Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
De staatsgreep van de zesde macht na 20 jaar op herhaling in VN
Een tijdje geleden werd ik gebeld door een medewerker van Vrij Nederland, Loïc Michel, die met de invloed van consultants en adviesbureaus bezig was, in Frankrijk een politiek thema en nu wilde hij weten hoe het in Nederland zat. Zo was hij op mijn publicatie De staatsgreep van de zesde macht? die ik als senator in 2001 namens het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks heb geschreven. In die publicatie bekritiseerde we de trend dat de politieke en bestuurlijke macht steeds meer stent op deskundigen van buiten. De overheid dreigt leeg te worden, een domein dat draait op procedures en papierenbeleid, dat voor kennis een beroep doet op deskundigen buiten zichzelf. Die vormen een macht op zich (de zesde macht), maar ook een economie want hun producten moeten wel passen in het verdienmodel van de bureaus (uurtje-factuurtje).Daar moeten we dus goed over nadenken, was de boodschap van de brochure.
Wat is daar van terecht gekomen wilde de VN-medewerker weten? Nou ja, het is er niet minder op geworden. Sterker, de trend is niet gekeerd en heeft zich alleen nog maar versterkt. En in de huidige cultuur is het wantrouwen tegenover de overheid alleen maar groter geworden, met als gevolg dat de neiging van de overheid om voor beleidsbeslissingen deskundigheid in te kopen om zodoende legitimatie te verwerven alleen maar groter is geworden, zeker omdat ook de media staan te popelen om het tekortschieten van de overheid aan de kaak te stellen. Ja dan kan je maar beter leunen op deskundigen van buiten, de consultants, de adviseurs, de commissies.
Enfin, lees hier wat Loïc Michels ervan gemaakt heeft. Deze week verscheen zijn artikel op de site van VN. Daar kan je het nu zelfs afluisteren. De gehele tekst kan je lezen op de website van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), want Paul Frissen die aan deze school verbonden is, komt in dit artikel ook aan het woord (en op de VN-pagina is het al weer achter de betaalmuur beland).Of dit alles ook maar iets zal veranderen is de vraag.
Jay (17) haalt opgelucht adem. Sinds kort woont hij samen met zijn moeder in een aparte woning. De twee hebben zich afgesplitst van het gezin waar de situatie onhoudbaar was geworden. Jay en zijn oudere broer hadden permanent slaande ruzie. De sfeer in het gezin met nog een vader en twee jongere broers was explosief. Dat was al voor corona zo, er was al professionele hulp met het gezin bezig, maar Jay kon toen nog de spanning ontlopen door de straat op te gaan om met zijn vrienden te chillen. Soms was hij nachten van huis, zonder dat zijn ouders wisten waar hij was. En wat hij deed. Maar aan het thuisfront was het dan even rustig.
Corona sloot die escape af. Jay was meer aangewezen op thuis, waar het leven door zijn gedrag onhoudbaar werd. Weglopen naar de straat en vrienden kon niet meer. Alles leek af te koersen op een uithuisplaatsing, aldus de hulpverleners. Om dat te vermijden kwamen de ouders zelf met het voorstel om het gezin dan maar even te splitsen. Dat was even slikken, vooral voor de broertjes van Jay. Maar het werkte wel. Jay hervond de rust. Zijn aartsvijand, zijn oudere broer, heeft hem zelfs al een kaartje gestuurd, waarin hij liet weten dat hij aan zijn broer dacht. Jay: ‘Dat is wel iets waarvan ik denk: hé, wat leuk.’
Mooi verhaal, zou je denken. Maar zo stond het niet in de Volkskrant van maandag 15 februari 2021. Daar werden precies dezelfde feiten op een heel andere manier opgedist. Daar lag niet de nadruk op de praktisch-innovatieve ingreep waartoe de wanhopige ouders hadden besloten (niet kind weghalen uit het gezin, maar kind en één ouder even apart zetten om de gezinsinteractie een reset te geven). Nee, het verhaal van Jay werd ten tonele gevoerd als het bewijs hoe dramatisch corona uitpakte op de levens van jongeren. Dat de situatie al voor corona aanleiding had gegeven tot het inroepen van professionele hulp, werd slechts terloops in een bijzijn aangestipt.
Nee, Jay was afgesneden van zijn sociale netwerk en dat heeft hem de das omgedaan. Een lot dat veel leeftijdgenoten tot wanhoop brengt, aldus de kinderpsychiater en jeugdzorghulpverleners waarnaar in het verhaal moeiteloos wordt overgeschakeld. Zij voorzien het ergste. Na de pandemie wacht ons een nieuwe desastreuze epidemie: die van depressies, stoornissen en burn-outs.
Nu zijn er al heel wat generaties groot geworden met sombere vooruitzichten, aan een gebrek aan werk, aan flexibilisering en tergende bestaansonzekerheid. Maar wat de corona-generatie te wachten staat overtreft alles. De alarmklokken maken overuren. Het Nationaal Centrum Preventie Stress en Burn-Out spande in dit opzicht de kroon. Uit hun onderzoek bleek dat acht op de tien jongeren burn-out dreigden te raken. Een schokkend feit dat als een lopend vuurtje door ons medialandschap trok. Pas toen een nuchtere journalist iets dieper in de materie dook, bleek dat het Centrum alleen jongeren had onderzocht die eigenlijk al burn-out- en stressverschijnselen hadden. Het hele onderzoek was eigenlijk niet meer dan een reclamefolder met corona als verkoopargument.
Onbedoeld legde het Centrum wel de vinger op de zere plek. Corona blijkt vooral alles uit te vergroten wat al niet goed was, wat problematisch was, wat ongezond was. Precies wat er bij Jay gebeurde, die al lang op weg was naar een volledige ontsporing. Precies wat er op scholen gebeurt waar de kansenongelijkheid zichtbaar toe is genomen. Achterstanden werden groter, het problematische werd problematischer. Het is door corona ineens onder het vergrootglas gekomen. Corona bracht aan het licht dat we eigenlijk heel veel zaken maar op hun beloop laten. We sukkelen maar wat door met hulpverlening aan gezinnen als dat van Jay en zijn ouders, we deden eigenlijk niets meer aan leerachterstanden op school. We waren het contact met jongeren in probleemwijken kwijt. En zie: plotsklaps is het een thema. Door Corona hebben de ouders van Jay een uitweg geforceerd die navolging verdient. Na de coronarellen ontdekken gemeenten ineens weer de betekenis van jongerenwerk en constateren ze dat ze de expertise die daarin aanwezig was eigenlijk te grabbel hebben gegooid.
In plaats van ten prooi te vallen aan somberheid, moet het devies zijn: we zijn wakker geschud. We moeten ons focussen op creatieve ideeën, slimme oplossingen en nieuwe energie om sociale problemen aan te pakken die we al lang voor corona veronachtzaamd hadden. Dan houden we tenminste nog iets productiefs over aan het corona-leed, want al die zorgelijke voorspellingen over toekomstige generatie leveren niets op. Die les heeft het verleden ons inmiddels wel geleerd.
Deze bijdrage verscheen in het Tijdschrift voor sociale vraagstukken, nr. 1/2021.
maa18
Huurpeil - Huurders & huizenbezit
Waarom zou je perse arm moeten blijven als je – na jarenlang wachten – een corporatiewoning hebt verworven?
Het bericht dat NRC eind januari in de krant zette, was wel van het soort dat je even met de ogen deed knipperen. Uit onderzoek van de krant bij het kadaster was gebleken dat meer dan duizend huurders van corporatiewoningen samen ruim 3300 woningen bezitten. De kroon in de berichtgeving spant een huurder in de gemeente Súdwest-Fryslân die maar liefst 59 huizen in bezit heeft. Wie dat is, bleef onbekend. Privacywetgeving verbiedt dat gegevens te herleiden zijn tot namen en rugnummers van burgers, zo meldde de krant. De enige reactie van een desondanks achterhaalde ‘schreefeigenaar’ was er een van verbazing. De man was zich van geen kwaad bewust: ‘Ik betaal toch altijd mijn huur.’
Treffender is het verschil in beleving tussen corporatiehuurders en beleidsdenkers eigenlijk niet uit te drukken. Voor corporatiemensen zijn sociale huurwoningen er voor groepen met een krappe beurs, in de werkelijkheid van gewone mensen is het verwerven van een sociale huurwoning geen bewijs van hun armlastigheid, maar een lot uit een jarenlange loterij. Eenmaal in de prijzen gevallen voelen zij zich de koning te rijk. Dus waarom nog verhuizen als het inkomen toeneemt? Waar naartoe dan?
Er zijn in Nederland de afgelopen anderhalve eeuw door corporaties geen 2,5 miljoen woningen gebouwd louter voor armlastigen, zoveel zijn er simpelweg nooit geweest. Ze zijn gebouwd als een collectieve voorziening van goede en betaalbare woningen voor z’n groot mogelijk groep van de bevolking. Daarom noemnde we het ook volkshuisvesting. Dat is een groot succes geworden en dan moet je niet vreemd opkijken dat het grootste deel van deze bewoners, ik schat meer dan anderhalf miljoen, hun huis niet ziet als een gesubsidieerd geschenk van de staat waar ze afstand van zouden moeten doen als hun inkomens stijgen om plaats te maken voor een armer iemand op de wachtlijst. Ze menen dat ze er recht op hebben. En geef ze eens ongelijk.
Een heel klein percentage van hen, 0,04%, heeft nu meer dan één woning aangeschaft. Naar alle waarschijnlijkheid zijn dat mensen die hun huurwoning verworven hebben ruim voor de tijd dat er strikte inkomenseisen werden gesteld. Hun inkomensontwikkeling heeft natuurlijk niet stil gestaan, ze zijn bijvoorbeeld gaan ondernemen en hebben op een of andere manier vermogen verworven en hun geld in de aanschaf van een tweede en derde woning belegd. Dat is heel verstandig, want via rendement op vermogen wordt je sneller rijker dan via het incasseren van loon. Met dank aan de Nederlandse belastingwetgeving die zich extreem coulant opstelt tegenover de vermogenden onder zijn onderdanen. Die betalen nauwelijks belasting. Daardoor kan je in ons land een rijk mens zijn met een beperkt inkomen.
Zo bezien zijn er eigenlijk verrassend weinig huurders die hun geld in woningen hebben belegd. Eigenlijk zijn die meeste sociale huurders veel te braaf en grijpen ze niet de kansen die een heel kleine groep collega-huurders wel hebben gegrepen. Het merendeel natuurlijk omdat ze simpelweg het geld niet hebben, maar een fors deel omdat ze hun geld hebben geïnvesteerd in andere zaken: beleggingen, spaarrekeningen, auto’s, aandelen of uitgeleend hebben aan hun kinderen. Als we de duizend hurende huizenbezitters straks gaan opjagen door hun vermogen mee te laten tellen in de inkomenstoets, dan krijgt ook deze groep de rekening gepresenteerd. Hoe redelijk is dat? Moet je perse arm blijven als je – na jarenlang wachten – een corporatiewoning hebt verworven?
Dat lijkt me een onhoudbare stelling. En ja, als je inkomen te groot is moet je meer huur voor je corporatiewoning betalen. En ja, we moeten in Nederland inkomsten uit vermogen veel scherper gaan belasten. Maar hou op met die impliciete veronderstelling dat corporatiehuurders arm moeten blijven, ga weg van het idee dat een corporatiewoning een gunst is, dat is een waanvoorstelling, die niks met de realiteit en de geschiedenis van de volkshuisvesting te maken heeft. Zie het als een recht, een verworvenheid. En laten we die paar echte huisjesmelkers onder de huurders gewoon traceren, want als het NRC het kan voor heel Nederland, kan de corporatie in Súdwest-Fryslân het ook bij het kadaster ophalen voor de eigen gemeente. Met een beetje slimme research en inventief combinatievermogen ben je er in tien minuten achter. Hoe moeilijk is het dan om die ene huurder met 59 woningen eens uit te nodigen voor een goed gesprek. Waarbij de plaatselijke pers wordt uitgenodigd.
Deze column verscheen in maart in Huurpeil, nr. 1, 2021. Huurpeil is het kwartaalmagazine van de Woonbond.
maa10
Webinar Energiecommissie OHG over ISOLATIE & VvE’s
maa4
Wat bezielt de Volkskrant?
Wat een bizar artikel in de @Volkskrant over kosten van immigratie en een verzwegen (eenzijdig) rapport. Alsof immigranten geen bijdrage leveren aan de economie en geen maatschappelijke waarde voortbrengen. Waarom nu publiceren? Wil de ‘kwaliteitskrant’ scoren in verkiezingstijd? pic.twitter.com/uRZZDW3uYK
Sinds de zomer van 2019 ben ik voorzitter van de Energiecommissie OHG die zich stort op de energietransitie van het Oostelijk Havengebied in Amsterdam. In dit havengebied, met grote kansen voor aquathermie, moeten 4000 woningen van het aardgas af en wordt 90 procent van de zonnepaneel-potentie niet benut. Daar ligt dus een hele opgave. De Energiecommissie OHG, die een bewonersgetuurde transitie nastreeft, timmert voortvarend aan de weg, ondermeer door de organisatie van webinars voor buurtgenoten waarin alle mogelijkheden en nieuwste inzichten worden besproken. Bijvoorbeeld over de mogelijkheden van zonne-energie, waar deze door mij wat improvisorisch geëdite registratie over gaat.
maa3
De Groene AAD - eerbetoon aan Aad Verkleij bij zijn afscheid als projectleider duurzaam
De Groene AAD is een eerbetoon aan het vele werk dat Aad Verkleij als projectleider duurzaam in het Oostelijk Havengebied heeft verricht. Het is een magazine in een oplage van vier exemplaren waarin zowel de vele initiatieven van Aad worden gememoreerd als dat een veertigtal buurtbewoners herinneringen aan hem ophalen en hem al het goeds toewensen. Overigens: Aad blijft gelukkig gewoon actief.
Je kunt via deze linkof door op de afbeeldingen te klikken tot begin april De Groene AAD bekijken.