goed vergelijkbaar met de hogere ambtenarenschalen, die we tegenwoordig aanduiden als schaal 15 tot en met 18. Daar vind je tegenwoordig de overheidsmanagers. Daar kan een corporatiedirecteur, denk ik, ook goed van leven.
Toen die directeuren bestuurders werden, corporaties zijn daar mee begonnen vanaf de aankondiging van staatssecretaris Heerma eind jaren tachtig dat hij de ‘gouden koorden’ met de overheid ging doorsnijden, is dat principe verlaten. Directeuren werden bestuurders en traden daardoor als vanzelfsprekend uit dat oude loongebouw. Niet meer een functieschaal dicteerde hun beloning, maar hun Raad van Commissarissen, die ze in veel gevallen zelf aanzochten. Het gevolg was dat hun beloning exponentieel is gestegen en aan elke logica is ontsnapt. Het is een vrije kwestie geworden, die wonderwel altijd tot meer, meer, meer en nooit tot minder leidt. En omdat de verenigingen meestal ook meteen opgedoekt zijn, is er ook geen ‘parlement’ in hun organisatie meer die paal en perk aan deze beloningswedloop kan stellen.
Dus heb ik wel eens gesuggereerd in een gezelschap goedbetaalde corporatiebestuurders, waar wij spraken over de formidabele groei van topverdieners in de sector: laten we gewoon weer een loongebouw maken. Een soort bestuurders CAO, met een heldere logica. Dan kan de sector ontsnappen aan de geur van graaien en zelfverrijking. Dan wordt het voor iedereen weer helder, ongeveer zoals de commissie-Izeboud dat voor de corporatiesector heeft voorgesteld.
Dat vonden de bestuurders niks. Ze hoorden niet in een CAO thuis, omdat ze immers een aparte positie hebben. Ze droegen een veel grotere (eind)verantwoordelijkheid dan een gemiddelde werknemer in loondienst en zo hielden ze allemaal voor: er was ook een veel groter afbreukrisico. Als ze faalden stonden ze immers zo op straat. Dat rechtvaardigde, zo lieten ze me weten, ook hun hoge lonen. Daar zat een soort verzekering in voor als ze het veld moesten ruimen. Het was een soort indekkingspremie.
Ik moet daar vaak aan denken, als er weer eens een bestuurder aan de kant wordt gezet en hij een paar jaarsalarissen en een in de tonnenlopende pensioencompensatie meekrijgt. Niet in een soort CAO willen, maar als de nood aan de man is je er wel naar gedragen. Dan ben je precies de werknemer die je altijd niet wilde zijn, dan volg je exact de regels die de kantonrechter in acht neemt als hij een voor een werknemer ontslagvergoeding vaststelt. Dan incasseer je dubbel, jaren indekpremie en op het ontslag toe een stevige ontslagvergoeding.
Van dit type selectief winkelen word ik een beetje misselijk. Daarom moeten die bestuurders gewoon weer in een fatsoenlijk loongebouw worden opgenomen, een publieke sector bestuurders CAO. Dat lijkt me een prima taak voor de nieuwe Aedes-voorzitter, jammer alleen, dat hij al voor zijn aanstelling al weer elke geloofwaardigheid op dit punt naar de knoppen heeft geholpen.
Zou het ooit nog goed komen?
Nieuw ontwerp garagedeur







Na jaren soebatten kreeg onze garagedeur in ons BO1-complex eindelijk een vrolijk en passend uiterlijk. Ontwerp garagedeur: Anita Markx. Uitvoering: Anita Markx en Henk Nab

Totale update CANON SOCIAAL WERK bijna af


21 april is het zover. Dan presenteren we de nieuwe versie (2.0) van de Canon Sociaal Werk. Met hulp van een aardige subsidie van het ministerie van VWS is de redactie (Jos van der Lans, Wim Verzelenm, Maarten van der Linde en jan Steyaert, zie foto hier rechtsonder) in staat gesteld daar de afgelopen maanden hard aan te werken. Het aantal vensters is uitgebreid van 35 naar 50. De teksten van alle vensters zijn geredigeerd en van een vergelijkbare omvang gemaakt. Elk venster is voorzien van ‘links’ en suggesties om verder te studeren. Er is ‘materiaal’ achter geplaatst dat in pdf-formaat meteen te raadplegen valt. Er zijn per beroepsveld of kenmerkend werkwoord verkorte routes door de Canon aangelegd. Met het oog op het gebruik van de Canon in het beroepsonderwijs zijn er bij elk venster studie-opdrachten geformuleerd. En tenslootte: ter verhoging van de amusementswaarde is er ook nog een Grote Canon Quiz aan toegevoegd, waarin de bezoeker zijn kennis van de geschiedenis kan toetsen, waarbij hij/zij van een koude kermis thuis zal komen als hij/zij niet vantevoren de moeite heeeft genomen om een aantal vensters echt te lezen.
Het werken aan de Canon de afgelopen maanden is niet in het geheim gebeurd. Zoals dat ook bij een fysiek bouwproject mogelijk is kunnen bezoeker gewoon een kijkje nemen bij dit werk in uitvoering. Dat is juist leuk want dan zie je het bouwwerk steeds verder groeien. Je moet natuurlijk wel het adres weten, want dat is anders dan het adres waar de huidige versie te bewonderen valt. Klik op: www.canonsociaalwerk.eu/nl/. en dan zie je ook dat het nog niet allemaal af is.
De grote verandering moet daarbij nog komen, want de vormgeving zoals je die hierboven ziet en ook ziet als je nu een kijkje neemt is niet de definitieve vormgeving. Het geheel wordt vlak voor de officiële lancering voorzien van een geheel nieuwe vormgeving. Hopen we, want dat het zal nog een hele toer zijn om dat voor elkaar te krijgen.

En de versie die op 21 april, tijdens een congres in Eindhoven ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van Fontys (voor meer informatie zie: www.fontys.nl/socialestudies), getoond zal worden is nog lang niet voltooid. Het is een eerste oplevering aan een bouwwerk dat voordurend moet groeien.
Onderdeel van het project is dat ook de Vlaamse versie nog nog uitgebreid en geredigeerd gaat worden, dat gebeurt deze zomer. En er is een internationale Canon in de maak. Daarin komen buitenlandse denkers die een belangrijke invloed hebben gehad op het sociaal-maatschappelijke werk in Nederland. Ook dat werk is in uitvoering en je kunt de vorderingen bekijken: www.canonsociaalwerk.eu/int/. Deze internationale Canon hopen we in een eerste versie (1.0) begin juni te presenteren op een conferentie waarbij docenten sociaal werk uit de HBO-opleidingen over het geschiedenis-onderwijs praten. Wie daar meer over wil weten, moet even een mailtje sturen naar: info@josvdlans.nl


We hebben al een tas

Gruwelijk, gruwelijk. Er hangt een man aan de telefoon die vanuit zijn auto belt namens Price, Waterhouse & Cooper. In opdracht van het ministerie van VROM moet hij een conferentie organiseren over de achter-de-voordeur-aanpak in het kader van de wijkaanpak. ‘Zegt u dat wat?’, vraagt hij mij als een soort check of hij wel aan het juiste adres is. Hij heeft namelijk van iemand anders gehoord dat hij mij moet vragen om deel te nemen aan een panel tijdens deze VROM-conferentie. Uit alles blijkt dat hij niet de geringste moeite heeft gedaan om zich in mijn betrokkenheid bij het onderwerp te verdiepen. Maar dat mag niet verhinderen dat enige bescheidenheid hem vreemd is.
Enfin, ik ben de datum dat hij mij in een forum wil zien verhinderd, maar meldt hem dat hij dan iemand moet vragen uit Amsterdam die veel weet van de Eropaf-aanpak, omdat die natuurlijk in zo’n VROM-programma niet mag ontbreken. ‘De wat-aanpak?’, vraagt de man van PWC mij vanuit zijn auto.
Ik herhaal nog maar eens het woord Eropaf-aanpak, en voeg daar terloops aan toe dat iemand die een VROM-conferentie over ‘achter-de-voordeur’ organiseert daar toch wel van gehoord zal hebben.
‘Jazeker’, zegt hij snel, ‘ik kon het even niet verstaan vanwege de ruis in de auto.’
‘Ach’, vervolg ik, ‘het wil nog wel eens voorkomen dat mensen van grote adviesbureaus dingen te organiseren, waar ze in het geheel geen verstand van hebben. Maar gelukkig bent u niet zo iemand!’
‘Nee’, zegt de PWC-man wat schaapachtig in zijn ruizende auto, ‘zo iemand ben ik niet.’

Uurtje-factuurtje
Als de om zich heen grijpende economisch-financiële crisis aan een ding een einde moet maken is het wat mij betreft aan dit soort praktijken. Aan die beledigende cultuur van de snelle geldverdieners, mensen van adviesbureaus die klussen opknappen, die niet de moeite nemen zich ergens in te verdiepen, de telefoon grijpen en doen alsof de wereld met een paar gesprekken naar hun hand te zetten is. Types die klokken en klepels niet uit elkaar kunnen houden en daar ook niet van plan zijn enige inspanning voor te leveren.
Dat begint natuurlijk al bij zo’n ministerie. Daar komt de wens op tafel om al de achter-de-voordeur-initiatieven nu maar eens te ‘evalueren’. Misschien moeten we dan ook een conferentie organiseren, denkt de dienstdoende directeur-generaal vervolgens. Je zou zeggen, een leuk klusje voor de afdeling wijkaanpak, die daar al tijden mee bezig is, maar nee hoor, zo’n gedachte is al decennia geleden uit het departement verbannen.
Zoiets besteed je uit!
En dan nog zijn er talloze instellingen, mensen en organisaties die met verstand van zaken en gecombineerd met een beetje degelijk congresbureau zo’n conferentie kunnen uitdenken en voorbereiden, zodat je een prima state of the art zou kunnen krijgen. Maar helaas, die organisaties zijn te klein, te onbekend, te jong, te dynamisch en komen bij voorbaat niet in aanmerking. Want de opdracht gaat naar een groot en respectabel bureau (na een heuse aanbesteding bij drie vergelijkbare grote bureaus) dat heel goed is in uurtje-factuurtje en altijd wel wat ambitieuze junior-medewerkers heeft die graag de telefoon grijpen om zich niet gehinderd door enige kennis zo snel mogelijk door de klus te slaan.
Als dit soort geldverslindende reflexen uit alle lagen van ons staatsbestel verwijderd zouden worden, schat ik de besparing al snel op zo’n 100 miljoen euro. Ten minste. Want als we gewoon paal en perk gaan stellen aan elke aandrang om elk probleem door ‘externen-van-naam’ te laten onderzoeken dan kan het oplopen tot het vijfvoudige, zegge een half miljard euro. Gewoon even een jaar geen Price Waterhouse & Cooper, geen McKinsey, geen Berenschot, geen KPMG, geen BMC, geen Zwijnstra en Gudde, maar al het werk naar bureaus die niet meer dan tien mensen op de loonlijst hebben en wiens prijzen onder de 1250 euro per dag liggen. Het zou een geweldige investering betekenen in de zo geliefde creatieve klasse en een dikverdiende opdonder voor al die conglomeraten praatgrage snelverdieners die hun computers laten ratelen om de kassa te laten rinkelen.

Chinese plasticfabriek
Maar dat gebeurt niet. Er is geen enkel signaal dat deze crisis gaat zorgen voor een grote schoonmaak in de geldverslindende gemakzucht die de laatste vijftien jaar aan een ongekende opmars is begonnen in de publieke sector. We snoeien liever in mensen en banen dan in de volstrekt nutteloze geldsmijterij omdat dat volgens de nieuwe managementklasse structureel niet aantikt. Daarom gooit men liever een medeweker op straat dan te stoppen met – om maar willekeurig wat te noemen - die volstrekt overmatige kerstpakketten.
Hou daar toch mee op. Geef mensen gewoon een goed boek!
Als we deze crisis zouden kunnen gebruiken om alle overbodige rommel en opsmuk uit onze dagelijkse werkpraktijken te verwijderen dan zou dat een onverwachte meevaller zijn. Weg met al die borrels, die op willekeurig welke dag door de week na een beetje festiviteit geschonken moeten worden. Wie heeft dat verzonnen? Waar is dat goed voor? Ga gezellig met zijn allen naar de kroeg als je zo nodig wat wilt drinken.
Weg met die klakkeloze studiereizen, die in menig overheidsapparaat schering en inslag zijn geworden. Betaal het zelf en neem er vrije dagen voor op. En weg met al die flauwekul die je bij het bezoek aan een congres in je handen gestopt krijgt als je de deur uit gaat. Ik heb thuis een kast met daarin alle tassen die ik na afloop van een congres waar ik beroepshalve ben geweest heb gekregen, vaak nog gevuld met alle mogelijke folders en gadgets. Die kast puilt uit met rugzakjes, goedkope computertassen, plastic aktetassen en schoudertassen, allemaal stuk voor stuk bedrukt met logo’s van de organiserende organisatie. Alles wat in Nederland Polderland een beetje mee wil tellen stopt je na afloop van hun jaarcongres een tas in de hand. Ze ruiken nog naar de Chinese plasticfabriek, waar ze – vermoedelijk onder niet al te beste arbeidsomstandigheden – vervaardigd zijn. Leuk cadeautje? Nou, gewoon een sigaar uit eigen doos, want de blije congresganger (meestal zijn werkgever) heeft daar gewoon zelf voor betaald.
Waar slaat dat eigenlijk op? Hoezo een tas? Al die honderdduizenden congresbezoekers die maand in maand uit met zo’n plastic gedrocht worden opgescheept, hebben ongetwijfeld veel gebreken en tekorten. Maar een ding hebben ze in ieder geval wel: een tas. Dus wat moet je ermee? Aan je kinderen kan je de rommel niet slijten, die zijn wel gek om met zo’n ding te lopen.
Ik maak mij geen illusie. Zoals bij alle voorafgaande crisissen zal ook deze crisis niet het mes zetten in het overtollig vet van onze professionele en ambtelijke organisaties. Zo werkt dat helaas niet. Maar het zou mij een lief ding waard zijn als we met die volkomen krankzinnige tassenuitdelerij ophouden. Als we bij het verlaten van een volgend congres de lieftallige dame (er worden nooit jongens ingehuurd voor het uitdelen van tassen) vriendelijke toelachen en beleefd weigeren het cadeautje in ontvangst te nemen met de mededeling: Hou hem maar, we hebben al een tas!
Dan zou er uit al de ellende toch nog iets goeds voortkomen.
Deze column verschijnt in het april-nummer van TSS – Tijdschrift voor sociale vraagstukken.
Fantasieloos

Hoe langer het duurde, hoe makkelijker de uitkomst was te voorspellen: een fantasieloze uitruil van stoplapjes die alle heilige huisjes in tact laat. Op geen moment maakt dit kabinet de indruk dat ze de crisis wil aangrijpen om doorbraken te forceren. Doodzonde. Ikzelf heb nog geen vijf minuten nodig om – en dan nog alleen gericht op de overheid - mijn pakket maatregelen te verzinnen.

► Onmiddellijke personeelsstop bij alle ministeries en semistaatsbedrijven. Dat doet elk bedrijf dat in de financiële problemen komt: het kost niks, maar bespaart meteen. Belangrijk voordeel: ministeries moeten hoofd en bijzaken gaan onderscheiden en worden gedwongen tot efficiency - een eis die ze al jaren het land opleggen, maar waar ze zelf niks van bakken.
► Er wordt een maximumdagtarief van 1250 euro vastgesteld voor het inhuren van externen. Dat moet gezien worden als een investering in de creatieve klasse van ZZP’ers die tegen lage kosten overheden kwalitatief hoogstaande diensten aanbieden. Het betekent ook de doodsteek voor al die KPMG-achtige bureaus die daarmee de rekening krijgen gepresenteerd voor hun decenniadurende zelfverrijking volgens de methode uurtje-factuurtje.
► Er komt een nullijn voor alle ambtenaren die boven schaal tien zitten. De opbrengst daarvan komt ten goede aan alle ambtenaren die daaronder zitten. De overheid eigent zich machtsmiddelen toe om deze beloningwaarderingssystematiek toe te passen in alle sectoren die met publiek geld betaald worden (gezondheidszorg en onderwijs). Het kost per saldo weinig, het nivelleringseffect is groot en het maakt professioneel uitvoerend werk aantrekkelijker en productiever.

En dan laat ik mijn plannen over ‘staand vergaderen’ (had het kabinet ook moeten doen) en een verplichte dag thuiswerken (voor filebestrijding en asfaltpreventie) hier nog maar onbesproken. Al het geld dat aldus bespaard wordt gaat – uiteraard - linea recta naar mijn investeringsprogramma Groen Nederland, waarmee we elk jaar tenminste twee honderdvijftigduizend daken met zonnepanelen bedekken en twee keer zoveel huizen isoleren, de bodem gebruiken voor zuinig energiegebruik, het autopark binnen tien jaar vervangen door elektrische auto’s, en nog veel meer. Het kan allemaal.
Maar de kans dat het gebeurt is nihil. Want in Den Haag regeren de lobbyisten tegen de vliegtax, de fantasieloosheid en vooral de angst.

Deze column verschijnt begin april in het GroenLinks Magazine.
Kies een periode: september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004