JOS VAN DER LANS - WEBLOG / TWITTER

Tijdens mijn politieke carrière als Eerste Kamerlid (1999-2007) was ik een van de eerste politici die in 2004 een eigen - tamelijk primitief - weblog begon. Eerst vooral vanwege mijn politieke activiteiten/meningen, maar in de loop der tijd steeds meer over mijn publicaties en publieke optredens als journalist en publicist. Zo werd het weblog een etalage voor iedereen die op hoogte wilde blijven van mijn gepubliceerde artikelen en columns, van gebeurtenissen waar ik bij ben geweest, van observaties die ik doe, van meningen die in mij opwellen, of van andere persoonlijke wetenswaardigheden.

Het is geen dagboek, maar wel een soort maandboek geworden, waar ik zelf regelmatig in terug blader om nog even na te gaan hoe het ook al weer zat.

Reacties worden op prijs gesteld. Stuur een email naar: info©josvdlans.nl

weblog - december 2009
Zalig uiteinde




Verplichte literatuur voor jeugdzorgversleuteraars

Wiel Janssen trad in de zomer van 2008 terug als bestuurder van Bureau Jeugdzorg Amsterdam. Het bureau was in grote financiële problemen geraakt, de ondernemingsraad had meermalen het vertrouwen in Janssen opgezegd en de Amsterdamse wethouder jeugdzaken, Lodewijk Asscher, stond op het punt om een aanwijzing te geven om zodoende een reorganisatie af te dwingen. Er was eigenlijk geen vertrouwen meer in hem en Janssen besloot zijn ontslag in te dienen.
Ruim een jaar later publiceert Janssen, al meer dan dertig jaar werkzaam in de jeugdzorg, een boekje onder de titel Vertrouwen in de jeugdzorg. Dat leek mij interessant, omdat ik verwachtte dat Janssen wel een boekje open zou doen over zijn Amsterdamse aftocht: hoe kan het dat iemand die zo betrokken is op de jeugdzorg het in de hoofdstad toch niet voor elkaar kreeg?
De lezer komt in dat opzicht weinig te weten. Wiel Janssen trapt niet na, komt niet met schandalen en spannende ins en outs van de Amsterdamse jeugdzorg. daarvoor gaat hem de jeugdzorg te zeer aan het hart. Althans niet rechtstreeks, want wie zijn boekje uit heeft kan zich een heel redelijke voorstelling maken hoe hij ten onder is gegaan aan de onmogelijke constructie die het Bureau Jeugdzorg vanaf het in werking treden van de Wet op de Jeugdzorg in 2005 is geweest.

Vertrouwen in de jeugdzorg bevestigt nog eens zeer nadrukkelijk wat ik zelf altijd als ‘mijn grootste politieke blunder’ betitel. Namelijk dat ik ten langen leste voor de Wet op de Jeugdzorg heb gestemd, terwijl alles in mij eigenlijk daartegen protesteerde. Alleen: het werkveld zei doe het nu maar, de MO-groep (waar Janssen overigens in actief was) lobbyde stevig, de Bureaus jeugdzorg waren in feite al opgericht en de Eerste Kamer had kamerbreed afgedwongen dat de Wet snel geëvalueerd zou worden en zo nodig bijgesteld. Dus dacht ik: nou ja, vooruit dan maar.
Wiel Janssen analyseert in een kleine tachtig pagina’s nog eens nauwgezet dat dat een verkeerde beslissing was. De Bureaus Jeugdzorg waren al ontmanteld voordat ze goed en wel aan het werk konden gaan. De jeugd-GGZ had zich er aan ontworsteld, justitie deed eigenlijk niet meer mee, en in feite resteerde van het prachtige idee om een krachtige centrale toegang in de jeugdzorg te creëren niet veel meer dan een onmachtig indicatieorgaan, waar niemand in geloofde.
Die weeffout heeft er voor gezorgd dat de jeugdzorg inmiddels is uitgegroeid tot een van de 'ongetemde’ problemen van Nederland, waar steeds maar weer miljoenen in gepompt worden, nieuwe lagen aan geplakt worden (Centra voor Jeugd en Gezin) en de problemen elke keer als een boemerang terug komen. ‘Het gehele werkveld raakte dieper verdeeld en de schotten werden alleen maar hoger.’
Het boekje van Wiel Janssen is helaas een vorm van ‘achteraf praten’, maar dat maakt zijn analyse niet minder genadeloos. Wie in Nederland zich in politiek, ambtelijk, bestuurlijk of professioneel opzicht met de jeugdzorg bezig houdt doet er goed aan het goed leesbare en kraakheldere boekje te lezen. Het is verplichte kost voor mensen die denken het beter te weten.
In feite pleit Janssen voor het herstel van een krachtige eerste lijn in de jeugdzorg. De beste professionals aan het front, noem ik dat altijd en Janssen werkt dat idee overtuigend uit voor de jeugdzorg. Wat mensen nodig hebben is een professional waar ze vertrouwen in hebben, die krachtdadig kan optreden, de tweede (gespecialiseerde) lijn kan mobiliseren en die – Janssen citeert hier terecht Pieter Winsemius - een ‘beetje van ze houdt’. Het zijn het type professionals die ze in Enschede (zie het weblog hieronder) sociale huisartsen noemen. In dat opzicht past het boek van Janssen perfect in de oplaaiende discussie over ‘generalisten’, die ook in het manifest Eropaf! 2.0 wordt aangezwengeld.
Niet een discussie over een structuur, nieuwe afspraken tussen instellingen en rapporten van commissies kunnen de jeugdzorg redden, maar ruimte voor professionals. Wiel Janssen doet daar heel verstandige voorstellen voor, waar elke jeugdzorgversleuteraar (en dat zijn er heel veel in bestuurlijk Nederland) zich rekenschap van zou moeten geven. Om te beginnen minister Rouvoet, die immers in 2010 de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg moet omzetten in veranderingsvoorstellen.
Hij mag blij zijn dat Janssen zich niet door rancune, maar door liefde voor zijn werk heeft laten leiden. Het heeft een inspirerend boekje opgeleverd, waar de minister van Jeugd en Gezin zijn voordeel mee zou moeten doen.

Zie verder: de website van Wiel Janssen, en de website van de uitgeverij SWP, en recensies en publicaties overt het boek, en een interview in SoziO.

Klimaatakkoord


Er is een nieuwe Waterstof uit, het digitale magazine van de Waterlandstichting, #49 alweer, met een treffende tekening van Bas Köhler over het jammerlijke klimaatakkoord. Zie: http://www.waterlandstichting.nl/

Vooraankondiging conferentie

Dringend achter de voordeur: een nieuwe methodiek voor maatschappelijke ondersteuning


Datum: 15 februari 2010
Tijd: 10.00-16.00 uur
Locatie: Enschede, nog nader te bepalen



De vier wijkcoaches van Enschede


De versnippering in de ondersteuning aan de kwetsbaarste bewoners en gezinnen staat hoog op de agenda. In Enschede experimenteren we al een tijd met vernieuwende stappen. De methodiek van de wijkcoaches, die de woningbouwcorporaties en de gemeente in de prachtwijk Velve Lindenhof zijn gestart, kan daarbij op grote belangstelling rekenen. Ministeries (WWI, Justitie, VWS, SZW) volgen het op de voet, veel gemeenten laten zich in Enschede inspireren en informeren. Staatssecretaris Bussemaker spreekt van ‘een perfect voorbeeld van goed werkende ontschotting’. En volgens de Buurtalliantie is er in Enschede een stille revolutie aan de gang.

Een revolutie, omdat er sprake is van een fundamentele verschuiving in perspectief. Van het model van ketenregie op specialisten naar het model van professionele handelingsruimte. Ruimte voor breed bevoegde ‘sociale huisartsen’ die werkelijk zaken kunnen doen. Een wijkcoach is tegelijkertijd:



Maar kan dat wel? Kun je iemand tegelijk voor al die taken verantwoordelijk maken? Willen de instellingen wel meewerken? En wat levert het op? Graag willen de wijkcoaches hun ervaringen delen. Naast de praktijkervaringen zal er vanuit wetenschappelijke hoek worden gereflecteerd op de betekenis van deze werkwijze, mede in het licht van perspectieven op wijkontwikkeling. Minister van der Laan (WWI) zal de conferentie afsluiten.

De gemeente Enschede organiseert deze conferentie samen met de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting en het KennisInstituut Stedelijke Samenleving. De dag is een uitgelezen mogelijkheid om van dichtbij kennis te maken met dit onorthodoxe antwoord op één van de grootste uitdagingen in achterstandswijken.

Reserveer 15 februari dan ook alvast in uw agenda! U kunt uw belangstelling kenbaar maken via een mail naar wijkcoaches@enschede.nl. De officiële uitnodiging (met gedetailleerd programma) volgt in januari. Deelname aan de conferentie is gratis, maar niet vrijblijvend. Bij afmelden na 8 februari zijn wij genoodzaakt 100 euro in rekening te brengen, mede in verband met de verwachte grote toeloop.

Red de Helling!!


Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks wil het debat gaan aanjagen. Ik moet misschien preciezer zijn: directeur Bart Snels wilde dat. Wat dat precies inhoudt is mij altijd onduidelijk, maar het klinkt wel heel dynamisch en modern. En het heeft consequenties, want de kwartaaluitgave van het WB, de Helling, nog steeds met voorsprong het aardigste en fraaist vormgegeven tijdschrift uit de Nederlandse politiek, moet daarvoor wijken.
In het laatste nummer schrijft hoofdredacteur Erica Meijers: ‘De Helling heeft een te traag ritme en te beschouwende toon. Het WB wil sneller, breder en scherper worden en kiest daarom voor digitale communicatie. Er zijn plannen gemaakt voor een uitgebreide website. De huidige Helling zal daarin waarschijnlijk opgaan.’
Niks is eeuwig, ik weet het. En ook aan de Helling zal ooit een einde komen. Maar dan wel graag op basis van argumenten en niet op grond van modieuze pietpraat. Hoezo een ‘te traag ritme’, hoezo een ‘te beschouwende toon’? Bedoelt Snels (what’s in a name) met aanjagen dat we sneller intellectueel moeten gaan hijgen op het internet? Dat een betoog niet meer dan 100 bytes mag bevatten en binnen dertig seconden in een hokje op het net moet worden geramd?
Wat is dit voor flauwekul?! De Helling is al bijna een kwarteeuw een kweekvijver van trage gedachten en slepende discussies. Menig Kamerlid is er groot mee geworden. Regelmatig werd GroenLinks er een spiegel in voorgehouden. En inderdaad, soms stonden er onleesbare stukken in. En ja, het was heerlijk elitair. So what? Het was altijd een vrijplaats voor peinzen op niveau waar geen weldenkende politieke partij buiten kan.
Gelukkig is er nog hoop. Voordat hij zijn onzalige gedachten verder kon uitwerken is Bart Snels naar Den Haag vertrokken, waar hij tot spindoctor van Femke Halsema is benoemd. Daar kan hij zich geheel gaan uitleven in snelle debatten, onelinersbetogen en essays die niet langer mogen zijn dan vijf alinea’s. Ik wens hem veel wijsheid toe.
Hopelijk grijpen ze op het partijbureau in Utrecht de gelegenheid aan om tot rust te komen. Met de tijd mee gaan is prijzenswaardig, maar intellectuele tradities te grabbel gooien is een doodzonde.
Bent u al abonnee trouwens?

Deze column verscheen in het GroenLinks magazine van deze maand. U kunt zich abonneren op de Helling via www.dehelling.net.

Rochdale (4): ONGEZOND VERTROUWEN

De conclusies van het rapport -Vlug (zie weblog gisteren) mogen gerust vernietigend genoemd worden voor het functioneren van de Raad van Commissarissen van Rochdale in de periode tussen 2004 en 2009. Op basis van gesprekken met betrokkenen en analyse van alle stukken, concluderen de onderzoekers:

● De RvC had een ongezond vertrouwen in bestuursvoorzitter Hubert Möllenkamp.
● De RvC had geen adequaat toetsingskader, dat wil zeggen: ze hadden geen goede toetsingssystematiek op basis waarvan ze informatie tot zich liet komen om een adequaat oordeel te vellen.
● De RvC had Möllenkamp een veel te groot mandaat gegeven en controleerde alleen – en vaak nog heel beperkt – achteraf. Möllenkamp mocht zelf besluiten nemen tot 50 miljoen euro, wat in vergelijking met andere corporaties totaal ongebruikelijk is. Eigenlijk kwam het erop neer dat de commmissarissen zelf aan de bel moesten trekken (een vergadering bijeen roepen) als ze het ergens niet mee eens waren. Dat mag je gerust een tamelijk unieke toezichthouderspraktijk noemen.
● De RvC kon geen enkele controle uitvoeren over belangrijke verbindingen die Rochdale was aangegaan, zoals over de "projectontwikkelaar" van Rochdale. Naar deze verbindingen werd wel geld geschoven, maar de RvC kon op geen invloed uitoefenen op de personen die bij deze BV's de dienst uitmaakten.
● De RvC had haar werkgeverstaak (ten opzichte van de Raad van bestuur) niet goed ingevuld. In feite liet ze de benoeming van een tweede bestuurder over aan Möllenkamp.
● De RvC liet het gebeuren dat de interne controle binnen Rochdale volstrekt ontoereikend was.
● De RvC was onvoldoende kritisch ten opzichte van haar eigen functioneren, zag niet toe op het uitvoeren van haar eigen verbeteringsvoorstellen en liet in feite alles lopen: tot het te laat was.

Het grote probleem was, zo blijkt uit het onderzoek, dat drie van de zeven commissarissen wel een heel lange staat van dienst hadden. De voorzitter, prof. dr. J.J. van Cuilenburg was al 28 jaar commissaris bij Rochdale (of de voorgangers), vice-voorzitter G.H. Gruppen diende ook al 28 jaar, terwijl een derde commissaris, J.C. de Dood al 25 jaar toezicht hield. Zo ontstaat dus de sfeer van oude jongens krentenbrood. Rochdale was een goede corporatie, had een uitstekende naam, deed prachtige dingen en vervolgens verdampte de kritische massa.

Bizar is vooral dat het ministerie van VROM zelf ook toezicht houdt en jaarlijks beoordelingsbrieven schrijft over corporaties. Dus ook over Rochdale. Terwijl er eigenlijk intern nog maar weinig klopte, strooide de controleurs van het ministerie van met complimenten. Rochdale deed imponerend werk, prachtig, goed zo. Eerder was dat ook al het geval in Rotterdam waar een bestuurder behoorlijk faalde. Nu moeten we toch langzaam maar zeker naar de conclusie toe dat deze VROM-beoordelingsbrieven nauwelijks op enige systematisch kritisch onderzoek zijn gebaseerd. Terwijl ze voor menig toezichthouder wel functioneren als een bewijs van goed gedrag. Verstandig is in ieder geval om met deze schijnvertoningen op te houden. Laten de lokale overheden maar beoordelingsbrieven schrijven, die zitten er veel dichter boven op.

De voormalige Raad van Commissarissen, zo laten ze in een bijlage weten, acht het onderzoek kwalitatief onder de maat, maar weigert dat verder uitgbebreid toe te lichten, met het oog op nog lopende juridische procedures. Het is, gezien hun hopeloze falen, wel begrijpelijk dat ze er niet voor waren om het rapport openbaar te maken. Onbegrijpelijk is echter wel dat de minister, die een belangrijke invloed heeft gehad op het onderzoek, daar lange tijd in is meegegaan. Geen zin in het rapport rechtvaardigt een besluit om het rapport niet publiek te maken, integendeel. Rochdale definieert zichzelf als maatschappelijke onderneming en dan hoort ook dit type verantwoording daarbij. Het is vervelend voor de betrokkenen, maar openbaarheid zorgt er voor dat ook andere toezichthouders scherp blijven opereren, en dat is nodig. Megalomanie is een verleiding die elke succesrijke bestuurder kan bespringen. En dan is het triest om te moeten constateren dat het rapport-Vlug alleen via een dreigende WOB-procedure van Het Parool door de minister, zeer tegen de zin van Rochdale in, aan de openbaarheid werd prijsgegeven. Gelukkig ligt het er nu, en kan iedere toezichthouder in corporatieland er zijn voordeel mee doen.

Rochdale (3): de aanhouder wint

Ik heb er om gezeurd (zie weblog in september en begin oktober), kamerleden benaderd, columns geschreven, boosheid geuit, het Parool opgejut, ik had de moed al opgegeven, maar nu vandaag is het er dan toch van gekomen. Gerechtigheid dus, de aanhouder kan winnen. Het onderzoek naar het functioneren van de Raad van Toezicht van Rochdale is openbaar gemaakt door VROM-minister Van der Laan. Tegen de wens van Rochdale zelf, maar we kunnen er nu allemaal kennis van nemen.

Hieronder de brief van minister Van der Laan:
Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u het rapport Ongezond Vertrouwen (een extern evaluatieonderzoek naar de kwaliteit van het interne toezicht bij Rochdale 2004/2009) toekomen. Het resultaat van dit onderzoek staat ook wel bekend als het rapport Vlug.

Het openbaar maken van het rapport zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan het functioneren van het intern toezicht in brede zin. Het rapport richt zich weliswaar op het functioneren van de Raad van Commissarissen (RvC) van een specifieke corporatie in een bepaalde periode, maar het toezichtkader en het toetsingskader dat wordt gehanteerd bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen is grotendeels identiek aan het kader voor het intern toezicht bij corporaties in algemene zin. Deze specifieke casus kan derhalve als ijkpunt worden gebruikt voor andere Raden van Commissarissen c.q. Raden van Toezicht bij corporaties.

Rochdale heeft (als opdrachtgever en eigenaar van het onderzoek) aangegeven niet in te stemmen met openbaarmaking van bijgaand rapport, maar de corporatie heeft aangegeven zich niet te zullen verzetten, mocht daar toch toe worden overgegaan. Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen het openbaar maken van het stuk.

In het rapport wordt geconstateerd dat de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur van Rochdale een dusdanig groot mandaat had voor investeringsbeslissingen, dat de beslissingen grotendeels onttrokken bleven aan het (toe)zicht van de RvC. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat in de brief van 12 juni 2009 aan uw Kamer (Kamerstukken II, 2008-2009, 29453, nr. 118) is aangekondigd dat geregeld gaat worden dat de RvC bij corporaties voorafgaande goedkeuring moet geven bij aankopen en investeringen boven een bepaald drempelbedrag. Aanvullend zal een drempelbedrag worden geformuleerd waarboven aankopen niet alleen door de RvC maar ook door de externe toezichthouder vooraf moeten worden getoetst.

Geconstateerd kan worden dat de voormalige RvC van Rochdale op onderdelen niet voldeed aan de Governancecode woningcorporaties. Daar was de voormalige RvC overigens niet uniek in. Dit heeft ertoe bijgedragen dat in genoemde brief van 12 juni 2009 wordt aangekondigd dat bepaalde elementen uit de Governancecode woningcorporaties verplicht voorgeschreven zullen worden in de regelgeving. Zo zullen minimale eisen aan Commissarissen worden gesteld, zoals met betrekking tot de zittingsduur en het aantal commissariaten.

Daarnaast is in het nieuwe accountantsprotocol dat naar verwachting ingaat per 1 januari 2010 de verantwoordelijkheid uitgewerkt van de accountant bij de toetsing van in het jaarverslag opgenomen informatie over de naleving van de Governancecode woningcorporaties.

Tenslotte heeft de casus Rochdale er mede toe geleid dat Raden van Commissarissen van corporaties voortaan verklaringen zullen moeten afgeven over het maatschappelijke presteren, de financiële continuïteit, de inzet van het vermogen en de doelmatigheid, de rechtmatigheid, de integriteit en de governance. Hierdoor wordt beter geborgd dat het intern toezicht het gewenste toezichtkader hanteert.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.


Hoogachtend,

de minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E.E. van der Laan

U kunt het rapport downloaden via de kamerstukken op de site van het ministerie van VROM of als dat niet lukt via deze site als u hier klikt.
Ik ga het rustig lezen en zal mijn commentaar een dezer dagen in mijn weblog zetten.
Complexiteit


Voor de aanpak van een probleemgezin in de Enschedese vogelaarwijk Velde-Lindenhof moet een hulpverlener, zo bleek onlangs uit een inventarisatie, wegwijs zien te worden uit 25 verschillende wettelijke kaders, 17 verschillende indicatieprotocollen, 23 verschillende methoden van vraagverheldering, 31 diagnostische instrumenten en 27 verschillende registratie- en rapportagesystemen. En aangezien er aardig wat probleemgezinnen in deze prachtwijk wonen, mag je dat gerust een behoorlijk complexe opgave noemen.
Het fascinerende is dat nogal wat professionals zich dagelijks een weg banen door een dergelijk oerwoud van verordeningen maar dat de gedachte aan bonussen hen geheel vreemd is. Terwijl dat als je dagelijks moet laveren tussen meer dan honderd richtlijnen toch bepaald niet zo’n vreemde gedachte zou zijn. Wie daarin slaagt en zo’n probleemgezin weer een beetje op weg helpt en de maatschappij daardoor veel kosten bespaart, zou waarachtig wel iets extra’s mogen krijgen. Ach, zeggen ze: het is ons werk. Punt.
Nee, dan de corporatiebestuurders. Die beroepen zich juist op de complexiteit van hun werk om hun bonussen te rechtvaardigen. Roel Steenbeek (zie foto rechts) bijvoorbeeld, voorzitter van de Raad van Bestuur van Ymere en bestuurslid van Aedes, rechtvaardigde een bonus van een kleine € 40.000,- met de redenering dat zijn honorering is gekoppeld aan ‘de complexiteit, omvang, risico’s en concurrentiepositie van het bedrijf’ (Aedes Magazine 25/26, 9 december 2009, p 25).
Maar zijn de keuzen die de Enschedese wijkcoaches (zie foto bovenaan) over het uithuisplaatsen van kinderen, het inroepen van psychiatrische hulp, het onder toezichtstellen van ouders of het inschakelen van de politie nu echt zoveel minder complex en risicovol dan de langdurig voorbereide beslissingen die Steenbeek neemt met ondersteuning van een academisch geschoold apparaat van wel honderd medewerkers?
Nee, natuurlijk. En het erge is dat als Steenbeek faalt, wacht hem in het ongunstigste geval ontslag met een stevige vergoeding, terwijl de Enschedese professionals in geval van Savanna-achtige tragedies voor de rechter kunnen worden gesleept en voor de rest van hun leven tot de bijstand zijn veroordeeld. Ik gun Steenbeek zijn extraatjes, maar misschien moet hij gewoon eens een weekje meelopen in Enschede. Dan zal hij het voortaan wel laten om het woord complexiteit ter rechtvaardiging van zijn bijzondere prestaties in de mond te nemen.
Het is gewoon je werk, Roel!

Deze column verschijnt in het eerste nummer van het Aedes Magazine van 2010.

Manifest ErOpAf! 2.0 in Z+W

Het MANIFEST ErOpAf! 2.0 vindt gretig aftrek. Ee eerste druk is bijna uitverkocht. Een eerste bespreking stond deze week te lezen op de site van Zorg+Welzijn. Wie het nog niet heeft moet het MANIFEST Eropaf! 2.0 (56 pagina’s) snel bestellen via www.eropaf.org of via een mailtje naar info@eropaf.org.

Zie ook de bespreking in: Zorg+Welzijn

Op tournee met Jet Bussemaker

Het is even voor half negen ’s ochtends als een zware zwarte auto zich behendig tussen twee soortgenoten wringt. Op de stoel naast de chauffeur staat zo’n spreekwoordelijke loodgietertas, vol met mappen en dossiers. De man die uit de auto stapt, stelt zich voor als Coen, de chauffeur van staatssecretaris Bussemaker. ‘Dus u rijdt vandaag mee’, vraagt hij.
Inderdaad, ik rij mee met de op het WMO-congres eind september aangekondigde 'Wmo en route' - een tour waarmee Jet Bussemaker tot het voorjaar van 2010 het land in trekt om met burgers en bestuurders van een fors aantal gemeenten van gedachten te wisselen over Welzijn Nieuwe Stijl. Zij is er eind oktober in Friesland mee begonnen, en vandaag, de laatste dag van november, volgt de derde etappe: ’s ochtends naar Ermelo en ’s middags naar Enschede.
Toen ik van dit plan hoorde, wilde ik meteen een keer mee. Hoe lang was het geleden dat een lid van de regering met het woord welzijn het land in trok? Ik zou het niet weten, terwijl ik de afgelopen decennia toch heel wat welzijnsstaatssecretarissen en welzijnsministers op de voet heb gevolgd. Ze deden van alles, maar met het woord ‘welzijn’ leken ze toch eerder in hun maag te zitten dan dat ze zich erop lieten voorstaan. Het mag bijkans een politiek mirakel genoemd worden dat het woord nog steeds in de naamgeving van een ministerie is te vinden, want geen Haagse politicus leek er nog goede sier mee te willen of kunnen maken. En nu trekt daar ineens staatssecretaris Jet Bussemaker het land in met ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Dat kon ik toch niet ongemerkt voorbij laten gaan. Daar wilde ik wel een keer bij zijn. ‘Hartstikke leuk’, reageerde Bussemaker toen ik haar voorstelde een dagje mee te trekken. En nu sta ik, keuvelend met haar chauffeur, voor haar huis op haar te wachten.
Klokslag half negen duikt de staatssecretaris op de fiets uit de schemering op. Ze heeft haar dochter zojuist naar school gebracht, zet de fiets tegen de gevel, haast zich haar huis in en komt even later met een arm vol mappen naar buiten. De tour kan beginnen. We nestelen ons op de ruime achterbank, de staatssecretaris met haar i-Phone in de aanslag.
Coen rijdt ons bijna geruisloos Amsterdam uit.

Sinds oktober trekt staatssecretaris Jet Bussemaker door het land om te discussiëren over Welzijn Nieuwe Stijl, waarvoor zij op de grote WMO-manifestatie eind september vijf ankers had uitgeworpen. Jos van der Lans vergezelde de staatssecretaris een dag op haar tournee door Gelderland en Overijssel. Als start van een discussie in TSS – Tijdschrift voor sociale vraagstukken over welzijn-nieuwe-stijl ging hij op zoek naar de beweegredenen van de staatssecretaris. Klik voor zijn volledige essay/verslag hier.

Ballet als statement

De krantenkoppen over de voorstelling Holland van het Scapino Ballet waren intrigerend. Het NRC sprak over ‘een lenige volksgeest’ en de Volkskrant tekende met stevige letters op dat artistiek leider Ed Wubbe ‘niet trots op Nederland’ was. Dat wil ik wel eens zien, want aan modern ballet kan ik meestal geen touw vastknopen, maar van Nederland heb ik als auteur van meerdere boeken over de vaderlandse geschiedenis wel een beetje verstand. Als er ooit een moderne dansvoorstelling is die ik rijkelijk kan associëren met wat ik weet, dan moet het wel deze voorstelling zijn.
Overigens: Nederlanders staan niet te boek als dansers. Historisch gesproken zijn we eer-der het tegenovergestelde van een danser: zwaarmoedige, calvinistische mensen, ouderlingen in zwart pak. Dat is in ieder geval de associatie die Ed Wubbe heeft, want hij laat de vijftien Scapino-dansers in somber donkere pakken de bühne opdraven, tegen een decor van een ty-pisch Hollandse wolkenlucht. Achter op het podium, vlak voor het doek met de Hollandse wolken, speelt iemand harmonium. Daar wordt de openingsscène op gedanst. Dat herken ik: de zware klanken van zo’n traporgel was het grootste plezier dat het calvinisme Nederlandse geloofsgenoten lange tijd gunde.
Ik zie de voorstelling begin november in Alphen aan de Rijn, een oud stadje, waar een ri-vier dwars doorheen stroomt. De uitgelezen plek om Wubbes creatie over me heen te laten komen. Ik heb nog een andere voorzorgmaatregel genomen: ik heb buiten de krantenkoppen geen recensies of interviews gelezen. Want zo ver ben ik inmiddels wel: je moet met een on-bevangen blik naar een moderne dansvoorstelling kijken.
Het begint dus goed in de Alphense schouwburg: ik waan mij de eerste minuten van de voorstelling in een schilderij van de 17e eeuw. Mooi. De dansers dragen een tulband, daar had ik toevallig wel wat over gelezen: de tulband was vroeger een voorbeeld van trots, en tegen-woordig een toonbeeld van angst. Leuk gevonden.
Maar na een minuut of vijf begint mijn hoofd leeg re raken. De tulbanden zijn afgezet en ik kijk naar een dansvoorstelling met soms een individueel of paarsgewijs hoogstandje, opge-volgd door formaties die in wisselende samenstelling over het toneel scheren. Wat zie ik? Zitten we al weer in het heden? Is dit Nederland: land der minderheden? Ik raak het spoor bijster.
En ik vind het niet meer terug. Aan het einde komt er een grote bol met tulpen naar bene-den, die over het toneel heen weer slingert en waar de dansers achteraan rennen. Zijn dat onze slappe knieën? Een verwijzing van de tulpenmania (uit de gouden eeuw) met de economische crisis van nu?
Is dit een statement? Ik heb geen flauw vermoeden. Maar de tweehonderd bezoekers ge-ven de Scapino-dansers een klaterend applaus. Mij bekruipt het gevoel dat ik wel vaker bij modern ballet heb: ik voel me dom. Iedereen ziet iets wat ik niet zie. Ik vlucht de schouwburg uit en ren naar de trein. Op het perron lees ik de recensies, die ik in een mapje bij me heb. Wat ik met Holland probeer te zeggen, legt Wubbe in het NRC uit: ‘is dat we in een heel diverse maatschappij leven, met allerlei dingen, van hoofddoek tot djellaba die allemaal nieuw voor ons zijn, maar dat alles dichter bij staat dan we 1-2-3 denken. We hoeven niet zo bang te zijn?’
In de kranten vertelt Wubbe alleen maar verstandige dingen. Met zijn choreografie geeft hij commentaar op de wereld, zegt hij: ‘Theater kan maatschappelijk relevant zijn en daarom aansprekend zijn, dans is van nature niet zo concreet. Ik hoop dat Holland ook een stap in de juiste richting is om dans meer importantie te geven. Ik geloof er heilig in dat dans veel meer mensen kan aanspreken dan nu gebeurt. We moeten ze dan wel binnen zien te slepen.’
Wubbe heeft het over mij. Ik ben zo iemand die aangesproken moet worden. Maar waarom ben ik dan in zijn voorstelling het spoor bijster geraakt? Ligt dat aan mij of aan Wubbe?
Er schuifelt, terwijl ik mij verbaas over de krantenknipsels, een groepje medeschouwburg-bezoekers het perron op. Ze hebben wat trager gelopen dan ik, en moeten met dezelfde trein mee. Ze vonden de voorstelling heel goed gedaan, zeggen ze tegen elkaar. Ze refereren aan een paar ‘mooi uitgevoerde scènes’. Je kan zien dat het een professioneel team is, zegt een van de mannen tenslotte. Iedereen knikt.
Geen woord over Holland.
Ineens realiseer ik me dat ze in Alphen net zo hard geklapt zouden hebben als de voorstel-ling Onweer had geheten, of Tulband of Zwart. Zolang het er maar goed uitziet, gaan de han-den op elkaar. Statement of niet. Wubbe wil de moderne dans meer laten aanspreken. Maar zolang hij geen taal spreekt die veel mensen verstaan is dat een illusie. En die illusie maakt, zo vrees ik, juist de kern van het modern ballet uit. Dat zie ik Wubbe niet veranderen.

Deze column verscheen in het december-nummer van Dans Magazine.

Het duurde even maar half januari wees Sander Wiskemuller, dansrecensent van Trouw op een slordigheidje. Hij heeft gelijk, ik heb de knipsels door elkaar gehaald. Vandaar dat ik zijn reactie hier even afdruk, met zijn mening over de column erbij.

Met verbazing las ik de column van Jos van de Lans over Wubbe's Holland (Dans 6). Er wordt door Van der Lans zeer uitgebreid geciteerd, uit NRC volgens de columnist, maar het komt toch echt uit Trouw, namelijk door mij geschreven. Ik dacht: ik meld het maar even. Toch vervelend als je, juist als kleintje onder de dagbladen, zelfs in quotes wordt overgenomen! Rare column trouwens. Leuk dat een niet-insider zijn licht laat schijnen over de discipline, maar insiders (toch je lezersgroep naar je mag hopen en aannemen) hebben denk ik niet zo veel aan een matig onderbouwd stukje over de z.g. ontoegankelijkheid van moderne dans. Dat weten we inmiddels wel. Ik kan me frissere geluiden indenken.

Hartelijke groet,
Sander Hiskemuller
Trouw

WBS-discussie geschiedenis woningcorporaties

Publieke taken en private belangen:
woningcorporaties in een historisch spanningsveld


Waar moet het heen met de woningcorporaties? Negatieve berichtgeving over exorbitante salarisstijgingen, gebrekkig toezicht en een haperende aanpak van de Vogelaarwijken hebben de laatste tijd het beeld over de woningcorporaties bepaald. Het actuele debat is echter niet te begrijpen zonder een blik te werpen op de historie van de corporaties. Wie kent nog de rijke maatschappelijke tradities van de woningcorporaties? Wat zeggen deze tradities over de huidige problematiek? In hoeverre mag nog van woningcorporaties een bijdrage worden verwacht in het opknappen van wijken en het verbeteren van de leefomgeving? Over deze vragen werd gesproken tijdens een bijeenkomst van de werkgroep geschiedenis van de Wiardi Beckman Stichting op vrijdag 13 november in Almere. Ik was één van de sprekers. Vanaf vandaag is er een verslag van deze bijeenkomst te lezen op de site van de WBS.

Vierde CMO-lezing Groningen

Vandaag de 4e CMO-lezing in Groningen gegeven. Thema: Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Volle zaal, leuke discussie. Ik heb de Groningers beloofd mijn presentatie op mijn weblog te zetten. Klik daarvoor hier.

Vlaamse tournee over 'Ontregelen'

Van zondagmiddag tot en met dinsdag was ik op uitnodiging van een Vlaamse alliantie van de Hogeschool Gent, de provincie Oost-Vlaanderen, het Vlaams Agentschap Overheidspersoneel, Vlaams Overleg Straathoekwerk, de Stad Gent (dienst Preventie en Veiligheid) twee dagen op tournee in Gent en Brussel. Het verzoek was om in een aantal colleges en lezingen tekst en uitleg te geven over ‘Ontregelen’. Maandagochtend begon ik om half negen (ja, ja, in Gent volgen studenten college van half negen tot half zes) op de Hogeschool Gent in een mammoetcollegezaal voor zo’n 200 studenten en docenten. Daarna met de trein naar Brussel voor een presentatie voor P&O-ambtenaren van de Vlaanse regering en een gesprek op het hoofdkantoor van de SP-a, de Vlaamse PvdA. Dindsdag volgde in het Provinciehuis van Oost Vlaanderen in Gent nog twee lezingen: de eerste voor straakhoekwerkers en ambulante werkers en de tweede voor beleidsambtenaren en bestuurders. Het was erg leuk, vooral omdat het Angelsaksische denken (dwz het bedrijfseconomisch denken, de marktwerking, de verantwoordingsinflatie) in Vlaanderen nog niet tot in alle vezels van de publieke sector is doorgetrokken, waardoor mijn verhalen steeds meer het karakter kregen van waarschuwingen. Sluit de gerenzen voor de Nederlandse invloeden! Hieronder twee presentaties.

Lezing 7 december GENT - Ontregelen en sociale professionaliteit in NL.

Lezingen 7 en 8 december in Brussel en Gent over Ontregelen.

Reacties uit het beleefde Vlaanderen:

◘ “met veel belangstelling heb ik deze morgen de uiteenzetting van Jos VDL gevolgd. Pijnlijk herkenbaar ! niet veel beter in Vlaanderen dan in Nederland, vrees ik, zelf met de bangelijke vrees dat onze Noorderburen al vlugger op de retour van de bureaucratisering zitten, terwijl bij ons nog volop de grotere organisatie en het management gepromoot worden” (iemand van een Centrum Algemeen Welzijnswerk)

◘“Dank voor de inspirerende lezing van Jos van der Lans deze voormiddag. Zijn analyse was heel herkenbaar, mooi gebracht, met een sterke historische inslag ook, en zijn uitwerking heeft mij aan het denken gezet (en dat op een maandagmorgen)... Verder vond ik de vragen uit de zaal ook erg mooi (zeker die over armoede en structuren, en die over wat met sociale contexten die ook uitsluiten) Veel dank. Het is dit ‘voer’ dat wij in onze opleiding nodig hebben. Ik ben van plan om hierop verder in te gaan op de volgende vakgroepvergadering” (sociaal werk). (opleidingscoordinator)

Achtste druk van 'Ontregelen'!!!!

De verkoop van 'Ontregelen' was even stilgevallen. Het afgelopen half jaar was ik druk doende met het schrijven van de geschiedenis van het Anne Frank Huis (samen met Herman Vuijsje). Sinds 1 november ben ik echter weer volop on tour om over het boek te praten. En zie: er is weer een nieuwe druk verschenen. De achtste al.

Voor mensen die met elkaar iets willen organiseren: het is mogelijk om via de uitgeverij meerdere exemplaren voor teams, stafoverleggen, heidagen of kerstpaketten te bestellen. Meld je daarvoor even bij Riet van Bentum van uitgeverij Augustus: riet.van.bentum@augustus.nl.





+



Regel-gedicht
Dit is een regel

Dit is een regel: een regel komt nooit alleen.
Een regel genereert een leger aan regels,
zoals graan van de aar geslagen door vlegels,
zo verschijnen regels als de regel verscheen.

Regels die ons vertellen over geldigheid,
over definities en de toepasbaarheid,
over strafmaten en bevoegdheid van gezag,
wie er bij overtredingen oordelen mag,
over uitzonderingen en bijzonderheden,
over artikelen en al hun (sub(sub))leden,
over de bepalingen in het algemeen.

Dit is de regel: één regel is geen regel.
Dit is de vraag: zijn er meer mensen dan regels?
Eén ding is zeker: een regel is nooit alleen.


© Nanne Nauta, 2006
Uit de bundel: Dit is de regel

Kies een periode: december 2024
november 2024
oktober 2024
september 2024
augustus 2024
juli 2024
juni 2024
mei 2024
april 2024
maart 2024
februari 2024
januari 2024
december 2023
november 2023
oktober 2023
september 2023
augustus 2023
juli 2023
juni 2023
mei 2023
april 2023
maart 2023
februari 2023
januari 2023
december 2022
november 2022
oktober 2022
september 2022
augustus 2022
juli 2022
juni 2022
mei 2022
april 2022
maart 2022
februari 2022
januari 2022
december 2021
november 2021
oktober 2021
september 2021
augustus 2021
juli 2021
juni 2021
mei 2021
april 2021
maart 2021
februari 2021
januari 2021
december 2020
november 2020
oktober 2020
september 2020
augustus 2020
juli 2020
juni 2020
mei 2020
april 2020
maart 2020
februari 2020
januari 2020
december 2019
november 2019
oktober 2019
september 2019
augustus 2019
juli 2019
juni 2019
mei 2019
april 2019
maart 2019
februari 2019
januari 2019
december 2018
november 2018
oktober 2018
september 2018
augustus 2018
juli 2018
juni 2018
mei 2018
april 2018
maart 2018
februari 2018
januari 2018
december 2017
november 2017
oktober 2017
september 2017
augustus 2017
juli 2017
juni 2017
mei 2017
april 2017
maart 2017
februari 2017
januari 2017
december 2016
november 2016
oktober 2016
september 2016
augustus 2016
juli 2016
juni 2016
mei 2016
april 2016
maart 2016
februari 2016
januari 2016
december 2015
november 2015
oktober 2015
september 2015
augustus 2015
juli 2015
juni 2015
mei 2015
april 2015
maart 2015
februari 2015
januari 2015
december 2014
november 2014
oktober 2014
september 2014
augustus 2014
juli 2014
juni 2014
mei 2014
april 2014
maart 2014
februari 2014
januari 2014
december 2013
november 2013
oktober 2013
september 2013
augustus 2013
juli 2013
juni 2013
mei 2013
april 2013
maart 2013
februari 2013
januari 2013
december 2012
november 2012
oktober 2012
september 2012
augustus 2012
juli 2012
juni 2012
mei 2012
april 2012
maart 2012
februari 2012
januari 2012
december 2011
november 2011
oktober 2011
september 2011
augustus 2011
juli 2011
juni 2011
mei 2011
april 2011
maart 2011
februari 2011
januari 2011
december 2010
november 2010
oktober 2010
september 2010
augustus 2010
juli 2010
juni 2010
mei 2010
april 2010
maart 2010
februari 2010
januari 2010
december 2009
november 2009
oktober 2009
september 2009
augustus 2009
juli 2009
juni 2009
mei 2009
april 2009
maart 2009
februari 2009
januari 2009
december 2008
november 2008
oktober 2008
september 2008
augustus 2008
juli 2008
juni 2008
mei 2008
april 2008
maart 2008
februari 2008
januari 2008
december 2007
november 2007
oktober 2007
september 2007
augustus 2007
juli 2007
juni 2007
mei 2007
april 2007
maart 2007
februari 2007
januari 2007
december 2006
november 2006
oktober 2006
september 2006
augustus 2006
juli 2006
juni 2006
mei 2006
april 2006
maart 2006
februari 2006
januari 2006
december 2005
november 2005
oktober 2005
september 2005
augustus 2005
juli 2005
juni 2005
mei 2005
april 2005
maart 2005
februari 2005
januari 2005
december 2004
november 2004
oktober 2004
september 2004
augustus 2004