Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.
Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.
Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl
|
|
|
weblog - december 2009
dec 31
|
Zalig uiteinde
|
dec 26
|
Verplichte literatuur voor jeugdzorgversleuteraars
Wiel Janssen trad in de zomer van 2008 terug als bestuurder van Bureau
Jeugdzorg Amsterdam. Het bureau was in grote financiële problemen geraakt,
de ondernemingsraad had meermalen het vertrouwen in Janssen opgezegd en de
Amsterdamse wethouder jeugdzaken, Lodewijk Asscher, stond op het punt om
een aanwijzing te geven om zodoende een reorganisatie af te dwingen. Er was
eigenlijk geen vertrouwen meer in hem en Janssen besloot zijn ontslag in te
dienen.
Ruim een jaar later publiceert Janssen, al meer dan dertig jaar werkzaam
in de jeugdzorg, een boekje onder de titel Vertrouwen in de
jeugdzorg. Dat leek mij interessant, omdat ik verwachtte dat Janssen
wel een boekje open zou doen over zijn Amsterdamse aftocht: hoe kan het dat
iemand die zo betrokken is op de jeugdzorg het in de hoofdstad toch niet
voor elkaar kreeg?
De lezer komt in dat opzicht weinig te weten. Wiel Janssen trapt niet na,
komt niet met schandalen en spannende ins en outs van de
Amsterdamse jeugdzorg. daarvoor gaat hem de jeugdzorg te zeer aan het
hart. Althans niet rechtstreeks, want wie zijn boekje uit heeft kan zich
een heel redelijke voorstelling maken hoe hij ten onder is gegaan aan de
onmogelijke constructie die het Bureau Jeugdzorg vanaf het in werking
treden van de Wet op de Jeugdzorg in 2005 is geweest.
Vertrouwen in de jeugdzorg bevestigt nog eens zeer nadrukkelijk wat
ik zelf altijd als ‘mijn grootste politieke blunder’ betitel. Namelijk dat
ik ten langen leste voor de Wet op de Jeugdzorg heb gestemd, terwijl alles
in mij eigenlijk daartegen protesteerde. Alleen: het werkveld zei doe het
nu maar, de MO-groep (waar Janssen overigens in actief was) lobbyde stevig,
de Bureaus jeugdzorg waren in feite al opgericht en de Eerste Kamer had
kamerbreed afgedwongen dat de Wet snel geëvalueerd zou worden en zo nodig
bijgesteld. Dus dacht ik: nou ja, vooruit dan maar.
Wiel Janssen analyseert in een kleine tachtig pagina’s nog eens nauwgezet
dat dat een verkeerde beslissing was. De Bureaus Jeugdzorg waren al
ontmanteld voordat ze goed en wel aan het werk konden gaan. De jeugd-GGZ
had zich er aan ontworsteld, justitie deed eigenlijk niet meer mee, en in
feite resteerde van het prachtige idee om een krachtige centrale toegang in
de jeugdzorg te creëren niet veel meer dan een onmachtig indicatieorgaan,
waar niemand in geloofde.
Die weeffout heeft er voor gezorgd dat de jeugdzorg inmiddels is
uitgegroeid tot een van de 'ongetemde’ problemen van Nederland, waar steeds
maar weer miljoenen in gepompt worden, nieuwe lagen aan geplakt worden
(Centra voor Jeugd en Gezin) en de problemen elke keer als een boemerang
terug komen. ‘Het gehele werkveld raakte dieper verdeeld en de schotten
werden alleen maar hoger.’
Het boekje van Wiel Janssen is helaas een vorm van ‘achteraf praten’, maar
dat maakt zijn analyse niet minder genadeloos. Wie in Nederland zich in
politiek, ambtelijk, bestuurlijk of professioneel opzicht met de jeugdzorg
bezig houdt doet er goed aan het goed leesbare en kraakheldere boekje te
lezen. Het is verplichte kost voor mensen die denken het beter te weten.
In feite pleit Janssen voor het herstel van een krachtige eerste lijn in
de jeugdzorg. De beste professionals aan het front, noem ik dat altijd en
Janssen werkt dat idee overtuigend uit voor de jeugdzorg. Wat mensen nodig
hebben is een professional waar ze vertrouwen in hebben, die krachtdadig
kan optreden, de tweede (gespecialiseerde) lijn kan mobiliseren en die –
Janssen citeert hier terecht Pieter Winsemius - een ‘beetje van ze houdt’.
Het zijn het type professionals die ze in Enschede (zie het weblog
hieronder) sociale huisartsen noemen. In dat opzicht past het boek van
Janssen perfect in de oplaaiende discussie over ‘generalisten’, die ook in
het manifest Eropaf! 2.0 wordt aangezwengeld.
Niet een discussie over een structuur, nieuwe afspraken tussen
instellingen en rapporten van commissies kunnen de jeugdzorg redden, maar
ruimte voor professionals. Wiel Janssen doet daar heel verstandige
voorstellen voor, waar elke jeugdzorgversleuteraar (en dat zijn er heel veel
in bestuurlijk Nederland) zich rekenschap van zou moeten geven. Om te
beginnen minister Rouvoet, die immers in 2010 de evaluatie van de Wet op de
jeugdzorg moet omzetten in veranderingsvoorstellen.
Hij mag blij zijn dat Janssen zich niet door rancune, maar door liefde
voor zijn werk heeft laten leiden. Het heeft een inspirerend boekje
opgeleverd, waar de minister van Jeugd en Gezin zijn voordeel mee zou
moeten doen.
Zie verder: de website van
Wiel Janssen, en de website van de uitgeverij SWP, en recensies en publicaties overt het boek, en een interview in SoziO.
|
dec 24
|
Klimaatakkoord
Er is een nieuwe Waterstof uit, het digitale magazine van de
Waterlandstichting, #49 alweer, met een treffende tekening van Bas
Köhler over het jammerlijke klimaatakkoord. Zie: http://www.waterlandstichting.nl/
|
dec 22
|
Vooraankondiging conferentie
Dringend achter de voordeur: een nieuwe
methodiek voor maatschappelijke ondersteuning
Datum: 15 februari 2010
Tijd: 10.00-16.00 uur
Locatie: Enschede, nog nader te bepalen
De vier wijkcoaches van
Enschede
De versnippering in de ondersteuning aan de kwetsbaarste bewoners en
gezinnen staat hoog op de agenda. In Enschede experimenteren we al een tijd
met vernieuwende stappen. De methodiek van de wijkcoaches, die de
woningbouwcorporaties en de gemeente in de prachtwijk Velve Lindenhof zijn
gestart, kan daarbij op grote belangstelling rekenen. Ministeries (WWI, Justitie, VWS, SZW) volgen het op de voet, veel gemeenten laten zich in
Enschede inspireren en informeren. Staatssecretaris Bussemaker spreekt van
‘een perfect voorbeeld van goed werkende ontschotting’. En volgens de
Buurtalliantie is er in Enschede een stille revolutie aan de gang.
Een revolutie, omdat er sprake is van een fundamentele verschuiving in
perspectief. Van het model van ketenregie op specialisten naar het model
van professionele handelingsruimte. Ruimte voor breed bevoegde ‘sociale
huisartsen’ die werkelijk zaken kunnen doen. Een wijkcoach is
tegelijkertijd:
Maar kan dat wel? Kun je iemand tegelijk voor al die taken verantwoordelijk
maken? Willen de instellingen wel meewerken? En wat levert het op? Graag
willen de wijkcoaches hun ervaringen delen. Naast de praktijkervaringen zal
er vanuit wetenschappelijke hoek worden gereflecteerd op de betekenis van
deze werkwijze, mede in het licht van perspectieven op wijkontwikkeling.
Minister van der Laan (WWI) zal de conferentie afsluiten.
De gemeente Enschede organiseert deze conferentie samen met de Stuurgroep
Experimenten Volkshuisvesting en het KennisInstituut Stedelijke
Samenleving. De dag is een uitgelezen mogelijkheid om van dichtbij kennis
te maken met dit onorthodoxe antwoord op één van de grootste uitdagingen in
achterstandswijken.
Reserveer 15 februari dan ook alvast in uw agenda! U kunt uw belangstelling
kenbaar maken via een mail naar wijkcoaches@enschede.nl. De
officiële uitnodiging (met gedetailleerd programma) volgt in januari.
Deelname aan de conferentie is gratis, maar niet vrijblijvend. Bij afmelden
na 8 februari zijn wij genoodzaakt 100 euro in rekening te brengen, mede in
verband met de verwachte grote toeloop.
|
dec 21
|
Red de Helling!!
Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks wil het debat gaan aanjagen. Ik moet
misschien preciezer zijn: directeur Bart Snels wilde dat. Wat dat precies
inhoudt is mij altijd onduidelijk, maar het klinkt wel heel dynamisch en
modern. En het heeft consequenties, want de kwartaaluitgave van het WB,
de Helling, nog steeds met voorsprong het aardigste en fraaist
vormgegeven tijdschrift uit de Nederlandse politiek, moet daarvoor wijken. In het laatste nummer schrijft hoofdredacteur Erica Meijers: ‘De
Helling heeft een te traag ritme en te beschouwende toon. Het WB wil
sneller, breder en scherper worden en kiest daarom voor digitale
communicatie. Er zijn plannen gemaakt voor een uitgebreide website. De
huidige Helling zal daarin waarschijnlijk opgaan.’
Niks is eeuwig, ik weet het. En ook aan de Helling zal ooit een einde
komen. Maar dan wel graag op basis van argumenten en niet op grond van
modieuze pietpraat. Hoezo een ‘te traag ritme’, hoezo een ‘te beschouwende
toon’? Bedoelt Snels (what’s in a name) met aanjagen dat we sneller
intellectueel moeten gaan hijgen op het internet? Dat een betoog niet meer
dan 100 bytes mag bevatten en binnen dertig seconden in een hokje op het
net moet worden geramd? Wat is dit voor flauwekul?! De Helling is al bijna een kwarteeuw een
kweekvijver van trage gedachten en slepende discussies. Menig Kamerlid is
er groot mee geworden. Regelmatig werd GroenLinks er een spiegel in
voorgehouden. En inderdaad, soms stonden er onleesbare stukken in. En ja,
het was heerlijk elitair. So what? Het was altijd een vrijplaats voor
peinzen op niveau waar geen weldenkende politieke partij buiten kan.
Gelukkig is er nog hoop. Voordat hij zijn onzalige gedachten verder kon
uitwerken is Bart Snels naar Den Haag vertrokken, waar hij tot spindoctor
van Femke Halsema is benoemd. Daar kan hij zich geheel gaan uitleven in
snelle debatten, onelinersbetogen en essays die niet langer mogen
zijn dan vijf alinea’s. Ik wens hem veel wijsheid toe. Hopelijk grijpen ze op het partijbureau in Utrecht de gelegenheid aan om
tot rust te komen. Met de tijd mee gaan is prijzenswaardig, maar
intellectuele tradities te grabbel gooien is een doodzonde.
Bent u al abonnee trouwens?
Deze column verscheen in het GroenLinks
magazine van deze maand. U kunt zich abonneren op de Helling
via www.dehelling.net.
|
dec 19
|
Rochdale (4): ONGEZOND VERTROUWEN
De conclusies van het rapport -Vlug (zie weblog gisteren) mogen gerust
vernietigend genoemd worden voor het functioneren van de Raad van
Commissarissen van Rochdale in de periode tussen 2004 en 2009. Op basis van
gesprekken met betrokkenen en analyse van alle stukken, concluderen de
onderzoekers:
● De RvC had een ongezond vertrouwen in bestuursvoorzitter Hubert
Möllenkamp.
● De RvC had geen adequaat toetsingskader, dat wil zeggen: ze hadden geen
goede toetsingssystematiek op basis waarvan ze informatie tot zich liet
komen om een adequaat oordeel te vellen.
● De RvC had Möllenkamp een veel te groot mandaat gegeven en controleerde
alleen – en vaak nog heel beperkt – achteraf. Möllenkamp mocht zelf
besluiten nemen tot 50 miljoen euro, wat in vergelijking met andere
corporaties totaal ongebruikelijk is. Eigenlijk kwam het erop neer dat de commmissarissen zelf aan de bel moesten trekken (een vergadering bijeen roepen) als ze het ergens niet mee eens waren. Dat mag je gerust een tamelijk unieke toezichthouderspraktijk noemen.
● De RvC kon geen enkele controle uitvoeren over belangrijke verbindingen die Rochdale was aangegaan, zoals over de "projectontwikkelaar" van Rochdale. Naar deze verbindingen werd wel geld geschoven, maar de RvC kon op geen invloed uitoefenen op de personen die bij deze BV's de dienst uitmaakten.
● De RvC had haar werkgeverstaak (ten opzichte van de Raad van bestuur)
niet goed ingevuld. In feite liet ze de benoeming van een tweede bestuurder
over aan Möllenkamp.
● De RvC liet het gebeuren dat de interne controle binnen Rochdale
volstrekt ontoereikend was.
● De RvC was onvoldoende kritisch ten opzichte van haar eigen functioneren,
zag niet toe op het uitvoeren van haar eigen verbeteringsvoorstellen en
liet in feite alles lopen: tot het te laat was.
Het grote probleem was, zo blijkt uit het onderzoek, dat drie van de zeven
commissarissen wel een heel lange staat van dienst hadden. De voorzitter,
prof. dr. J.J. van Cuilenburg was al 28 jaar commissaris bij Rochdale (of
de voorgangers), vice-voorzitter G.H. Gruppen diende ook al 28 jaar,
terwijl een derde commissaris, J.C. de Dood al 25 jaar toezicht hield. Zo
ontstaat dus de sfeer van oude jongens krentenbrood. Rochdale was een goede
corporatie, had een uitstekende naam, deed prachtige dingen en vervolgens
verdampte de kritische massa.
Bizar is vooral dat het ministerie van VROM zelf ook toezicht houdt en
jaarlijks beoordelingsbrieven schrijft over corporaties. Dus ook over
Rochdale. Terwijl er eigenlijk intern nog maar weinig klopte, strooide de
controleurs van het ministerie van met complimenten. Rochdale deed
imponerend werk, prachtig, goed zo. Eerder was dat ook al het geval in
Rotterdam waar een bestuurder behoorlijk faalde. Nu moeten we toch langzaam
maar zeker naar de conclusie toe dat deze VROM-beoordelingsbrieven
nauwelijks op enige systematisch kritisch onderzoek zijn gebaseerd. Terwijl
ze voor menig toezichthouder wel functioneren als een bewijs van goed
gedrag. Verstandig is in ieder geval om met deze schijnvertoningen op te
houden. Laten de lokale overheden maar beoordelingsbrieven schrijven, die
zitten er veel dichter boven op.
De voormalige Raad van Commissarissen, zo laten ze in een bijlage weten,
acht het onderzoek kwalitatief onder de maat, maar weigert dat verder
uitgbebreid toe te lichten, met het oog op nog lopende juridische
procedures. Het is, gezien hun hopeloze falen, wel begrijpelijk dat ze er niet voor waren om het
rapport openbaar te maken. Onbegrijpelijk is echter wel dat de minister,
die een belangrijke invloed heeft gehad op het onderzoek, daar lange tijd
in is meegegaan. Geen zin in het rapport rechtvaardigt een besluit om het
rapport niet publiek te maken, integendeel. Rochdale definieert zichzelf
als maatschappelijke onderneming en dan hoort ook dit type verantwoording
daarbij. Het is vervelend voor de betrokkenen, maar openbaarheid zorgt er
voor dat ook andere toezichthouders scherp blijven opereren, en dat is
nodig. Megalomanie is een verleiding die elke succesrijke bestuurder kan bespringen.
En dan is het triest om te moeten constateren dat het rapport-Vlug alleen
via een dreigende WOB-procedure van Het Parool door de minister,
zeer tegen de zin van Rochdale in, aan de openbaarheid werd prijsgegeven.
Gelukkig ligt het er nu, en kan iedere toezichthouder in corporatieland er
zijn voordeel mee doen.
|
dec 18
|
Rochdale (3): de aanhouder wint
Ik heb er om gezeurd (zie weblog in september en
begin oktober), kamerleden benaderd, columns geschreven, boosheid geuit,
het Parool opgejut, ik had de moed al opgegeven, maar nu vandaag is
het er dan toch van gekomen. Gerechtigheid dus, de aanhouder kan winnen.
Het onderzoek naar het functioneren van de Raad van Toezicht van Rochdale
is openbaar gemaakt door VROM-minister Van der Laan. Tegen de wens van
Rochdale zelf, maar we kunnen er nu allemaal kennis van nemen.
Hieronder de brief van minister Van der Laan:
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u het rapport Ongezond Vertrouwen (een extern
evaluatieonderzoek naar de kwaliteit van het interne toezicht bij Rochdale
2004/2009) toekomen. Het resultaat van dit onderzoek staat ook wel bekend
als het rapport Vlug.
Het openbaar maken van het rapport zal naar verwachting een positieve
bijdrage leveren aan het functioneren van het intern toezicht in brede zin.
Het rapport richt zich weliswaar op het functioneren van de Raad van
Commissarissen (RvC) van een specifieke corporatie in een bepaalde periode,
maar het toezichtkader en het toetsingskader dat wordt gehanteerd bij het
beantwoorden van de onderzoeksvragen is grotendeels identiek aan het kader
voor het intern toezicht bij corporaties in algemene zin. Deze specifieke
casus kan derhalve als ijkpunt worden gebruikt voor andere Raden van
Commissarissen c.q. Raden van Toezicht bij corporaties.
Rochdale heeft (als opdrachtgever en eigenaar van het onderzoek) aangegeven
niet in te stemmen met openbaarmaking van bijgaand rapport, maar de
corporatie heeft aangegeven zich niet te zullen verzetten, mocht daar toch
toe worden overgegaan. Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen het
openbaar maken van het stuk.
In het rapport wordt geconstateerd dat de voormalige voorzitter van de Raad
van Bestuur van Rochdale een dusdanig groot mandaat had voor
investeringsbeslissingen, dat de beslissingen grotendeels onttrokken bleven
aan het (toe)zicht van de RvC. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat in de
brief van 12 juni 2009 aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2008-2009, 29453, nr.
118) is aangekondigd dat geregeld gaat worden dat de RvC bij corporaties
voorafgaande goedkeuring moet geven bij aankopen en investeringen boven een
bepaald drempelbedrag. Aanvullend zal een drempelbedrag worden geformuleerd
waarboven aankopen niet alleen door de RvC maar ook door de externe
toezichthouder vooraf moeten worden getoetst.
Geconstateerd kan worden dat de voormalige RvC van Rochdale op onderdelen
niet voldeed aan de Governancecode woningcorporaties. Daar was de
voormalige RvC overigens niet uniek in. Dit heeft ertoe bijgedragen dat in
genoemde brief van 12 juni 2009 wordt aangekondigd dat bepaalde elementen
uit de Governancecode woningcorporaties verplicht voorgeschreven zullen
worden in de regelgeving. Zo zullen minimale eisen aan Commissarissen
worden gesteld, zoals met betrekking tot de zittingsduur en het aantal
commissariaten.
Daarnaast is in het nieuwe accountantsprotocol dat naar verwachting ingaat
per 1 januari 2010 de verantwoordelijkheid uitgewerkt van de accountant
bij de toetsing van in het jaarverslag opgenomen informatie over de
naleving van de Governancecode woningcorporaties.
Tenslotte heeft de casus Rochdale er mede toe geleid dat Raden van
Commissarissen van corporaties voortaan verklaringen zullen moeten afgeven
over het maatschappelijke presteren, de financiële continuïteit, de inzet
van het vermogen en de doelmatigheid, de rechtmatigheid, de integriteit en
de governance. Hierdoor wordt beter geborgd dat het intern toezicht het
gewenste toezichtkader hanteert.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E.E. van der Laan
U kunt het rapport downloaden via de kamerstukken op de site van het ministerie van VROM of als dat niet lukt via
deze site als u hier klikt. Ik ga het rustig lezen en zal mijn commentaar een dezer dagen in mijn weblog zetten.
|
dec 16
|
Complexiteit
Voor de aanpak van een probleemgezin in de
Enschedese vogelaarwijk Velde-Lindenhof moet een hulpverlener, zo bleek
onlangs uit een inventarisatie, wegwijs zien te worden uit 25 verschillende
wettelijke kaders, 17 verschillende indicatieprotocollen, 23 verschillende
methoden van vraagverheldering, 31 diagnostische instrumenten en 27
verschillende registratie- en rapportagesystemen. En aangezien er aardig
wat probleemgezinnen in deze prachtwijk wonen, mag je dat gerust een
behoorlijk complexe opgave noemen.
Het fascinerende is dat nogal wat professionals zich dagelijks een weg
banen door een dergelijk oerwoud van verordeningen maar dat de gedachte aan
bonussen hen geheel vreemd is. Terwijl dat als je dagelijks moet laveren
tussen meer dan honderd richtlijnen toch bepaald niet zo’n vreemde gedachte
zou zijn. Wie daarin slaagt en zo’n probleemgezin weer een beetje op weg
helpt en de maatschappij daardoor veel kosten bespaart, zou waarachtig wel
iets extra’s mogen krijgen. Ach, zeggen ze: het is ons werk. Punt.
Nee, dan de corporatiebestuurders. Die beroepen
zich juist op de complexiteit van hun werk om hun bonussen te
rechtvaardigen. Roel Steenbeek (zie foto rechts) bijvoorbeeld, voorzitter
van de Raad van Bestuur van Ymere en bestuurslid van Aedes, rechtvaardigde
een bonus van een kleine € 40.000,- met de redenering dat zijn honorering
is gekoppeld aan ‘de complexiteit, omvang, risico’s en concurrentiepositie
van het bedrijf’ (Aedes Magazine 25/26, 9 december 2009, p 25).
Maar zijn de keuzen die de Enschedese wijkcoaches (zie foto bovenaan) over
het uithuisplaatsen van kinderen, het inroepen van psychiatrische hulp, het
onder toezichtstellen van ouders of het inschakelen van de politie nu echt
zoveel minder complex en risicovol dan de langdurig voorbereide
beslissingen die Steenbeek neemt met ondersteuning van een academisch
geschoold apparaat van wel honderd medewerkers?
Nee, natuurlijk. En het erge is dat als Steenbeek faalt, wacht hem in het
ongunstigste geval ontslag met een stevige vergoeding, terwijl de
Enschedese professionals in geval van Savanna-achtige tragedies voor de
rechter kunnen worden gesleept en voor de rest van hun leven tot de
bijstand zijn veroordeeld. Ik gun Steenbeek zijn extraatjes, maar misschien
moet hij gewoon eens een weekje meelopen in Enschede. Dan zal hij het
voortaan wel laten om het woord complexiteit ter rechtvaardiging van zijn
bijzondere prestaties in de mond te nemen. Het is gewoon je werk, Roel!
Deze column verschijnt in het eerste nummer van het
Aedes Magazine van 2010.
|
dec 15
|
Manifest ErOpAf! 2.0 in Z+W
Het MANIFEST ErOpAf! 2.0 vindt gretig
aftrek. Ee eerste druk is bijna uitverkocht. Een eerste bespreking stond
deze week te lezen op de site van Zorg+Welzijn. Wie het nog niet
heeft moet het MANIFEST Eropaf! 2.0 (56 pagina’s) snel
bestellen via
www.eropaf.org of via een mailtje naar info@eropaf.org.
Zie ook de
bespreking in: Zorg+Welzijn
|
dec 14
|
Op tournee met Jet Bussemaker
Het is even voor half negen ’s ochtends als een zware zwarte auto zich
behendig tussen twee soortgenoten wringt. Op de stoel naast de chauffeur
staat zo’n spreekwoordelijke loodgietertas, vol met mappen en dossiers. De
man die uit de auto stapt, stelt zich voor als Coen, de chauffeur van
staatssecretaris Bussemaker. ‘Dus u rijdt vandaag mee’, vraagt hij.
Inderdaad, ik rij mee met de op het WMO-congres eind september
aangekondigde 'Wmo en route' - een tour waarmee Jet Bussemaker tot het
voorjaar van 2010 het land in trekt om met burgers en bestuurders van een
fors aantal gemeenten van gedachten te wisselen over Welzijn Nieuwe Stijl.
Zij is er eind oktober in Friesland mee begonnen, en vandaag, de laatste
dag van november, volgt de derde etappe: ’s ochtends naar Ermelo en ’s
middags naar Enschede.
Toen ik van dit plan hoorde, wilde ik meteen een keer mee. Hoe lang was
het geleden dat een lid van de regering met het woord welzijn het land in
trok? Ik zou het niet weten, terwijl ik de afgelopen decennia toch heel wat
welzijnsstaatssecretarissen en welzijnsministers op de voet heb gevolgd. Ze
deden van alles, maar met het woord ‘welzijn’ leken ze toch eerder in hun
maag te zitten dan dat ze zich erop lieten voorstaan. Het mag bijkans een
politiek mirakel genoemd worden dat het woord nog steeds in de naamgeving
van een ministerie is te vinden, want geen Haagse politicus leek er nog
goede sier mee te willen of kunnen maken. En nu trekt daar ineens
staatssecretaris Jet Bussemaker het land in met ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Dat
kon ik toch niet ongemerkt voorbij laten gaan. Daar wilde ik wel een keer
bij zijn. ‘Hartstikke leuk’, reageerde Bussemaker toen ik haar voorstelde
een dagje mee te trekken. En nu sta ik, keuvelend met haar chauffeur, voor
haar huis op haar te wachten.
Klokslag half negen duikt de staatssecretaris op de fiets uit de
schemering op. Ze heeft haar dochter zojuist naar school gebracht, zet de
fiets tegen de gevel, haast zich haar huis in en komt even later met een
arm vol mappen naar buiten. De tour kan beginnen. We nestelen ons op de
ruime achterbank, de staatssecretaris met haar i-Phone in de aanslag.
Coen rijdt ons bijna geruisloos Amsterdam uit.
Sinds oktober trekt staatssecretaris Jet Bussemaker door het land om te
discussiëren over Welzijn Nieuwe Stijl, waarvoor zij op de grote
WMO-manifestatie eind september vijf ankers had uitgeworpen. Jos van der
Lans vergezelde de staatssecretaris een dag op haar tournee door Gelderland
en Overijssel. Als start van een discussie in TSS – Tijdschrift voor
sociale vraagstukken over welzijn-nieuwe-stijl ging hij op zoek naar de
beweegredenen van de staatssecretaris. Klik voor zijn volledige essay/verslag hier.
|
dec 14
|
Ballet als statement
De krantenkoppen over de voorstelling Holland van het Scapino Ballet waren
intrigerend. Het NRC sprak over ‘een lenige volksgeest’ en de Volkskrant
tekende met stevige letters op dat artistiek leider Ed Wubbe ‘niet trots op
Nederland’ was. Dat wil ik wel eens zien, want aan modern ballet kan ik
meestal geen touw vastknopen, maar van Nederland heb ik als auteur van
meerdere boeken over de vaderlandse geschiedenis wel een beetje verstand.
Als er ooit een moderne dansvoorstelling is die ik rijkelijk kan associëren
met wat ik weet, dan moet het wel deze voorstelling zijn.
Overigens: Nederlanders staan niet te boek als dansers. Historisch
gesproken zijn we eer-der het tegenovergestelde van een danser:
zwaarmoedige, calvinistische mensen, ouderlingen in zwart pak. Dat is in
ieder geval de associatie die Ed Wubbe heeft, want hij laat de vijftien
Scapino-dansers in somber donkere pakken de bühne opdraven, tegen een decor
van een ty-pisch Hollandse wolkenlucht. Achter op het podium, vlak voor het
doek met de Hollandse wolken, speelt iemand harmonium. Daar wordt de
openingsscène op gedanst. Dat herken ik: de zware klanken van zo’n
traporgel was het grootste plezier dat het calvinisme Nederlandse
geloofsgenoten lange tijd gunde.
Ik zie de voorstelling begin november in Alphen aan de Rijn, een oud
stadje, waar een ri-vier dwars doorheen stroomt. De uitgelezen plek om
Wubbes creatie over me heen te laten komen. Ik heb nog een andere
voorzorgmaatregel genomen: ik heb buiten de krantenkoppen geen recensies of
interviews gelezen. Want zo ver ben ik inmiddels wel: je moet met een
on-bevangen blik naar een moderne dansvoorstelling kijken.
Het begint dus goed in de Alphense schouwburg: ik waan mij de eerste
minuten van de voorstelling in een schilderij van de 17e eeuw. Mooi. De
dansers dragen een tulband, daar had ik toevallig wel wat over gelezen: de
tulband was vroeger een voorbeeld van trots, en tegen-woordig een toonbeeld
van angst. Leuk gevonden.
Maar na een minuut of vijf begint mijn hoofd leeg re raken. De tulbanden
zijn afgezet en ik kijk naar een dansvoorstelling met soms een individueel
of paarsgewijs hoogstandje, opge-volgd door formaties die in wisselende
samenstelling over het toneel scheren. Wat zie ik? Zitten we al weer in het
heden? Is dit Nederland: land der minderheden? Ik raak het spoor bijster. En ik vind het niet meer terug. Aan het einde komt er een grote bol met
tulpen naar bene-den, die over het toneel heen weer slingert en waar de
dansers achteraan rennen. Zijn dat onze slappe knieën? Een verwijzing van
de tulpenmania (uit de gouden eeuw) met de economische crisis van nu?
Is dit een statement? Ik heb geen flauw vermoeden. Maar de tweehonderd
bezoekers ge-ven de Scapino-dansers een klaterend applaus. Mij bekruipt het
gevoel dat ik wel vaker bij modern ballet heb: ik voel me dom. Iedereen
ziet iets wat ik niet zie. Ik vlucht de schouwburg uit en ren naar de
trein. Op het perron lees ik de recensies, die ik in een mapje bij me heb.
Wat ik met Holland probeer te zeggen, legt Wubbe in het NRC uit: ‘is dat we
in een heel diverse maatschappij leven, met allerlei dingen, van hoofddoek
tot djellaba die allemaal nieuw voor ons zijn, maar dat alles dichter bij
staat dan we 1-2-3 denken. We hoeven niet zo bang te zijn?’
In de kranten vertelt Wubbe alleen maar
verstandige dingen. Met zijn choreografie geeft hij commentaar op de
wereld, zegt hij: ‘Theater kan maatschappelijk relevant zijn en daarom
aansprekend zijn, dans is van nature niet zo concreet. Ik hoop dat Holland
ook een stap in de juiste richting is om dans meer importantie te geven. Ik
geloof er heilig in dat dans veel meer mensen kan aanspreken dan nu
gebeurt. We moeten ze dan wel binnen zien te slepen.’
Wubbe heeft het over mij. Ik ben zo iemand die aangesproken moet worden.
Maar waarom ben ik dan in zijn voorstelling het spoor bijster geraakt? Ligt
dat aan mij of aan Wubbe?
Er schuifelt, terwijl ik mij verbaas over de krantenknipsels, een groepje
medeschouwburg-bezoekers het perron op. Ze hebben wat trager gelopen dan
ik, en moeten met dezelfde trein mee. Ze vonden de voorstelling heel goed
gedaan, zeggen ze tegen elkaar. Ze refereren aan een paar ‘mooi uitgevoerde
scènes’. Je kan zien dat het een professioneel team is, zegt een van de
mannen tenslotte. Iedereen knikt.
Geen woord over Holland.
Ineens realiseer ik me dat ze in Alphen net zo hard geklapt zouden hebben
als de voorstel-ling Onweer had geheten, of Tulband of Zwart. Zolang het er
maar goed uitziet, gaan de han-den op elkaar. Statement of niet. Wubbe wil
de moderne dans meer laten aanspreken. Maar zolang hij geen taal spreekt
die veel mensen verstaan is dat een illusie. En die illusie maakt, zo vrees
ik, juist de kern van het modern ballet uit. Dat zie ik Wubbe niet
veranderen.
Deze column verscheen in het december-nummer van
Dans Magazine.
Het duurde even maar half januari wees Sander Wiskemuller, dansrecensent van Trouw op een slordigheidje. Hij heeft gelijk, ik heb de knipsels door elkaar gehaald. Vandaar dat ik zijn reactie hier even afdruk, met zijn mening over de column erbij.
Met verbazing las ik de column van Jos van de Lans over Wubbe's
Holland (Dans 6). Er wordt door Van der Lans zeer uitgebreid
geciteerd, uit NRC volgens de columnist, maar het komt toch echt uit
Trouw, namelijk door mij geschreven. Ik dacht: ik meld het maar even.
Toch vervelend als je, juist als kleintje onder de dagbladen, zelfs in
quotes wordt overgenomen! Rare column trouwens. Leuk dat een
niet-insider zijn licht laat schijnen over de discipline, maar
insiders (toch je lezersgroep naar je mag hopen en aannemen) hebben
denk ik niet zo veel aan een matig onderbouwd stukje over de z.g.
ontoegankelijkheid van moderne dans. Dat weten we inmiddels wel. Ik
kan me frissere geluiden indenken.
Hartelijke groet,
Sander Hiskemuller
Trouw
|
dec 12
|
WBS-discussie geschiedenis woningcorporaties
Publieke taken en private belangen:
woningcorporaties in een historisch spanningsveld
Waar moet het heen met de woningcorporaties? Negatieve berichtgeving over
exorbitante salarisstijgingen, gebrekkig toezicht en een haperende aanpak
van de Vogelaarwijken hebben de laatste tijd het beeld over de
woningcorporaties bepaald. Het actuele debat is echter niet te begrijpen
zonder een blik te werpen op de historie van de corporaties. Wie kent nog
de rijke maatschappelijke tradities van de woningcorporaties? Wat zeggen
deze tradities over de huidige problematiek? In hoeverre mag nog van
woningcorporaties een bijdrage worden verwacht in het opknappen van wijken
en het verbeteren van de leefomgeving? Over deze vragen werd gesproken
tijdens een bijeenkomst van de werkgroep geschiedenis van de Wiardi Beckman
Stichting op vrijdag 13 november in Almere. Ik was één van de sprekers.
Vanaf vandaag is er een verslag van deze bijeenkomst te lezen op de site
van de WBS.
|
dec 11
|
Vierde CMO-lezing Groningen
Vandaag de 4e CMO-lezing in Groningen gegeven.
Thema: Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Volle
zaal, leuke discussie. Ik heb de Groningers beloofd mijn presentatie op
mijn weblog te zetten. Klik daarvoor hier.
|
dec 8
|
Vlaamse tournee over 'Ontregelen'
Van zondagmiddag tot en met dinsdag was ik op
uitnodiging van een Vlaamse alliantie van de Hogeschool Gent, de provincie
Oost-Vlaanderen, het Vlaams Agentschap Overheidspersoneel, Vlaams Overleg
Straathoekwerk, de Stad Gent (dienst Preventie en Veiligheid) twee dagen op
tournee in Gent en Brussel. Het verzoek was om in een aantal colleges en
lezingen tekst en uitleg te geven over ‘Ontregelen’.
Maandagochtend begon ik om half negen (ja, ja, in Gent volgen studenten
college van half negen tot half zes) op de Hogeschool Gent in een
mammoetcollegezaal voor zo’n 200 studenten en docenten. Daarna met de trein
naar Brussel voor een presentatie voor P&O-ambtenaren van de Vlaanse
regering en een gesprek op het hoofdkantoor van de SP-a, de Vlaamse PvdA.
Dindsdag volgde in het Provinciehuis van Oost Vlaanderen in Gent nog twee
lezingen: de eerste voor straakhoekwerkers en ambulante werkers en de
tweede voor beleidsambtenaren en bestuurders. Het was erg leuk, vooral
omdat het Angelsaksische denken (dwz het bedrijfseconomisch denken, de
marktwerking, de verantwoordingsinflatie) in Vlaanderen nog niet tot in
alle vezels van de publieke sector is doorgetrokken, waardoor mijn verhalen
steeds meer het karakter kregen van waarschuwingen. Sluit de gerenzen voor
de Nederlandse invloeden! Hieronder twee presentaties.
► Lezing 7 december GENT - Ontregelen en sociale
professionaliteit in NL.
► Lezingen 7 en 8 december in Brussel en Gent over
Ontregelen.
Reacties uit het beleefde Vlaanderen:
◘ “met veel belangstelling heb ik deze morgen de uiteenzetting van Jos VDL gevolgd. Pijnlijk herkenbaar ! niet veel beter in Vlaanderen dan in Nederland, vrees ik, zelf met de bangelijke vrees dat onze Noorderburen al vlugger op de retour van de bureaucratisering zitten, terwijl bij ons nog volop de grotere organisatie en het management gepromoot worden” (iemand van een Centrum Algemeen Welzijnswerk)
◘“Dank voor de inspirerende lezing van Jos van der Lans deze voormiddag. Zijn analyse was heel herkenbaar, mooi gebracht, met een sterke historische inslag ook, en zijn uitwerking heeft mij aan het denken gezet (en dat op een maandagmorgen)... Verder vond ik de vragen uit de zaal ook erg mooi (zeker die over armoede en structuren, en die over wat met sociale contexten die ook uitsluiten) Veel dank. Het is dit ‘voer’ dat wij in onze opleiding nodig hebben. Ik ben van plan om hierop verder in te gaan op de volgende vakgroepvergadering” (sociaal werk). (opleidingscoordinator)
|
dec 1
|
Achtste druk van 'Ontregelen'!!!!
De verkoop van 'Ontregelen' was even stilgevallen. Het afgelopen half
jaar was ik druk doende met het schrijven van de geschiedenis van het Anne
Frank Huis (samen met Herman Vuijsje). Sinds 1 november ben ik echter weer
volop on tour om over het boek te praten. En zie: er is weer een
nieuwe druk verschenen. De achtste al.
Voor mensen die met elkaar iets willen organiseren: het is mogelijk om
via de uitgeverij meerdere exemplaren voor teams, stafoverleggen, heidagen
of kerstpaketten te bestellen. Meld je daarvoor even bij Riet van Bentum van uitgeverij
Augustus: riet.van.bentum@augustus.nl.
+
|
dec 1
|
Regel-gedicht
Dit is een regel
Dit is een regel: een regel komt nooit alleen.
Een regel genereert een leger aan regels,
zoals graan van de aar geslagen door vlegels,
zo verschijnen regels als de regel verscheen.
Regels die ons vertellen over geldigheid,
over definities en de toepasbaarheid,
over strafmaten en bevoegdheid van gezag,
wie er bij overtredingen oordelen mag,
over uitzonderingen en bijzonderheden,
over artikelen en al hun (sub(sub))leden,
over de bepalingen in het algemeen.
Dit is de regel: één regel is geen regel.
Dit is de vraag: zijn er meer mensen dan regels?
Eén ding is zeker: een regel is nooit alleen.
© Nanne Nauta, 2006
Uit de bundel: Dit is de regel
|
|
Kies een periode:
december 2024 november 2024 oktober 2024 september 2024 augustus 2024 juli 2024 juni 2024 mei 2024 april 2024 maart 2024 februari 2024 januari 2024 december 2023 november 2023 oktober 2023 september 2023 augustus 2023 juli 2023 juni 2023 mei 2023 april 2023 maart 2023 februari 2023 januari 2023 december 2022 november 2022 oktober 2022 september 2022 augustus 2022 juli 2022 juni 2022 mei 2022 april 2022 maart 2022 februari 2022 januari 2022 december 2021 november 2021 oktober 2021 september 2021 augustus 2021 juli 2021 juni 2021 mei 2021 april 2021 maart 2021 februari 2021 januari 2021 december 2020 november 2020 oktober 2020 september 2020 augustus 2020 juli 2020 juni 2020 mei 2020 april 2020 maart 2020 februari 2020 januari 2020 december 2019 november 2019 oktober 2019 september 2019 augustus 2019 juli 2019 juni 2019 mei 2019 april 2019 maart 2019 februari 2019 januari 2019 december 2018 november 2018 oktober 2018 september 2018 augustus 2018 juli 2018 juni 2018 mei 2018 april 2018 maart 2018 februari 2018 januari 2018 december 2017 november 2017 oktober 2017 september 2017 augustus 2017 juli 2017 juni 2017 mei 2017 april 2017 maart 2017 februari 2017 januari 2017 december 2016 november 2016 oktober 2016 september 2016 augustus 2016 juli 2016 juni 2016 mei 2016 april 2016 maart 2016 februari 2016 januari 2016 december 2015 november 2015 oktober 2015 september 2015 augustus 2015 juli 2015 juni 2015 mei 2015 april 2015 maart 2015 februari 2015 januari 2015 december 2014 november 2014 oktober 2014 september 2014 augustus 2014 juli 2014 juni 2014 mei 2014 april 2014 maart 2014 februari 2014 januari 2014 december 2013 november 2013 oktober 2013 september 2013 augustus 2013 juli 2013 juni 2013 mei 2013 april 2013 maart 2013 februari 2013 januari 2013 december 2012 november 2012 oktober 2012 september 2012 augustus 2012 juli 2012 juni 2012 mei 2012 april 2012 maart 2012 februari 2012 januari 2012 december 2011 november 2011 oktober 2011 september 2011 augustus 2011 juli 2011 juni 2011 mei 2011 april 2011 maart 2011 februari 2011 januari 2011 december 2010 november 2010 oktober 2010 september 2010 augustus 2010 juli 2010 juni 2010 mei 2010 april 2010 maart 2010 februari 2010 januari 2010 december 2009 november 2009 oktober 2009 september 2009 augustus 2009 juli 2009 juni 2009 mei 2009 april 2009 maart 2009 februari 2009 januari 2009 december 2008 november 2008 oktober 2008 september 2008 augustus 2008 juli 2008 juni 2008 mei 2008 april 2008 maart 2008 februari 2008 januari 2008 december 2007 november 2007 oktober 2007 september 2007 augustus 2007 juli 2007 juni 2007 mei 2007 april 2007 maart 2007 februari 2007 januari 2007 december 2006 november 2006 oktober 2006 september 2006 augustus 2006 juli 2006 juni 2006 mei 2006 april 2006 maart 2006 februari 2006 januari 2006 december 2005 november 2005 oktober 2005 september 2005 augustus 2005 juli 2005 juni 2005 mei 2005 april 2005 maart 2005 februari 2005 januari 2005 december 2004 november 2004 oktober 2004 september 2004 augustus 2004 |
|